Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Diep verlangen is niet aan tijd gebonden

Ik was aan het bladeren in mijn notities van weleer en vond onderstaand schrijven uit 2012. En ik bemerk dat ik in de toepassingstijd leef van dat verlangen neergeschreven in 2012.

Toepassing in de zin van persoonlijk delen waar Hij mij zend. Toepasselijk op momenten die Hij geeft zodat het goede aarde vindt, want het is niet mijn eigen gefabriceerde verlangen. Hijzelf heeft het in mijn innerlijk geplant.

Jaren van vervreemding had ik en vroeg me af waarom dat was en kan niet anders zeggen dat Hij mij daarin apart zette, omdat ik het mag voelen dat ik reizend ben. Op weg naar een beter Vaderland en als Hij het beschikt, is dat nog op aarde, dat naar Zijn Naam genoemd is.

Dat apart gezet worden, dat niet geheel thuis voelen heeft bij mij bewerkt dat ik verder ging kijken, ook verder in het Woord, in grondteksten, zodat ik een glimp zou krijgen van iets wat zo op het oog verborgen lijkt.

Ik mocht mijn schriftuurlijke identiteit ontdekken. Zo vormde zich de gedachte dat Yeshua voor een Bruid komt, die weet wie zij is, die niets liever dan doen wil waar Hij haar in voorging. Dat die ene kudde en die ene Herder, niemand meer zijn ,dat nazaten van de twaalf zonen, hun metgezellen gered door Yeshua en Hem belijden als hun Redder en Koning. Afkomst is ondergeschikt aan het reddingsplan van YHVH,Die Zijn Zoon zond. Er is dan maar één Naam op de lippen, YHVH, Die redt.

2012

“Hoe kan ik een van Uw liederen zingen in een vreemd land?

Psalm 137

-Wie kent dat diep verlangen en het besef in een vreemd land te leven?

-En wie weet de oorzaak dat er in dat vreemde land al eeuwenlang geleefd wordt, zonder dat men dat heeft doorgegeven?

-En wie is het geopenbaard dat Abba YHVH voorbidders nodig heeft om de zonden van zowel wijzelf als dat van onze voorvaders te belijden en te pleiten, opdat Abba zal gaan horen?

-Wie kent dat dagelijkse verlangen om naar het land te trekken waar men nooit heeft gewoond?

-En wie zullen Ezechiël 36 gaan ervaren als zijnde persoonlijk op hen van toepassing?

Zodat men vers 37 letterlijk gaat uitvoeren en Abba YHVH verzoeken vanuit dat nieuwe besef.

Ziet u in het hiervolgende hoofdstuk dat YHVH Zich als een Autoriteit presenteert?

Meester YHVH.

1 ¶   En gij, mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en zeg: Gij bergen Israels! hoort des YHVH woord.

2   Alzo zegt Meester YHVH: Omdat de vijand van u zegt: Heah! zelfs de eeuwige hoogten zijn ons ten erve geworden!

3   Daarom profeteer en zeg: Zo zegt Meester YHVH: Daarom, omdat men u van rondom verwoest en opgeslokt heeft, opdat gij voor het overblijfsel der heidenen ten erve zoudt zijn, en gij gebracht zijt op de klapachtige lip en in opspraak des volks;

4   Daarom, gij bergen Israels! hoort het woord des Meester YHVH: Zo zegt Meester YHVH tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen, tot de verwoeste eenzame plaatsen en tot de verlaten steden, die tot een roof en tot een spot geworden zijn voor het overblijfsel der heidenen, die rondom zijn;

5   Daarom, zo zegt Meester YHVH: Zo Ik niet in het vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel der heidenen, en tegen het ganse Edom; die Mijn land zichzelven ten erve gegeven hebben met blijdschap des gansen harten, met begerige plundering, opdat de landerij daarvan ten rove zou zijn!

6   Daarom profeteer van het land Israels, en zeg tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen: Zo zegt Meester YHVH: Ziet, Ik heb in Mijn ijver en in Mijn grimmigheid gesproken, omdat gij den smaad der heidenen gedragen hebt;

7   Daarom, zo zegt Meester YHVH: Ik heb Mijn hand opgeheven; zo niet de heidenen, die rondom u zijn, zelf hun schande zullen dragen!

8   Maar gij, o bergen Israels! gij zult weder uw takken geven, en uw vrucht voor Mijn volk Israel dragen, want zij naderen te komen.

9   Want ziet, Ik ben bij u, en Ik zal u aanzien, en gij zult gebouwd en bezaaid worden.

10   En Ik zal mensen op u vermenigvuldigen, het ganse huis Israels, ja, dat geheel; en de steden zullen bewoond, en de eenzame plaatsen bebouwd worden.

11   Ja, Ik zal mensen en beesten op u vermenigvuldigen, en zij zullen vermenigvuldigd worden en vruchtbaar zijn; en Ik zal u doen bewonen, als in uw vorige tijden, ja, Ik zal het beter maken dan in uw beginselen; en gij zult weten, dat Ik de YHVH ben.

12   En Ik zal mensen op u doen wandelen, namelijk Mijn volk Israel, die zullen u erfelijk bezitten, en gij zult hun ter erfenis zijn, en gij zult ze voortaan niet meer beroven.

13   Zo zegt Meester YHVH: Omdat zij tot u zeggen: Gij zijt een land, dat mensen opeet, en gij zijt een land, dat uw volken berooft;

14   Daarom zult gij niet meer mensen opeten, en uw volken niet meer doen struikelen, spreekt Meester YHVH.

15   En Ik zal maken, dat men den schimp der heidenen niet meer over u hore, en gij zult den smaad der natien niet meer dragen; en gij zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Meester YHVH.

16 ¶   Wijders geschiedde des YHVH woord tot mij, zeggende:

17   Mensenkind! het huis Israels, als zij in hun land woonden, toen verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinigheid ener afgezonderde vrouw.

18   Daarom goot Ik Mijn grimmigheid over hen uit, om des bloeds wil, dat zij in het land vergoten hadden, en om hun drekgoden, waarmede zij dat verontreinigd hadden.

19   En Ik verstrooide hen onder de heidenen, en zij werden verspreid in de landen; Ik oordeelde ze naar hun weg en naar hun handelingen.

20   Als zij nu tot de heidenen kwamen, waarhenen zij getogen waren, ontheiligden zij Mijn heiligen Naam, omdat men van hen zeide: Dezen zijn het volk des YHVHN, en zijn uit Zijn land uitgegaan.

21   Maar Ik verschoonde hen om Mijn heiligen Naam, dien het huis Israels ontheiligde onder de heidenen, waarhenen zij gekomen waren.

22   Daarom zeg tot het huis Israels: Zo zegt Meester YHVH: Ik doe het niet om uwentwil, gij huis Israels! maar om Mijn heiligen Naam, dien gijlieden ontheiligd hebt onder de heidenen, waarhenen gij gekomen zijt.

