Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Geen beter voorbeeld

Enkele gedachten van anderen bracht mij op de gedachte na te denken over het leven van Yeshua en wat wij uit het geschreven Woord kunnen ontdekken over Zijn manier van doorgeven aan de dicipelen die Hij koos. En niet onbelangrijk, de wijze waarop zij een fellowship/gemeenschap vormden.

Vandaag, toen het shabbat was, ben ik gaan lezen in Mattheüs en een paar zaken vielen mij op.

Na de verzoeking in de woestijn, koos Hij mannen uit die Hem van toen af gingen vergezellen.

“Volg Mij na en Ik zal u vissers van mensen maken” – Matth 4: 19,20 “En zij terstond hun netten verlaten, zijn Hem nagevolgd”

Mat 4:23  En Yeshua omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk. 

en vele scharen volgden Hem na- 25

En Hij de scharen ziende…is geklommen op een berg, lezen wij in hoofdstuk 6.”als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem”

In plaats van  verwijzen naar de wijsheid der ouden, legde Yeshua Zelf uit, Hij leerde hen en wat leert Hij hen in hoofdstuk vijf? Waar begint Hij mee?

Met bemoediging!
Mat 5:2  En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende: 
Mat 5:3  Gezegend zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. 
Mat 5:4  Gezegend zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden. 
Mat 5:5  Gezegend zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beerven. 
Mat 5:6  Gezegend zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. 
Mat 5:7  Gezegend zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. 
Mat 5:8  Gezegend zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien. 
Mat 5:9  Gezegend zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden. 
Mat 5:10  Gezegend zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. 
Mat 5:11  Gezegend zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. 
Mat 5:12  Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn. 
Mat 5:13  Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden. 
Mat 5:14  Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn. 
Mat 5:15  Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn; 
Mat 5:16  Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. 
Mat 5:17  Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. 
Mat 5:18  Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. 
Mat 5:19  Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. 

Waar leerde Hij hen? Vanaf de berg en ik stel me voor dat de vele scharen vlakbij Hem gezeten hebben.

Wat mij opviel, is dat Yeshua rondtrok. Rondtrok met Zijn dicipelen om hen die zaken te leren die nodig zijn om zelf later ook uit te trekken, rond te trekken…

Yeshua haalt iets aan wat tot de ouden gezegd werd over het doden in vers 21, maar Hij haalt geen uitleg van judaistische aard aan om Zijn woorden te bevestigen. Eenvoudig citeert Hij Exodus 20:13 en Deuteronomium 5:17 en vult aan in vers 22″  Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur. “

Mat 5:27  Gij hebt gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. (Ex 20:14 ; Deut 5:18)
Mat 5:28  Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. 
Mat 5:29  Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. 

In vers 33 haalt Hij opnieuw iets aan wat aan de ouden gezegd is, maar opnieuw haalt Hij niet hun wijze geschriften aan, maar citeert eenvoudig iets uit het geschreven Woord Ex 20:7; Lev. 19:12 en Deut 5:11.

YHVH’s geschreven Woord alleen is gezaghebbend.

Yeshua leert ons een belangrijke les. Door schriftwoord met schriftwoord te vergelijken, aan te halen, op te zoeken welke betekenis het heeft, blijft de eer en het respect bij Hem Die ons leven geeft en naar volwassenheid brengt.

Yeshua blijkt de eenvoud Zelf. Hij heeft het vrijwillig gekozen. Ik denk dat er daarom zoveel kracht van uit gaat en ook autoriteit. Zijn eenvoud en het geschreven Woord wat levend en krachtig is.

Yeshua leert ons veel nieuwe zaken, ook nu.

Er zijn veel dingen meegelift die niets ter zake doen. Waardoor wij geremd worden op te groeien als Zijn dicipelen.

We zijn gewoon vormen aan te nemen, die mensen voor onze tijd opgezet hebben.

Het is geen wonder dat Yeshua veel tegenstand ontmoette, omdat Hij met Zijn uitleg over het Woord (bedenk dat het geschreven boek Mattheus nog niet bestond) en Zijn invulling van fellowship tegen de bestaande orde inging.

Wat ik vandaag gelezen heb, is een uitleg van Hem doelende op de wet en de profeten en toch zo heel eenvoudig bewogen verwijzend naar de volle invulling van wat Zijn Vader bedoelt als een soort voorbereiding die na Zijn opstanding tot volle bloei gaat komen, wanneer Abba Vader wasdom geeft.

Het boek Handelingen geeft een periode aan waarin we de vroege regen herkennen, de late is in aantocht…

Er was een nog een vers wat mij opviel…

Mat_12:6  En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is.

Doelt dát vers op een geheimenis, wat alleen aan de verloren schapen is geopenbaard?

