Bovenstaande titel hoorde ik lang geleden eens voorbijkomen en het is vanwege de omschrijving dat ik het bleef onthouden. Nu ik op Nederlands vlak in de wandelgangen activiteiten bespeur, die naar ik zo denk te zien, in deze categorie vallen, wil ik eens delen over de altaren die niet van YHVH zijn.
Het is goed om nauwkeurig het opgetekende relaas uit 1Koningen 18 te lezen. Daarin wordt duidelijk dat wat wij zelf opvoeren in plaats van dat wat YHVH ons rechtstreeks vanuit Zijn Geest te zeggen heeft, afgebroken wordt en geen vrucht draagt. Sterker nog in negatieve zin: onze eigen werken aanvoeren als waarheid, verleidt het volk.
Achab noemt Elia een beroerder. Met andere woorden, Elia brengt onrust bij de misleiders:
1Ki 18:17 En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide: Zijt gij die beroerder van Israel?
1Ki 18:18 Toen zeide hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede, dat gijlieden de geboden des YHVH’s/ HEEREN verlaten hebt en de Baals nagevolgd zijt.
Dat herinnert mij aan een telefoongesprek van een voorganger die mij vertelde dat een bij ons logerende “beroerder” hun schapen onrustig hadden gemaakt en dat de genodigde niet voor de tweede uitgenodigde keer mocht komen. Die tweede keer ging een van henzelf vóór en ontkrachtte alles van de in hun ogen beroerder. Deze echter had terechte waarschuwingen geuit en dat wilde de leiding niet aanvaarden. Hun altaar moest niet afgebroken worden en gaat door tot op de huidige dag met overeenkomstige vruchten.
1Ki 18:19 Nu dan, zend heen, verzamel tot mij het ganse Israel op den berg Karmel, en de vierhonderd en vijftig profeten van Baal, en de vierhonderd profeten van het bos, die van de tafel van Izebel eten.
1Ki 18:20 Zo zond Achab onder alle kinderen Israels, en verzamelde de profeten op den berg Karmel.
Het volk was misleid geworden getuige de nu volgende woorden:
1Ki 18:21 Toen naderde Elia tot het ganse volk, en zeide: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde hem niet een woord.
De eenvoud van die ene gezondene:
1Ki 18:22 Toen zeide Elia tot het volk: Ik ben alleen een profeet des HEEREN overgebleven, en de profeten van Baal zijn vierhonderd en vijftig mannen.
Elia, die als enige tegenover de vierhonderd en vijftig Baäl priesters staat, stelt het volgende voor:
1Ki 18:23 Dat men ons dan twee varren geve, en dat zij voor zich den enen var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op het hout leggen, maar geen vuur daaraan leggen; en ik zal den anderen var bereiden, en op het hout leggen, en geen vuur daaraan leggen.
1Ki 18:24 Roept gij daarna den naam van uw god aan, en ik zal den Naam des HEEREN aanroepen; en de God, Die door vuur antwoorden zal, Die zal God zijn. En het ganse volk antwoordde en zeide: Dat woord is goed.
En zo geschiedde:
Ki 18:25 En Elia zeide tot de profeten van Baal: Kiest gijlieden voor u den enen var, en bereidt gij hem eerst, want gij zijt velen; en roept den naam uws gods aan, en legt geen vuur daaraan.
1Ki 18:26 En zij namen den var, dien hij hun gegeven had, en bereidden hem, en riepen den naam van Baal aan, van den morgen tot op den middag, zeggende: O Baal, antwoord ons! Maar er was geen stem en geen antwoorder. En zij sprongen tegen het altaar, dat men gemaakt had.
Wanneer we verder lezen zien we dat YHVH Zich van Zijn Kant laat zien als de Almachtige, Die geen andere goden voor Zijn Aangezicht duldt.
Dat zou ons te denken moeten geven.
1Ki 18:31 En Elia nam twaalf stenen, naar het getal der stammen van de kinderen Jakobs, tot welke het woord des HEEREN geschied was, zeggende: Israel zal uw naam zijn.
1Ki 18:32 En hij bouwde met die stenen het altaar in den Naam des YHVHs/ HEEREN; daarna maakte hij een groeve rondom het altaar, naar de wijdte van twee maten zaads.
1Ki 18:33 En hij schikte het hout, en deelde den var in stukken, en leide hem op het hout.
1Ki 18:34 En hij zeide: Vult vier kruiken met water, en giet het op het brandoffer en op het hout. En hij zeide: Doet het ten tweeden male. En zij deden het ten tweeden male. Voorts zeide hij: Doet het ten derden male. En zij deden het ten derden male;
1Ki 18:35 Dat het water rondom het altaar liep; daartoe vulde hij ook de groeve met water.