23   Want Ik zal Mijn groten Naam heiligen, die onder de heidenen ontheiligd is, dien gij in het midden van hen ontheiligd hebt; en de heidenen zullen weten, dat Ik de YHVH ben, spreekt Meester YHVH, als Ik aan u voor hun ogen zal geheiligd zijn.

24   Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen.

25 ¶   Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinigheden en van al uw drekgoden zal Ik u reinigen.

26   En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven.

27   En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen, en Mijn rechten zult bewaren en doen.

28   En gij zult wonen in het land, dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een Elohim zijn.

29   En Ik zal u verlossen van al uw onreinigheden; en Ik zal roepen tot het koren, en zal dat vermenigvuldigen, en Ik zal geen honger op u leggen.

30   En Ik zal de vrucht van het geboomte en de inkomst des velds vermenigvuldigen; opdat gij de smaadheid des hongers niet meer ontvangt onder de heidenen.

31   Dan zult gij gedenken aan uw boze wegen en uw handelingen, die niet goed waren; en gij zult een walging van u zelf hebben over uw ongerechtigheden en over uw gruwelen.

32   Ik doe het niet om uwentwil, spreekt Meester YHVH, het zij u bekend! Schaamt u en wordt schaamrood van uw wegen, gij huis Israels!

33   Alzo zegt Meester YHVH: Ten dage, als Ik u reinigen zal van al uw ongerechtigheden, dan zal Ik de steden doen bewonen, en de eenzame plaatsen zullen bebouwd worden.

34   En het verwoeste land zal bebouwd worden, in plaats dat het een verwoesting was, voor de ogen van een ieder, die er doorging.

35   En zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is geworden als een hof van Eden; en de eenzame, en de verwoeste en verstoorde steden zijn vast en bewoond.

36   Dan zullen de heidenen, die in de plaatsen rondom u zullen overgelaten zijn, weten, dat Ik, de YHVH, de verstoorde plaatsen bebouw, en het verwoeste beplant. Ik, de YHVH, heb het gesproken en zal het doen.

37   Alzo zegt Meester YHVH: Daarenboven zal Ik hierom van het huis Israels verzocht worden, dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen van mensen, als schapen.

38   Gelijk de geheiligde schapen, gelijk de schapen van Jeruzalem op hun gezette hoogtijden, alzo zullen de eenzame steden vol zijn van mensenkudden; en zij zullen weten, dat Ik de YHVH ben.”

Een toepasselijk lied:

https://www.youtube.com/watch?v=qZMHO4xF-pY


Een reactie plaatsen

Eer zij roepen…

Bewust werd ik van een apart gevoel van leegte, waarschijnlijk vanwege de zorg betreffende het gehele huis van Israel ,wat maakte dat ik alert werd om te zoeken waarom en eruit om een reden te vinden.

Het is verdrietig en ontmoedigend te constateren, dat men de roeping niet ijverig uitvoeren wil, maar veelal blijft zitten in tenten, waar niet opgeroepen wordt op uit te gaan om de goede boodschap te brengen. In de tenten waar ik op doel, wil men de tent vol krijgen in plaats van dicipelen op te leiden om hen uit te zenden.

De constatering komt niet voort uit het zoeken van spijkers op laag water…Integendeel, ik zoek bouwers die mee willen bouwen met de mogelijkheden die Abba YHVH aan hen gegeven heeft. Zodat er een familie komt en uit deze andere families en dezen samen een natie van familie gaat vormen met maar één doel,namelijk alles willen inzetten om dat Licht niet te laten doven.

Maar zoals een dierbare broer uit het Judeese terecht constateerde, zijn er heel weinigen die de fakkel oppakken willen en uitstappen.

Er zijn zoveel excuses en bronnen om te raadplegen in plaats van transparant durven te worden en in de afzondering Zijn Stem boven alle andere stemmen te willen gaan verstaan. Het doet me denken aan de mensen die uitgingen om de genodigden te roepen voor de bruiloft, maar er was steeds een excuus:   Mat 22:3  En zond zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. 
Mat 22:4  Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft. 
Mat 22:5  Maar zij, zulks niet achtende, zijn heengegaan, deze tot zijn akker, gene tot zijn koopmanschap. 

Hos_7:8  Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd.

In die zwaarte die mij beving, kreeg ik onderstaande woorden in gedachten en zocht ze op:

Isa 50:10  Wie is er onder ulieden, die den HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN, en steune op zijn God. 

Als hij in duisternissen wandelt…niet weet welke kant op….dat hij betrouwe op de Naam van YHVH en steune op Zijn Elohim.Betrouwen kan het beste vanuit eerdere ervaringen en steunen ook. De herinneringen omhoog halen toen Hij er was en uitkomst bood. Dat kan de ziel rust geven, als de duisternissen niet direct opklaren. Abba Vader kan dat toelaten om ons te oefenen of om een nadere openbaring te geven.

Met dat ik de woorden uit Jesaja 50 ontving, kreeg ik een link onder ogen met de titel “The mystery of the Menorah,waarin de uitleg kwam over de zeven lichten van de menorah die de zeven functies van YHVH’s Geest beschreven.En deze functies rusten op Yeshua. Dát wordt beschreven in Jesaja 11:               Isa 11:1  Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen. 
Isa 11:2  En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN. 

Zeven!

De Geest van YHVH, de Geest der wijsheid, de Geest des verstands, de Geest des raads, de Geest der sterkte, de Geest der kennis en de Geest der vreze van YHVH.

Het licht van deze informatie schoof de zwaarte van de plaats en begon m’n hart te vervullen met kracht, voordat ik überhaupt de gehele uitleg had gehoord. Het weten dat het geschreven Woord van YHVH alleen al op dit onderwerp van de menorah en de zeven geesten te vinden is, was al genoeg om de zwaarte te verdrijven. Zeer waarschijnlijk gaat de de Ruach haKodesh iets openbaren wat van groot belang is voor Vaders huidige dicipelen, die trouw willen blijven aan Zijn Woord en Zijn Geest (Ps 25).

Wat ik vermoedde,blijkt dus ook. Het is van belang dat we ontwaken, opstaan en er naar gaan handelen.

Door Yeshua hebben wij die Geest in ons en Efeze 4:30 geeft aan dat wij die Geest niet moeten bedroeven met welke wij verzegeld zijn. Steven legt uit dat als wij Hem bedroeven, maar lang genoeg weerstaan, wij het risico lopen die Geest in ons uit te doven. 

 1Th 5:19  Blust den Geest niet uit. 

Zoals Aäron en zijn zonen ervoor moesten zorgen dat de menorah bleef branden, zo dienen wij, als “vernieuwdverbondpriesters” naar het licht van de Geest te neigen. Nog veel meer legt Steven uit en mijn belangstelling is gewekt.

Bouwen kunnen we alleen als we bereid zijn onze geschonken functies in gang te zetten, zeker nu het nog dag is.

