Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Om Jona

Vanmorgen was ik een uiteenzetting aan het beluisteren van de familie in Mesa en er werd gedeeld dat de huidige situatie te maken heeft met hen die naar Vaders voornemen geroepen zijn en niet wandelen in Zijn wegen. Dat sluit aan bij onze gedachte om buitenom te laten voor wat het is en ons meer te richten op Abba YHVH die alles in handen heeft. Hij opent en sluit deuren. We zouden mogelijk nog tegen Abba Vader in kunnen gaan als we verzet zouden tonen. We zullen het echt alleen van Abba Vader moeten horen wat onze houding, ons getuigenis in deze dagen is. En we mogen aan de ander vragen wat Abba Vader hen opdraagt te doen. Is het niet zo dat een woord staat onder twee of drie getuigen?

Toen ik zo aan het luisteren was, kwam mij de geschiedenis van Jona voor de geest. Jona die instructies kreeg en die niet opvolgde. Laten we lezen wat er staat :

1 En het woord des YHVH’s/ HEEREN geschiedde tot Jona, den zoon van Amitthai, zeggende:
2 Maak u op, ga naar de grote stad Nineve, en predik tegen haar; want hunlieder boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht.

Maar Jona doet iets heel anders, hij maakt zich op om te vluchten ván het aangezicht van YHVH.
3 Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN;

en hij kwam af te Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis,

Bedenkt Jona zich hier om toch maar niet te gaan? De stem van de Vader is luid en duidelijk genoeg…

Nee, hij geeft zijn bagage om met hen naar Tarsis te gaan. Je zou zeggen dat dit de derde stap is. Eerst de gedachte om niet te doen wat YHVH hem gebiedt, ten tweede hij vlucht en ten derde stapt hij in de boot om mee naar Tarsis te gaan

en hij gaf de vracht daarvan, en ging neder in hetzelve, om met henlieden te gaan naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN.

En dan?
4  Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee; en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.

Hoe zouden wij zonder achtergrond informatie deze grote wind en deze grote storm verstaan?

Een grote wind en een grote storm,zodat het schip dacht te breken

…..Een natuurverschijnsel die toevalligerwijs ontstond net nu Jona naar Tarsis wilde gaan?

Het zijn de vreemdelingen die tot hun eigen god baden en de slapende Jona wakker maken:

5 Toen vreesden de zeelieden, en riepen een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten, die in het schip waren, in de zee, om het van dezelve te verlichten; maar Jona was nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder, en was met een diepen slaap bevangen.

Eigenlijk was Jona heel egoïstisch, omdat hij door zijn ongehoorzaamheid de zeelieden, die niet de Schepper des hemels en aarde kenden, in grote nood bracht. En door zijn ongehoorzaamheid hun goederen overboord gooiden. Jona werd niet wakker en zo kwam de kapitein naar hem toe om hem op zijn verantwoordelijkheid te wijzen dat ook hij moest gaan bidden en smeken om niet te verdrinken:

6 En de opperschipper naderde tot hem, en zeide tot hem: Wat is u, gij hardslapende? Sta op, roep tot uw God, misschien zal die God aan ons gedenken, dat wij niet vergaan.

De matrozen hadden al tot hun goden geroepen en kregen een gedachte om te gaan loten waarmee ze dachten te ontdekken door wiens wil hen dit overkwam:
7 Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona.

Het lot viel op Jona en zij vroegen hem om uitleg:
8 Toen zeiden zij tot hem: Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij?

Eerst toen maakte Jona zich bekend. Let er op dat hij het niet uit zichzelf deed. Er moest iets door Iemand anders gebeuren:                                                                                                                                                                        

9 En hij zeide tot hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze YHVH/ den HEERE, den God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft.

We lezen dat de mannen steeds bevreesder werden en zich hardop afvroegen wat te doen:
10 Toen vreesden die mannen met grote vreze, en zeiden tot hem: Wat hebt gij dit gedaan? Want de mannen wisten, dat hij van des HEEREN aangezicht vlood; want hij had het hun te kennen gegeven.
11 Voorts zeiden zij tot hem: Wat zullen wij u doen, opdat de zee stil worde van ons? Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger.

Eerst dan geeft Jona zich over aan YHVH omdat hij inziet waarom dit alles gebeurt. Hij zegt dat zij hem overboord moeten gooien. Maar de mannen doen dat niet direct. Ze proberen het schip aan land te brengen, maar de zee werd almaar onstuimiger:
12 En hij zeide tot hen: Neemt mij op, en werpt mij in de zee, zo zal de zee stil worden van ulieden; want ik weet, dat deze grote storm ulieden om mijnentwil over komt.
13 Maar de mannen roeiden, om het schip weder te brengen aan het droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen.

En dan gebeurt er ook iets met de zeelieden. Ze roepen YHVH aan en in hun gebed lezen we dat zij Jona niet willen laten verdrinken. Hun nood is te groot en zo komt het gebed op de juiste plaats terecht:
14 Toen riepen zij tot den HEERE, en zeiden: Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om dezes mans ziel, en leg geen onschuldig bloed op ons; want Gij, HEERE! hebt gedaan, gelijk als het U heeft behaagd.
15 En zij namen Jona op, en wierpen hem in de zee.\

En toen?

Toen stond de zee stil van haar verbolgenheid.