Wat mij ook erg opviel in het lezen van het boek Mattheüs was Yeshua’s bewogenheid voor de schare en Zijn standvastige duidelijkheid  tegen hen die wijs in eigen ogen zijn. Dat kunnen we scherp opmaken uit hoofdstuk 15:6 

“En gij hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting. 
Mat 15:7  Gij geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: 
Mat 15:8  Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; 
Mat 15:9  Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. 
Mat 15:10  En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat. 
Mat 15:11  Hetgeen ten monde ingaat, ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens. 
Mat 15:12  Toen kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden tot Hem: Weet Gij wel, dat de Farizeen deze rede horende, geergerd zijn geweest? 
Mat 15:13  Maar Hij, antwoordende zeide: Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. 
Mat 15:14  Laat hen varen; zij zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde den blinde leidt, zo zullen zij beiden in den gracht vallen. 
Mat 15:15  En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis. 
Mat 15:16  Maar Yeshua zeide: Zijt ook gijlieden alsnog onwetende? 
Mat 15:17  Verstaat gij nog niet, dat al wat ten monde ingaat, in den buik komt, en in de heimelijkheid wordt uitgeworpen? 
Mat 15:18  Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. 
Mat 15:19  Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen. 
Mat 15:20  Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt den mens niet. 

Samenvattend:

Yeshua maakte geen nieuwe synagoge of kerk. Hij riep Zich niet uit tot “pastor”. Hij wees ons niet op de wijsheid van mensen. Hij citeerde alleen uit het geschreven Woord van YHVH. Hij gaf ons familie die de wil van Zijn Vader doen. Hij onderwees de gekozen dicipelen om dicipelen te worden, zodat ook wij in autoriteit uit zouden gaan om Zijn boodschap door te geven. Hij gaf de Geest om ons de toegang te geven tot de Vader. Hij profeteerde dat na Hem de Geest van Heiligheid zou komen, Die ons alles leren zou wat Hij,Yeshua gezegd had- Joh 14:26. Hij herstelde de autoriteit van man en vrouw als gelijke in verschillende rollen. Hij zette ons door Zijn verlossingswerk terug in de positie van erfgenamen naar de beloftenis- Galaten 3:26-29

Het is tegen de stroom ingaan wanneer we gestalte willen geven aan wat Yeshua ons leerde, maar we hebben Hem aan boord, zoals een ouder kinderlied dat zo treffend verwoordt.

Ik leerde het onze toen veel jongere zoon op deze manier:

“Scheepke onder Yeshua\s hoede, met zijn reddingsvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing, allen die in nood zijn op, al gaat de zee al hol en hoog en zweept de storm ons voort; wij hebben Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor t oog”

Ziet u dat Hij onze Maker en Man is? Efeze 5:32; Op. 21:9. Beschermend naar het zwakke en nederige om vleselijke overheersing tegen te staan.

Geen beter Voorbeeld!

Test mijn woorden.

 


2 reacties

Yeshua in de Tenach?

Niemand heeft ooit YHVH gezien, dus Wie spreekt er, schept er, verschijnt er?

We willen Hem gaan ontdekken in de Tenach om te gaan vaststellen dat Hij de Ene is met diverse Namen, verschijningen en dat kan Hij omdat Hij boven ons denken souverein is om datgene te kunnen doen en machtig is te doen. Het zijn wij die met ons verstand en mogelijkheden vaak trachten Hem kleiner te maken dan Hij is.

Wat Hij gezegd heeft IS.

Ik heb de teksten in de oorspronkelijke vertaling gehouden incl de benaming, maar overal waar ik de HEERE lees is t in mijn gedachten YHVH….

Man

Gen 18:1  Daarna verscheen hem de HEERE/YHVH aan de eikenbossen van Mamre, als hij in de deur der tent zat, toen de dag heet werd. 
Gen 18:2  En hij hief zijn ogen op en zag; en ziet, daar stonden drie mannen tegenover hem; als hij hen zag, zo liep hij hun tegemoet van de deur der tent, en boog zich ter aarde. 

Man

Gen 32:24  Doch Jakob bleef alleen over; en een man worstelde met hem, totdat de dageraad opging. 
Gen 32:25  En toen Hij zag, dat Hij hem niet overmocht, roerde Hij het gewricht zijner heup aan, zodat het gewricht van Jakobs heup verwrongen werd, als Hij met hem worstelde. 
Gen 32:26  En Hij zeide: Laat Mij gaan, want de dageraad is opgegaan. Maar hij zeide: Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent. 
Gen 32:27  En Hij zeide tot hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob. 
Gen 32:28  Toen zeide Hij: Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israel; want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht. 
Gen 32:29  En Jakob vraagde, en zeide: Geef toch Uw naam te kennen. En Hij zeide: Waarom is het, dat gij naar Mijn naam vraagt? En Hij zegende hem aldaar. 
Gen 32:30  En Jakob noemde den naam dier plaats Pniel: Want, zeide hij ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest. (Yacobs interpretatie van de verschijnng)