Eer zij roepen:                                                                                                                                                                        Isa 65:24  En het zal geschieden, eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen.                                                                                                                                                                                       Die woorden zijn vandaag opnieuw van kracht geweest, ik ga mij laven om toegerust weer uit te mogen gaan waar Hij mij wijst.

Om deze video met een Nederlandse ondertiteling te krijgen, dient u naar het icoontje te gaan om de ondertiteling te activeren. dan gaat de Engelse ondertiteling van start. Het ernaast gelegen sterretje geeft bij een klik erop aan,dat de Engelse aanstaat. Dan klikt u op het woord Ondertiteling, waarna u een keuze krijgt uit diverse talen. U klikt de taal van uw keuze aan die direct daarop af gaat spelen. De hele uitleg is goed in het Nederlands te volgen.


Een reactie plaatsen

Wie mocht en Wie zond…?

Mij viel deze week iets op wat ik probeer te gaan verwoorden.

Twee situaties kwamen in gedachten, namelijk het lijden van Job en het lijden van de kinderen Israels ten tijde van de Farao.

Ik spits het toe op wie het lijden in gang zette bij Job:

Job 1:6  Er was nu een dag, als de kinderen Gods kwamen, om zich voor YHVH te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam. 
Job 1:7  Toen zeide YHVH tot den satan: Van waar komt gij? En de satan antwoordde YHVH, en zeide: Van om te trekken op de aarde, en van die te doorwandelen. 
Job 1:8  En YHVH zeide tot den satan: Hebt gij ook acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad. 
Job 1:9  Toen antwoordde de satan YHVH, en zeide: Is het om niet, dat Job God vreest? 
Job 1:10  Hebt Gij niet een betuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis, en voor al wat hij heeft rondom? Het werk zijner handen hebt Gij gezegend, en zijn vee is in menigte uitgebroken in den lande. 
Job 1:11  Maar toch strek nu Uw hand uit, en tast aan alles, wat hij heeft; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen? 
Job 1:12  En YHVH zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; alleen aan hem strek uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des YHVH’s. 

We lezen in vers 1 dat Job is wat in vers 8 beschreven staat en Satan daagt YHVH als het ware uit met de woorden “Is het om niet dat Job u vreest, ontzag voor u heeft?” Om niet, niet beproeft is?

Satan krijgt toestemming om alles aan te tasten wat Job heeft en alles wat Job heeft is in Satan’s hand, maar aan Job zelf mag Satan niet komen.

We lezen dat Job nadien het dubbele terugkreeg…

Wie had er de hand in dat de plagen over Egypte kwamen?

De kinderen Israels zuchtten onder de zware verplichtingen van de Farao en riepen tot YHVH:

Exo 6:4  En ook heb Ik gehoord het gekerm der kinderen Israels, die de Egyptenaars in dienstbaarheid houden, en Ik heb aan Mijn verbond gedacht. 

Exo 6:1  Verder sprak God tot Mozes, en zeide tot hem: Ik ben YHVH, 
Exo 6:2  En Ik ben aan Abraham, Izak, en Jakob verschenen, als God de Almachtige; doch met Mijn Naam YHVH (HEERE) ben Ik hun niet bekend geweest. 
Exo 6:3  En ook heb Ik Mijn verbond met hen opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land hunner vreemdelingschappen, waarin zij vreemdelingen geweest zijn. 

Exo 6:5  Derhalve zeg tot de kinderen Israels: Ik ben YHVH! en Ik zal ulieden uitleiden van onder de lasten der Egyptenaren, en Ik zal u redden uit hun dienstbaarheid, en zal u verlossen door een uitgestrekten arm, en door grote gerichten; 
Exo 6:6  En Ik zal ulieden tot Mijn volk aannemen, en Ik zal u tot een God zijn; en gijlieden zult bekennen, dat Ik de HEERE uw God ben, Die u uitleide van onder de lasten der Egyptenaren. 
Exo 6:7  En Ik zal ulieden brengen in dat land, waarover Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik het aan Abraham, Izak, en Jakob geven zou; en Ik zal het ulieden geven tot een erfdeel, Ik, YHVH! 

Exo 6:8  En Mozes sprak alzo tot de kinderen Israels; doch zij hoorden naar Mozes niet, vanwege de benauwdheid des geestes, en vanwege de harde dienstbaarheid. 
Exo 6:9  Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 
Exo 6:10  Ga heen, spreek tot Farao, den koning van Egypte, dat hij de kinderen Israels uit zijn land trekken late. 

Exo 7:1  Toen zeide YHVH tot Mozes: Zie, Ik heb u tot een God gezet over Farao; en Aaron, uw broeder, zal uw profeet zijn. 
Exo 7:2  Gij zult spreken alles, wat Ik u gebieden zal; en Aaron, uw broeder, zal tot Farao spreken, dat hij de kinderen Israels uit zijn land trekken laat. 
Exo 7:3  Doch Ik zal Farao’s hart verharden; en Ik zal Mijn tekenen en Mijn wonderheden in Egypteland vermenigvuldigen. 
Exo 7:4  Farao nu zal naar ulieden niet horen, en Ik zal Mijn hand aan Egypte leggen, en voeren Mijn heiren, Mijn volk, de kinderen Israels, uit Egypteland, door grote gerichten. 
Exo 7:5  Dan zullen de Egyptenaars weten, dat Ik YHVH ben, wanneer Ik Mijn hand over Egypte uitstrekke, en de kinderen Israels uit het midden van hen uitleide. 

Exo 8:22  En Ik zal te dien dage het land Gosen, waarin Mijn volk woont, afzonderen, dat daar geen vermenging van ongedierte zij, opdat gij weet, dat Ik, de HEERE, in het midden dezes lands ben. 
Exo 8:23  En Ik zal een verlossing zetten tussen Mijn volk en tussen uw volk; tegen morgen zal dit teken geschieden! 

Exo 9:1  Daarna zeide YHVH tot Mozes: Ga in tot Farao, en spreek tot hem: Alzo zegt YHVH, de God der Hebreen: Laat Mijn volk trekken, dat het Mij diene. 
Exo 9:2  Want zo gij hen weigert te laten trekken, en gij hen nog met geweld ophoudt, 
Exo 9:3  Zie, de hand des YHVH’s zal zijn over uw vee, dat in het veld is, over de paarden, over de ezelen, over de kemelen, over de runderen, en over het klein vee, door een zeer zware pestilentie. 
Exo 9:4  En YHVH zal een afzondering maken tussen het vee der Israelieten, en tussen het vee der Egyptenaren, dat er niets sterve van al wat van de kinderen Israels is. 
Exo 9:5  En YHVH bestemde een zekeren tijd…

We kennen beide geschiedenissen, het is terug te lezen.

Het grote verschil is dat het bij Job Satan was die hem leed berokkende en Job werd beproefd en ten tijde van de kinderen Israels in Goshen YHVH Die de plagen in gang zette..