1Ki 18:36 Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.
1Ki 18:37 Antwoord mij, YHVH/HEERE, antwoord mij; opdat dit volk erkenne, dat Gij, o YHVH/HEERE, die God zijt, en dat Gij hun hart achterwaarts omgewend hebt.
1Ki 18:38 Toen viel het vuur YHVH/de HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, hetwelk in de groeve was.
1Ki 18:39 Als nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: YHVH, is Elohim/ De HEERE is God, de HEERE is God!
Er wordt heel veel uitleg aangehaald met verwijzing naar het Woord en velen volgen sprekers na. Zien overal iets goeds in, maar hebben de moed niet of de woorden niet, om datgene wat niet klopt, aan de betreffende uitlegger te melden.
En zo gaat het voort.
Ik hoorde een inmiddels overleden en dierbare vriend meermalen vragen waar de profeten gebleven waren, die nog durven opstaan en een tegengeluid geven.
We zijn in de tijdsperiode beland van aangenaam verpozen en dat is een tijdsperiode van alle tijden. Niet onbekend in de tijd van de kinderen Israels in Kanaän.
Wedstrijd der altaren…
Er is een wedstrijd der altaren bezig en een paar kenmerken gaan daarmee gepaard. Men mag ondermeer niet daadwerkelijk in gesprek om een kritisch geluid te laten horen. Valt dat niet onder hoogmoed? Het kerkelijk programma is hoofdzakelijk de doorsnee gang van zaken en daarmee een gemeente geboren, waarvan de leidinggevenden en de genodigde sprekers een andere benadering krijgen dan de toehoorders.
Waar is het frissende vernieuwende geluid van het evangelie dat elke morgen nieuw is?
Dat een voorgenomen onderwerpbespreking onderbreekt omdat de Geest an Heiligheid iets anders in petto heeft dan het vooraf aangekondigde?
Zelden!
Het was denk ik omstreeks 1990 dat ik een gevoelen kreeg om naar een bijeenkomst te gaan waar ik ongeveer twee jaar niet meer was geweest omdat zij geen hart hadden om voor de vrede van Jeruzalem te bidden. Het was er alleen maar gericht op het “ik”gevoelen. De spreekster vertelde dat zij op weg naar de bijeenkomst stilgezet werd omdat de Heilige Geest haar een duidelijk aansporende ingeving gaf. Het onderwerp zo zei zij, zou ze in gehoorzaamheid onderbreken. En zo vertelde zij wat de Geest haar ingegeven had.
“Bidden jullie hier weleens voor de vrede van Jeruzalem?”vroeg zij.
Ik was min of meer perplex. Dáárom kreeg ik de aansporing naar de bewuste bijeenkomst te gaan omdat YHVH iets door iemand spreken zou!!
Nu, vervolgde zij op hun ontkenning, dan gaan we dat ook nu direct doen. Laten we gaan staan en Hem bidden voor de vrede van Jeruzalem.
Naderhand ging ik naar haar toe en zij vroeg mij of zij iets voor mij kon betekenen. Ik zei dat zij dat al had gedaan door gehoorzaam op te volgen wat de de Geest van Heiligheid haar ingaf.
Daarna begon zij te profeteren en wat zij uitsprak was bevestiging van wat ik alreeds in mijn hart had ontvangen van Hem.
Zo werkt YHVH als wij durven uit te stappen.
Laten wij nauwkeurig nagaan of wijzelf geen eigen altaren hebben gebouwd en ons daardoor vastgezet hebben zodat wij Zijn Stem amper horen kunnen ofwel verkeerd verstaan.
Laten wij uit eerbied voor onze Maker en Man alles van voor Zijn Aangezicht belijden en wegdoen, zodat alleen Zijn werk in ons zichtbaar wordt.
Hem eren door transparant te worden, verlangend om Zijn Manna elke dag te ontvangen in plaats van op oud brood te leven.
Het is Zijn Geest van Heiligheid Die ons in alle Waarheid van Hem leidt – Joh 14:26.
Zep 2:1 Doorzoek u zelf nauw, ja, doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt!
Zep 2:2 Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij), terwijl de hittigheid van YHVH’s/ des HEEREN toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van den toorn YHVH’s over ulieden nog niet komt.
Zep 2:3 Zoekt YHVH/den HEERE, alle gij zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in den dag van den toorn des YHVHs/ HEEREN.
Laat het ons niet gebeuren dat Hij ons niet kennen zal aan de werken door onszelf gedaan, maar dat Hij ons kennen zal aan de werken van Hem door ons gedaan.
Beproef mijn woorden!