Man

Exo 33:18  Toen zeide hij (Mozes): Toon mij nu Uw heerlijkheid! 
Exo 33:19  Doch Hij zeide: Ik zal al Mijn goedigheid voorbij uw aangezicht laten gaan, en zal den Naam des HEEREN uitroepen voor uw aangezicht; maar Ik zal genadig zijn, wien Ik zal genadig zijn, en Ik zal Mij ontfermen, over wien Ik Mij ontfermen zal. 
Exo 33:20  Hij zeide verder: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien; want Mij zal geen mens zien, en leven. 
Exo 33:21  De HEERE zeide verder: Zie, er is een plaats bij Mij; daar zult gij u op de steenrots stellen. 
Exo 33:22  En het zal geschieden, wanneer Mijn heerlijkheid voorbij zal gaan, zo zal Ik u in een kloof der steenrots zetten; en Ik zal u met Mijn hand overdekken, totdat Ik zal voorbijgegaan zijn. 
Exo 33:23  En wanneer Ik Mijn hand zal weggenomen hebben, zo zult gij Mijn achterste delen zien; maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden! 

De Ene

Deuteronomium 6:4  Hoor, Israel! de HEERE, onze God, is een enig HEERE

Verschijning

1Koningen 19 spreekt over de Ongeziene, Die met Elia spreekt

Yeshua van eeuwigheid af

Spr 8:22  De HEERE bezat Mij in het beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan. 
Spr 8:23  Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan. 
Spr 8:24  Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water; 
Spr 8:25  Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren. 
Spr 8:26  Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld. 
Spr 8:27  Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; 
Spr 8:28  Toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte; 
Spr 8:29  Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde; 
Spr 8:30  Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende; 
Spr 8:31  Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen. 
Spr 8:32  Nu dan, kinderen! hoort naar Mij; want welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren. 
Spr 8:33  Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet. 
Spr 8:34  Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren. 
Spr 8:35  Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE. 

De Ene

Isa_43:11  Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.
Isa_45:21  Verkondigt en treedt hier toe, ja, beraadslaagt samen: wie heeft dat laten horen van ouds her? Wie heeft dat van toen af verkondigd? Ben Ik het niet, de HEERE? en er is geen God meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, niemand is er dan Ik.

YHVH gemanifesteerd in Yeshua

Jes. 9:5  Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; 
Jes. 9:6  Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen. 

De Ene

Hos_13:4  Ik ben toch de HEERE, uw God, van Egypteland af; daarom zoudt gij geen God kennen dan Mij alleen, want er is geen Heiland dan Ik.

Ik kan niet anders vaststellen dat Hij die Ene, onveranderlijke is, Die in diverse verschijningsvormen een glimp van Hem heeft laten zien, waaronder de Voedsterling, de Uitvoerende Rechterhand (scheppend), Vleesgeworden Woord, Dus dat Woord was er eerst en de Voedsterling zag men nog niet…maar was er.

Om ons mensen iets te verwoorden van dat grootse gaat Hij als het ware ons een voorbeeld geven en dan denken wij of door overlevering of door eigen beperkt denken dat die Ene uit meer personen bestaat, maar het Woord zegt iets heel anders!

Ikzelf haal vaak als heel eenvoudig voorbeeld een mens aan, die en echtgenoot, vader,zoon, broer is en een beroep heeft,maar het is die ene die in diverse rollen de verschillende taken uitvoert. De ene taak met bijbehorend talent is niet sluitend en toepasbaar op die andere,maar bij elkaar genomen beslaan ze het gebied en mensen die deze mens bereikt in z’n leven.

Shema Yisrael YHVH Elohenu YHVH Echad

Laat Ons mensen maken zegt ook niets over een zg Drieëenheid..dat maken mensen ervan.

Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien, zegt Yeshua in Johannesbrief, maar daar doelt Hij niet op twéé, maar weer op dat geheimenis van die Ene, waar wij niet van kunnen vatten met ons verstand dat Hij de Ene is.

Hij is

Joh 8:58  Yeshua zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik. 

Alleen door aan te nemen en ons verstand uit te schakelen, kunnen we het vatten. Het verstand hoort immers bij onze ziel en niet te verwarren bij onze geest, waar het geloof woont omdat Zijn Geest inwoning heeft in ons.

Naar aanleiding van een heel inspirerend gesprek dacht ik deze tekstaanhalingen er even bij te halen, zodat ook ik het later makkelijk terug vinden kan.

Aanvullen mág!

Beproef mn woorden, graag!

Zegen en shalom, Hadassah.