Na het smeken van de kinderen Israel dacht YHVH aan Zijn verbond met hen en zond plagen om zó Zijn almachtige Hand te tonen, dat wat Hij eenzijdig in een verbond had overeengekomen, Hij ook zou uitvoeren, volvoeren.

Bij beiden, Job én de kinderen Israels overwon YHVH’s werk wat Hij in Zijn gekozenen had begonnen en voor beiden was er een hoopvolle toekomst.

Wanneer wij weten waarom wij zuchten en tot Hem gaan Die hemel en aarde gemaakt heeft en NIET laat varen het werk Zijner Handen.

Er zijn profetiën die nog niet vervuld zijn, maar zoals YHVH in het verleden de voorzeggingen minutieus en nauwkeurig heeft vervuld, zo zal Hij alle nog niet vervulde profetiën gaan vervullen. Hij zal aan Zijn verbond denken als wij tot Hem gaan om Hem daar eerbiedig aan te herinneren.

De geschiedenis is ons tot voorbeeld!

Lezen: het boek Job, Exodus 1 t/m 12, Rom 8:19, Psalm 68, 80. Hebreeën 8.

Beproef mijn woorden!

 

Tekst: https://selahmusic.org/


Een reactie plaatsen

Geen beter voorbeeld

Enkele gedachten van anderen bracht mij op de gedachte na te denken over het leven van Yeshua en wat wij uit het geschreven Woord kunnen ontdekken over Zijn manier van doorgeven aan de dicipelen die Hij koos. En niet onbelangrijk, de wijze waarop zij een fellowship/gemeenschap vormden.

Vandaag, toen het shabbat was, ben ik gaan lezen in Mattheüs en een paar zaken vielen mij op.

Na de verzoeking in de woestijn, koos Hij mannen uit die Hem van toen af gingen vergezellen.

“Volg Mij na en Ik zal u vissers van mensen maken” – Matth 4: 19,20 “En zij terstond hun netten verlaten, zijn Hem nagevolgd”

Mat 4:23  En Yeshua omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk. 

en vele scharen volgden Hem na- 25

En Hij de scharen ziende…is geklommen op een berg, lezen wij in hoofdstuk 6.”als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem”

In plaats van  verwijzen naar de wijsheid der ouden, legde Yeshua Zelf uit, Hij leerde hen en wat leert Hij hen in hoofdstuk vijf? Waar begint Hij mee?

Met bemoediging!
Mat 5:2  En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende: 
Mat 5:3  Gezegend zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. 
Mat 5:4  Gezegend zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden. 
Mat 5:5  Gezegend zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beerven. 
Mat 5:6  Gezegend zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. 
Mat 5:7  Gezegend zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. 
Mat 5:8  Gezegend zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien. 
Mat 5:9  Gezegend zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden. 
Mat 5:10  Gezegend zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. 
Mat 5:11  Gezegend zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. 
Mat 5:12  Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn. 
Mat 5:13  Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden. 
Mat 5:14  Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn. 
Mat 5:15  Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn; 
Mat 5:16  Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. 
Mat 5:17  Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. 
Mat 5:18  Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. 
Mat 5:19  Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. 

Waar leerde Hij hen? Vanaf de berg en ik stel me voor dat de vele scharen vlakbij Hem gezeten hebben.

Wat mij opviel, is dat Yeshua rondtrok. Rondtrok met Zijn dicipelen om hen die zaken te leren die nodig zijn om zelf later ook uit te trekken, rond te trekken…

Yeshua haalt iets aan wat tot de ouden gezegd werd over het doden in vers 21, maar Hij haalt geen uitleg van judaistische aard aan om Zijn woorden te bevestigen. Eenvoudig citeert Hij Exodus 20:13 en Deuteronomium 5:17 en vult aan in vers 22″  Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur. “

Mat 5:27  Gij hebt gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. (Ex 20:14 ; Deut 5:18)
Mat 5:28  Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. 
Mat 5:29  Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. 

In vers 33 haalt Hij opnieuw iets aan wat aan de ouden gezegd is, maar opnieuw haalt Hij niet hun wijze geschriften aan, maar citeert eenvoudig iets uit het geschreven Woord Ex 20:7; Lev. 19:12 en Deut 5:11.

YHVH’s geschreven Woord alleen is gezaghebbend.

Yeshua leert ons een belangrijke les. Door schriftwoord met schriftwoord te vergelijken, aan te halen, op te zoeken welke betekenis het heeft, blijft de eer en het respect bij Hem Die ons leven geeft en naar volwassenheid brengt.

Yeshua blijkt de eenvoud Zelf. Hij heeft het vrijwillig gekozen. Ik denk dat er daarom zoveel kracht van uit gaat en ook autoriteit. Zijn eenvoud en het geschreven Woord wat levend en krachtig is.

Yeshua leert ons veel nieuwe zaken, ook nu.

Er zijn veel dingen meegelift die niets ter zake doen. Waardoor wij geremd worden op te groeien als Zijn dicipelen.

We zijn gewoon vormen aan te nemen, die mensen voor onze tijd opgezet hebben.

Het is geen wonder dat Yeshua veel tegenstand ontmoette, omdat Hij met Zijn uitleg over het Woord (bedenk dat het geschreven boek Mattheus nog niet bestond) en Zijn invulling van fellowship tegen de bestaande orde inging.

Wat ik vandaag gelezen heb, is een uitleg van Hem doelende op de wet en de profeten en toch zo heel eenvoudig bewogen verwijzend naar de volle invulling van wat Zijn Vader bedoelt als een soort voorbereiding die na Zijn opstanding tot volle bloei gaat komen, wanneer Abba Vader wasdom geeft.

Het boek Handelingen geeft een periode aan waarin we de vroege regen herkennen, de late is in aantocht…

Er was een nog een vers wat mij opviel…

Mat_12:6  En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is.

Doelt dát vers op een geheimenis, wat alleen aan de verloren schapen is geopenbaard?

Wat mij ook erg opviel in het lezen van het boek Mattheüs was Yeshua’s bewogenheid voor de schare en Zijn standvastige duidelijkheid  tegen hen die wijs in eigen ogen zijn. Dat kunnen we scherp opmaken uit hoofdstuk 15:6 

“En gij hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting. 
Mat 15:7  Gij geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: 
Mat 15:8  Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; 
Mat 15:9  Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. 
Mat 15:10  En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat. 
Mat 15:11  Hetgeen ten monde ingaat, ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens. 
Mat 15:12  Toen kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden tot Hem: Weet Gij wel, dat de Farizeen deze rede horende, geergerd zijn geweest? 
Mat 15:13  Maar Hij, antwoordende zeide: Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. 
Mat 15:14  Laat hen varen; zij zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde den blinde leidt, zo zullen zij beiden in den gracht vallen. 
Mat 15:15  En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis. 
Mat 15:16  Maar Yeshua zeide: Zijt ook gijlieden alsnog onwetende? 
Mat 15:17  Verstaat gij nog niet, dat al wat ten monde ingaat, in den buik komt, en in de heimelijkheid wordt uitgeworpen? 
Mat 15:18  Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. 
Mat 15:19  Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen. 
Mat 15:20  Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt den mens niet. 

Samenvattend:

Yeshua maakte geen nieuwe synagoge of kerk. Hij riep Zich niet uit tot “pastor”. Hij wees ons niet op de wijsheid van mensen. Hij citeerde alleen uit het geschreven Woord van YHVH. Hij gaf ons familie die de wil van Zijn Vader doen. Hij onderwees de gekozen dicipelen om dicipelen te worden, zodat ook wij in autoriteit uit zouden gaan om Zijn boodschap door te geven. Hij gaf de Geest om ons de toegang te geven tot de Vader. Hij profeteerde dat na Hem de Geest van Heiligheid zou komen, Die ons alles leren zou wat Hij,Yeshua gezegd had- Joh 14:26. Hij herstelde de autoriteit van man en vrouw als gelijke in verschillende rollen. Hij zette ons door Zijn verlossingswerk terug in de positie van erfgenamen naar de beloftenis- Galaten 3:26-29

Het is tegen de stroom ingaan wanneer we gestalte willen geven aan wat Yeshua ons leerde, maar we hebben Hem aan boord, zoals een ouder kinderlied dat zo treffend verwoordt.

Ik leerde het onze toen veel jongere zoon op deze manier:

“Scheepke onder Yeshua\s hoede, met zijn reddingsvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing, allen die in nood zijn op, al gaat de zee al hol en hoog en zweept de storm ons voort; wij hebben Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor t oog”

Ziet u dat Hij onze Maker en Man is? Efeze 5:32; Op. 21:9. Beschermend naar het zwakke en nederige om vleselijke overheersing tegen te staan.

Geen beter Voorbeeld!

Test mijn woorden.

 


1 reactie

Vaders hulp in benauwde tijden

In het geschreven Woord staan de tijden beschreven en wat we kunnen verwachten. Soms weten we niet wat we zouden kunnen verwachten omdat het nog niet eerder was, maar het Woord beschrijft zaken die YHVH’s Geest specifiek kan openbaren, wanneer Hij het belieft. Bij Hem schuilen is de beste optie!

Gedurende de jaren dat ik mij bewust werd van Hem en wat Hij heeft laten beschrijven, heb ik in verschillende tijdsperioden herhaaldelijk dezelfde gevaren gezien én ook de weg erlangs of er uit.

Wanneer de Vader onder ons mensen, sommigen specifiek stimuleert om zaken aan te kaarten zal Hij ook voor de nodige toerusting zorgen.

Liefde kracht en bezonnenheid kan ook beschreven worden als bewogenheid, geestelijke autoriteit en zelfbeheersing. Dán heeft angst geen kans.                            

2Ti 1:7  Want Elohim heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid.                                                                           

Isa 41:10  Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. 

De grondtekst van Vaders hulp zoals beschreven in  psalm 121:

Psa 121:1 -7 Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp-ezer komen zal. 
Mijn hulp H5828
עֵזֶר
‛êzer
ay’-zer
From H5826; aid: – help.

is van den HEERE/YHVH, Die hemel en aarde gemaakt heeft. 
Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren. 
Ziet, de Bewaarder Israels zal niet sluimeren, noch slapen. 
YHVH is uw Bewaarder, YHVH is uw Schaduw, aan uw rechterhand. 
De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. 
YHVH zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren. 
YHVH zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid. 

Een van de vele voorbeelden betreffende deze hulp:

Pi hachiroth Met de rug tegen de berg en voor hen de zee. Ze konden geen kant op. Er wordt niet zo heel veel uitgewijd over gevoelens, maar we kunnen het ons best voorstellen dat het zeer ongemakkelijk en beangstigend was:                                           Exodus 14:9 en 10  En de Egyptenaars jaagden hen na, en achterhaalden hen, daar zij zich gelegerd hadden aan de zee; al de paarden, de wagens van Farao en zijn ruiters, en zijn heir; nevens Pi-hachiroth, voor Baal-zefon. 
Als Farao nabij gekomen was, zo hieven de kinderen Israels hun ogen op, en ziet, de Egyptenaars togen achter hen; en zij vreesden zeer; toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE/YHVH. 

En wat zegt Mozes?

Exo 14:13  Doch Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN (Yeshua) dat Hij heden aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt, zult gij niet weder zien in eeuwigheid. 
Exo 14:14  De HEERE/YHVH zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn. 

Stil zijn? Stil zijn!

Dat zal beslist niet makkelijk geweest zijn, daar zij het met hun verstand en ogen zagen gebeuren. Dat vraagt veel zelfbeheersing om dan in geloof en vertrouwen stil te zijn.

Zef 2:3  Zoekt den HEERE/YHVH, alle gij zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in den dag van den toorn des YHVH’s. 

Psa_61:4  Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand.
Spr_18:10  De Naam des HEEREN/YHVH is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.

Ruach haKodesh – G3875
παράκλητος
paraklētos
par-ak’-lay-tos
An intercessor, consoler: – advocate, comforter.

Joh_14:16  En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster-G3875 geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid;
Joh_14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.
Joh_15:26  Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.
Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.

De profeten zoals Hosea, Daniel, Amos, Joël en de anderen spreken woorden vol van betekenis. Lees en zie de verbanden, de beloften, de condities…

Ik wil besluiten met het gebed wat Yeshua uitsprak en waarin de woorden voor komen dat Hij vraagt ons niet uit de wereld weg te nemen ,maar ons te bewaren voor de boze:

Joh 17:1 -26 Dit heeft Yeshua gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. 
Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. 
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen Elohim, en Yeshua haMasshiach, Dien Gij gezonden hebt. 
Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; 
En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. 
Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. 
Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. 
Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. 
Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw. 
En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. 
En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij. 
Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde. 
 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. 
Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben.                                                           

Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. 

Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. 
Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. 
Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. 
En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. 
En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. 
Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. 
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn; 
Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. 
Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld. 
Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. 
En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. 

Ooi heb ik eens vernomen van een soort gelijkenis of verhaal wat me aansprak. Een vogel in een heftige storm rustig zittend op een zwiepende tak van een boom of struik. Mij zei het dat de vogel een beeld is van een mens vol vertrouwen dat HIj de Ezer voor de uitkomst zal zorgen.

Een beeld van wat ik denk dat er enigszins aan beantwoord is een video die ik op het net vond:

 

 

 

 


4 reacties

Wie is Israel?

Exo 12:38  En veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen, en runderen, gans veel vee. .

Exo 12:49  Enerlei wet zij voor den ingeborene, en den vreemdeling, die als vreemdeling in het midden van u verkeert.

Exo 13:3  Verder zeide Mozes tot het volk (is dat inclusief het vermengde volk of zonder hen?)

Exo 13:18  Maar God/Elohim leidde het volk om

Het volk…is dat inclusief het vele vermengde volk of zonder hén?

Exo 14:1  Toen sprak de HEERE/YHVH tot Mozes, zeggende: 
Exo 14:2  Spreek tot de kinderen Israels, dat zij wederkeren, en zich legeren voor Pi-hachiroth, tussen Migdol en tussen de zee, voor Baal-zefon; daar tegenover zult gij u legeren aan de zee. 
Exo 14:3  Farao dan zal zeggen van de kinderen Israels: Zij zijn verward in het land; die woestijn heeft hen besloten. 

Spreek tot de kinderen Israels… is dat inclusief het vele vermengde volk of zonder hen?

Of worden zij apart genoemd?

Of doelt YHVH hier dat zij gezien de wet die zij gehoorzamen gelijk als de ingeboren Israelieten zijn en dus niet apart genoemd worden?

Exo 14:10  Als Farao nabij gekomen was, zo hieven de kinderen Israels hun ogen op..

hieven de kinderen Israels hun ogen op…waarom wordt het veel vermengde volk niet apart vermeld?

Exo 14:22  En de kinderen Israels ( inclusief en niet apart vermeld het veel vermengde volk) zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter hand en aan hun linkerhand. 

Wanneer u verder leest, blijft het veel vermengde volk in één adem genoemd te worden als kinderen Israel… zie!

Exo 19:1  In de derde maand, na het uittrekken der kinderen Israels uit Egypteland, ten zelfden dage kwamen zij in de woestijn Sinai. 
Exo 19:2  Want zij togen uit Rafidim, en kwamen in de woestijn Sinai, en zij legerden zich in de woestijn; Israel nu legerde zich aldaar tegenover dien berg. 
Exo 19:3  En Mozes klom op tot God. En de HEERE/YHVH riep tot hem van den berg, zeggende: Aldus zult gij tot het huis van Jakob spreken, en den kinderen Israels verkondigen: Exo 19:4  Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb. 
Exo 19:5  Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; 
Exo 19:6  En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult. 

Exo 19:8  Toen antwoordde al het volk gelijkelijk, en zeide: Al wat de HEERE/YHVH gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden des volks weder tot den HEERE/YHVH. 
Exo 19:9  En de HEERE/YHVH zeide tot Mozes: Zie, Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek, en dat zij ook eeuwiglijk aan u geloven. Want Mozes had den HEERE/YHVH de woorden des volks verkondigd. 

Wat wij uit deze woorden kunnen opmaken is dat de vreemdeling, die oorspronkelijk niet uit de een van de stammen afkomstig was, eveneens Israel werd door de voorschriften van YHVH te gehoorzamen.

Lev_24:22  Enerlei recht zult gij hebben; zo zal de vreemdeling zijn, als de inboorling; want Ik ben YHVH, uw God/Elohim!
Num_9:14  En wanneer een vreemdeling bij u als vreemdeling verkeert, en hij het pascha YHVH ook houden zal, naar de inzetting van het pascha, en naar zijn wijze, alzo zal hij het houden; het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn, beiden den vreemdeling en den inboorling des lands.
Num_15:15  Gij, gemeente, het zij ulieden en den vreemdeling, die als vreemdeling bij u verkeert, enerlei inzetting: ter eeuwige inzetting bij uw geslachten, gelijk gijlieden, alzo zal de vreemdeling voorYHVH’s aangezicht zijn.
Num_15:16  Enerlei wet en enerlei recht zal ulieden zijn, en den vreemdeling, die bij ulieden als vreemdeling verkeert.

We kunnen hieruit vaststellen dat de vreemdeling geen vreemdeling blijft, maar opgenomen wordt in het huisgezin van YHVH.

Hoe komt het dat wij onderscheid blijven maken, terwijl het geschreven Woord van YHVH het vele vermengde volk als de Israelieten rekent?

Hoe komt het dat er zo’n weerstand is, dat wij door Yeshua Abrahams zaad zijn en naar de beloftenis erfgenamen?

Dat wij naar de belofte nazaten van Yosef, Israel zijn, zo moeilijk te bevatten?

De Vader bouwt een huis voor Zich onder Zijn leiding, onder Zijn condities en wanneer al het volk, inclusief het vele vermengde volk eenparig zegt “wij zullen doen” zeggen zij ja op het huwelijksverbond.

Bedenk dat de Vader Zijn geschreven Woord openbaart door Zijn Geest, niet door het begrijpen van het verstand of aanzien wat voor ogen is…

Er is veel verwarring ontstaan door leringen die het geopenbaarde tegenstaan.

Voor alle openbaringen in het verleden tot nu toe ging verwarring en verdeeldheid aan vooraf,

maar de Vader gaat het doen. Hij zal beide “houten”  Zelf en op Zijn tijd en wijze één maken in Zijn Hand. Mijns inziens gaat dat alleen gebeuren door de werking van Zijn Geest, omdat Hij het eenzijdige verbond sloot met Abraham.

Gen 15:7  Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeen, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten. 
Gen 15:8  En hij zeide: Heere, HEERE! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal? 
Gen 15:9  En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, en een driejarigen ram, en een tortelduif, en een jonge duif. 
Gen 15:10  En hij bracht Hem deze alle, en hij deelde ze middendoor, en hij leide elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet. 
Gen 15:11  En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg. 
Gen 15:12  En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem. 
Gen 15:13  Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren. 
Gen 15:14  Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have. 
Gen 15:15  En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden. 
Gen 15:16  En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen. 
Gen 15:17  En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en ziet, daar was een rokende oven en vurige fakkel, die tussen die stukken doorging. 
Gen 15:18  Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath: 

Gen 17:1  Als nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht! 
Gen 17:2  En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen. 
Gen 17:3  Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende: 
Gen 17:4  Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden! 
Gen 17:5  En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken. 
Gen 17:6  En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen. 
Gen 17:7  En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. 
Gen 17:8  En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn. 

Eze 37:15  Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: 
Eze 37:16  Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen. 
Eze 37:17  Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen tot een worden in uw hand. 
Eze 37:18  En wanneer de kinderen uws volks tot u zullen spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn? 
Eze 37:19  Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE/YHVH: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand. 

Wat ik er zelf uit op maken kan, is dat YHVH een volk naar Zijn belofte koos onder Zijn voorwaarden. Daar begon Hij mee in Gan Eden. Daar kunnen mensen bij zijn die qua geboorte ingeborenen zijn, maar ook zij, die eertijds vreemdelingen waren. Voorbeelden te over. Met Abraham sloot Hij een eenzijdig verbond. Straks op Zijn tijd gaat Hij dat volk naar de belofte fysiek verzamelen, die nu al geestelijk één zijn met elkaar door Zijn inwonende Geest.

Beproef mijn woorden!

 

 

 

 

 

 


Een reactie plaatsen

In et verleden ligt het heden, in het nu…

Sinds een jaar ben ik bezig een indruk te krijgen van wat er zich heeft afgespeeld toen het joodse jongetje Sam, zo zal ik hem maar noemen tijdelijk in het huis van familie onderdak vond om in leven te kunnen blijven gedurende de Tweede Wereldoorlog. Helaas heeft hij samen met zijn ouders de oorlog niet overleefd.  Zijn naam kwam destijds in mij op en liet niet los, waardoor ik op zoek ging. Naar getuigen, getuigenverhalen, documentatie etc.

Dat bracht mij  op plaatsen en in contact met mensen, die er allemaal iets mee hadden gehad en zo bleek dat we iets gemeenschappelijks ontdekten. Het Shema-geloof  bracht liefde voort wat omgezet werd in daden, met dien verstande dat men wist dat het gevaarlijk was, zelfs levensbedreigend.

Alhoewel ik nu globaal een rasterwerk heb, gaat het verhaal voort. Ik kom documentatie tegen van de woonplaats waar ik gedeeltelijk mn jeugd doorbracht en vanwege zwijgzaamheid van bepaalde betrokkenen, stuit ik nu pas op boeken en verhalen die misschien de tweede ring vormen, maar het jongetje Sam is wel de aanleiding.

En wat dreef mij om jongetje Sam een naam te geven?

Een diepe verbondenheid die niet met tijdelijke emotie te maken heeft. Een verbondenheid die voortkomt uit de belofte én het eenzijdige verbond dat YHVH met Abraham sloot en Hem de belofte gaf dat alle volken zouden gezegend worden in hem

Abraham

Gen 12:3  En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. Gen 17:7  En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. 

Izak

Gen 26:3  Woon als vreemdeling in dat land, en Ik zal met u zijn, en zal u zegenen; want aan u en uw zaad zal Ik al deze landen geven, en Ik zal den eed bevestigen, dien Ik Abraham uw vader gezworen heb. 
Gen 26:4  En Ik zal uw zaad vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en zal aan uw zaad al deze landen geven; en in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde, 
Gen 26:5  Daarom dat Abraham Mijn stem gehoorzaam geweest is, en heeft onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn wetten. 

Jacob

Gen 35:10  En God zeide tot hem: Uw naam is Jakob, uw naam zal voortaan niet Jakob genoemd worden, maar Israel zal uw naam zijn; en Hij noemde zijn naam Israel. 
Gen 35:11  Voorts zeide God tot hem: Ik ben God de Almachtige! wees vruchtbaar, en vermenigvuldig! Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen zullen uit uw lenden voortkomen. 

Gal 3:29  En indien gij van Yeshua zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. 

Ezechiël 37 en ook Romeinen schrijven van een volk naar de belofte. Wanneer YHVH belooft is het een belofte, wat niet uitsluitend door natuurlijke menselijke daden tot stand kan komen, uitgezonderd wanneer Hij de inspanningen zegent en het in Zijn plan ligt.

Ik verwonder mij dat Abba YHVH ons ogen geeft en inzicht van wat er aan netwerk, verbindingen ligt en hoezeer mensen uit de volkeren samenwerken, ondersteunen, hun leven op het spel zetten vanuit die verbondenheid en zij soms ook helemaal het zicht niet hebben op de Schepper erachter…

Ik herinner me een vrouw, die eerder anarchistisch was en voor enige jaren mijn pad kruiste. Zij kreeg een plek in het land Israel naar aanleiding van haar broer, die doodgemarteld werd omdat hij geen krimp gaf betreffende joodse onderduikers. Zij had niets met geloof en toch had haar broer die er ook niets mee had, zijn leven op het spel gezet om enigen uit Juda te laten leven. Haar broer was een nazaat uit de volkeren.

Jongetje Sam, ik hoop u er later meer over te delen, wanneer het relaas in de archieven kan.

Samenwerking vanuit dezelfde motieven zag ik ook plaatsvinden bij het Jerusalem Prayer Breakfast 2019  in Den Haag…

Het is het Woord wat spreekt en Zijn Geest wat ons tot daden aanzet, het vervolg daarvan is niet altijd binnen de paden. Daarom is waakzaamheid geboden én gebed om de juiste richting naar Zijn wil.

Dit onderwerp brengt mij naar Hem, Die mij leven gaf en zovelen met mij kunnen dat getuigen.

Zijn Geest die is, geeft dat door aan hen die zich afhankelijk weten van Hem die is, was en komen zal.

Rom 8:15  Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! 
Rom 8:16  Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods/ Abba Vader zijn. 
Rom 8:17  En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van Elohim, en medeerfgenamen van Yeshua Messias; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. 

Eigenlijk zó verweven…

Dank u Abba voor het leven, dat U geeft om door te geven… baruch ata YHVH

 

 

 

 


1 reactie

Inzicht in versterken

In twee overwegend roomse landen waar wij onlangs waren kregen we van lokale bewoners, die Yeshua belijden en Zijn instructies doen, te horen, dat vanwege de roomse inslag het zicht op YHVH’s kalender tot nu toe niet doorbrak.

De Reformatie daarentegen heeft blijkbaar ruimte gebracht voor de volgende stap naar het zicht op YHVH’s instructies .

Dat gaf me te denken. De mensen, die er wonen, zijn er erg vriendelijk, dat viel gewoon op. Vooraf aan onze reis was ik op onderzoek gegaan wie we zouden kunnen opzoeken en dat lukte wonderwel, maar wanneer we in het ene land van een vriend en broeder vernemen dat hij in het gehele land geen Torah houdende gelovigen die Yeshua belijden kent en in het andere land een zuster precies hetzelfde zegt,dan valt dat toch op.

Aan de Reformatie gingen barensweeën vooraf en daaruit kwam het protestantisme, dat op zich niet zo heel veel verschilt van ’t “Roomisme”, zeker als we naar de feestkalender kijken. Maar tóch…

Toch blijkt het in de praktijk een makkelijker stap richting Hebreeuwse wortels, dan vanuit het roomse. In de protestantse landen kun je spreken van een groeiend ontwaken in vermeerderende vorm. Alhoewel het ene land verder is dan het andere.

Wat mij eveneens bezighield of eerlijk gezegd bevestigde is, dat wij hen dienen te versterken, bemoedigen, die op eenzame posten staan en de banier dragen. Het zegent hen, maar ook zij, die hen bezoeken.

Willen wij in onze dagen meehelpen om te zaaien en te delen van wat wij van YHVH ontvangen hebben aan kennis, wijsheid en inzicht omtrent Zijn plan om geheel Israel te gaan herstellen, dan dienen wij onze talenten te benutten en niet te talmen. Vraag Hem wat u kunt doen.

Mij kwamen opnieuw de woorden in gedachten uit Jozua 1: 3 “Alle plaats waarop ulieder voetzool treden zal, “Deut 11:24 geeft dat ook aan “Alle plaats waar uw voetzool op treedt, zal uwe zijn;” Mijn bede was dat het zo nodige Licht door gaat breken, omdat dát Licht verlossing geven gaat, wanneer een mens dat aangrijpt. Heel bijzonder vond ik het dat een van de mensen die wij bezochten dit vers specifiek aanhaalde waar ik een bevestiging in zag!

 

 

 

 

 

 

 

Wij zijn behouden teruggekomen van een reis die 7500 kilometer meer op de teller zette en zien terug op een gezegende reis, die ons gezin versterkte, ons ontspanning bracht vanwege de mooie natuur en de zon, maar zeker ook en niet in het laatst onze behoefte onze familie in Yeshua te bezoeken in de volkeren. De woorden “Versterk het overige” oa te vinden in Openbaring 3 kwam diverse malen voorbij. In Aveiro aan zee beleefde ik een diep moment betreffende het opbouwen van Yosef in de natiën… Bijzonder dat ik de tien ontdekte bij datzelfde strand…

img_20181226_104507_resized_20190119_121413501

We mochten een verbinding leggen, die naar meer kanten uitwerkte. Alle eer aan onze Vader, Die dit ons mogelijk maakte.

@Hadassah – januari 2019

 

English translation below:

In two predominantly Roman countries where we were recently, we were told by local residents, who profess Yeshua and His instructions, that because of the Roman slant, the view of YHVH’s calendar had not yet broken through.

The Reformation, on the other hand, has apparently made room for the next step towards the sight of YHVH’s instructions.

That made me think. The people who live there are very friendly, that just stood out. Prior to our journey I had investigated who we could look for and that worked perfectly, but when we learn in one country from a friend and brother that he does not know any Torah-loving believers who profess Yeshua in the whole country and in the other country a sister says exactly the same, then that is noticeable. Both also said that it had to do with the strong Roman influence.

At the Reformation, labor pains preceded and from that came Protestantism, which in itself is not so different from the “Roomism”, especially when we look at the festive calendar. Yet…

Yet, in practice, it turns out to be an easier step towards Hebrew roots than from Roman. In Protestant countries you can speak of a growing awakening in multiplying form. Although one country is further than the other.

What also occupied me or, to be honestly confirmed, is that we should strengthen, encourage, stand on solitary posts and carry the banner. It blesses them, but also those who visit them.

If we want to help in our days to sow and share what we have received from YHVH in knowledge, wisdom and insight concerning His plan to restore all of Israel, then we must use our talents and not delay them. Ask Him what you can do.

Again the words in remembrance came from Joshua 1: 3 “All the place on which your foot sole shall tread,” Deut 11:24 gives that also “All the place where the soles of your feet will come on will be yours;” Our prayer was that it was so the necessary Light will break through, because that Light will give salvation, when a human being engages. It was very special to me that one of the people we visited mentioned this verse specifically where I saw confirmation!

We have come back safely from a journey that put 7500 kilometers more on the odometer and see back on a blessed journey, which strengthened our family, brought us relaxation because of the beautiful nature and the sun, but certainly also and last but not least our need family in Yeshua to visit in the peoples. The words “Strengthen the rest” to be found in Revelation 3 happened several times. In Aveiro at the sea I experienced a deep moment concerning the building of Yosef in the nations … Particular that I discovered the ten at the same beach …

We were allowed to make a connection that worked out in more ways. All honor to our Father, Who made this possible for us.

@Hadassah – January 2019

 


2 reacties

Nevertheless…Na het voorbij..

Onlangs heb ik een bezoek gebracht aan Israel.
Het leek of het land op mij zat te wachten.
Er waren zoveel kleine onverwachtse verrassingen in kleurige verpakkingen.
Het moet allemaal nog een plaatsje krijgen.
Heel bijzonder was het om in Jerusalem uit handen van Meta Sietsema de engelse uitgave van de dichtbundel Nevertheless te ontvangen. Het boekje, mooi geillustreerd, bevat een aantal gedichten ,die, zoals de schrijfster, vertelt, zij gekregen heeft na het overlijden van haar echtgenoot, die haar vriend en de liefde van haar leven was.

Alle gedichten spreken aan, omdat zij op zichzelf een verpakking zijn, een heenwijzing naar iets troostends, wat boven onze gedachten en tijdelijkheid uitgetild wordt.

Bij mij kwamen onderstaande gedachten op bij het lezen van de dichtbundel:

“Never the less
Offer brengen opent de weg voor leven. Abba ging ons voor en we mogen worden wie we zijn.
Niet vermannen als we treuren, niet inhouden als we uitbarstten in tomeloze vreugde, verdriet en liefde. Worden als een kind. In concept aanwezig vanaf t begin. Overal een tijd voor zegt Prediker
Worden die we al voor de grondlegging der wereld waren.
Het mag lente en zomer worden na de herfst en winter op een wijze wat Hij alleen  schikken kan en voor ons gepast is.
Zijn Geest in ons . Nieuwe schepping. Eindeloze onmetelijke en scheppende liefde. Hij, onze Maker en Man. Onze komende Koning.”

Hab 3:17  Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan den wijnstok zijn zal, dat het werk des olijfbooms liegen zal, en de velden geen spijze voortbrengen; dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal; 
Hab 3:18  Zo zal ik nochtans( = Nevertheless) in YHVH van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in den God mijns heils. 
Hab 3:19  De Heere YHVH is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth. 

Een van de prachtig gedichten uit de engelse bundel Nevertheless met toestemming van de auteur:

Greater God

Greater than my suffering
Ransom for my soul
Every bondage broken
And brokenness You mould
Though there is beauty hidden
Endless price is paid
Rest my spirit for it is finished
God has made a way
O sing my fearless friend
Death is not the end

De uitgave verdient dat velen er notitie van zullen gaan nemen. Het boekje is verkrijgbaar in het Nederlands en Engels.

De Nederlandse uitgave bevat andere gedichten en illustraties dan de engelse bundel en heeft ook een andere layout.

Uit de nederlandse bundel “Na het voorbij”:

PARAPLU
Laat mij leven en herstel mij
want ik weet het niet
Voel enkel pijn, heb vragen
over dit verdriet

Ik geef mijn hele leven
elke keer aan u
en vandaag gaf U mij
een grote paraplu

De slagregens van pijn en vragen
vallen naast me neer
Ze zijn er nog, maar ik kan schuilen
je hoeft niks, zegt de Heer

Samen lopen we verder
ik vertel Hem mijn verhaal
Zijn haar,Zijn mantel zijn doorweekt
Hij begrijpt het helemaal

Na het voorbij Meta Sietsema

DOOR

Ik ga door met lief te hebben
want dan ben je heel dichtbij
in liefde blijven wij verbonden
jij bij God en God in mij

 

Voor meer info, schrijf mij via chaver18@hotmail.com

Meta zelf kan men via :  https://www.facebook.com/meta.sietsema  bereiken en haar emailadres msietsema@hotmail.com

Shalom, Hadassah