Gevolg: De mannen vrezen YHVH en slachten om n offer te brengen, belovende geloften
16 Dies vreesden de mannen den HEERE met grote vreze; en zij slachtten den HEERE slachtoffer, en beloofden geloften.

Jona, waarom kreeg ik Jona in mijn gedachten? Zou het kunnen omdat hij de opdracht van YHVH wederstond en op eigen houtje ging handelen naar zijn eigen voornemen? Zou het kunnen dat de Ruach haKodesh/Heilige Geest in wil geven, dat er vele Jona’s zijn? Dat eigenhandig handelen gebeurt veel om me heen. Mensen hebben het over verzetten, omdat ze onrecht ervaren en al druk doende verschuift de aandacht meer en meer naar bijzaken in plaats van wachten op de Meester wanneer het Hem belieft dat wij doen zullen.

Zegt de psalmist niet dat hij liever aan de dorpel verblijft dan bij duizend elders? Psalm 94:10 Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

Hebben wij gedaan wat in ons vermogen lag om terug te keren naar de Oude paden?

In de uiteenzetting van LMM kwam naar voren dat er veel mensen in Amerika teruggegleden  waren en het niet zo ernstig meer namen. Iemand deelde dat er vele mensen struikelen over tegenslagen en zodoende het smalle pad loslaten omdat het in hun ogen geen resultaat geeft. Het is de tijd van volharding – Hebreeën 12.

Hoe is dat in andere landen en locaties?

De jaren gleden voorbij, maar er kwam geen resolute terugkeer. Zou dit door YHVH beschikt zijn. om de Jona’s tot inkeer te brengen?  Voor het te laat is en zij de tekenen der tijden niet meer opmerken en zich laten verleiden de verleider te volgen?

Dan is dit schudden genade!

Het is immers Abba Vader die alle touwtjes in handen heeft?  Bedenk dat Hij ons als volk ziet omdat wij naar de belofte erfgenamen zijn. De melo hagoyim die uit de eerstgeboortebelofte van Efraïm voortkwam en dát door Yeshua. Staat niet zegen en vloek in Deuteronomium? Er ontgaat niets aan Zijn oog. Micha 6:2 geeft weer dat YHVH een last heeft tegen Zijn volk. 

6 Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.
7 Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden.

Jakobus 4:10 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen.
1 Petrus 5:6 Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd.

Het is nu meer dan ooit de tijd om onze ogen naar boven te richten, zodat zaken om ons heen bijzaken worden die we aan Abba Vader overlaten kunnen, zodat Hij weer ons daadwerkelijke Middelpunt gaat worden.

Laten wij daarom YHVH nederig vragen wat Hij verkiest, dat wij doen zullen.

Er is nog veel meer te zeggen. Waar het hart vol van is… Daarom tot slot de video getiteld Light in the Darkess

Dank voor uw aandacht en toets mijn woorden!


3 reacties

Wie zijn deze Melo Hagoyim ofwel volle menigte van volkeren?

Wie zijn deze Melo Hagoyim ofwel volle menigte van volkeren?

In Romeinen 11:25 komt dezelfde aanduiding voor als in Genesis 48:19

25 For I would not, Yisraelite brothers, that you should be ignorant of this mysterious secret, lest you should be wise in your own pride and conceit; that partial blindness has happened to Yisrael 1, until the fullness of the nations–the melo hagoyim–comes in 2 3.

1If we let Scripture interpret Scripture, then Isaiah 8:14 speaks of both houses as being blind. Judah is blind as to who is their Moshiach. Efrayim is blind as to who they are as the other house of Yisrael, and to the relevancy of Torah in their lives, seeing it through a dark glass as a strange Jewish thing, rather than as their own marriage certificate and heritage. Traditionally these verses have been taught to mean that some Jews see and believe, and some just don’t. That meaning is seen as fallacious, when one understands that the olive tree is not strictly Jewish, and that both houses are said to be blind, which is why the terminology “partial blindness” is used to indicate that all twelve tribes are blind in differing areas.
2 The only other time this term is used in Scripture is in Genesis 48:19. Jacob laid his hands on Efrayim his grandson and said that his seed would literally become the “fullness of the nations,” or the melo-hagoyim. The mystery of the olive tree is not that some day gentiles will be part of Yisrael. That was never a mystery as all of the First Covenant spoke of the gentiles seeing the light of YHWH and Torah. The mystery of the olive tree is the identity of those who are not Jewish coming out of the nations into Moshiach. So this partial blindness on both houses according to Paul will come to an end only when the “fullness of the gentiles” comes in. The Hebraic idiom is a reference to the seed of the ten tribes collectively known as Efrayim-Yisrael. When the remnant of all ten tribes comes in, then Yisrael’s blinders will be lifted and the kingdom will begin. For more details, we strongly recommend you study:
http://www.restorationscriptures.org/
page17.htm

Klik om toegang te krijgen tot laying_hands_on_efrayim_again-1-6-07.pdf

3 For more details, also see notes on Genesis 48:19.

Genesis 48:19 And his abba refused, and said, I know it 4, my son, I know it: he also shall become a people 5, and he also shall be great: but truly his younger brother shall be greater than him, and his zera shall become the fullness of the gentile
nations – melo ha-goyim 6.

4 Jacob knew what he was doing in the Spirit. Do you?
5 Could this be a specific nation?
6 Melo ha-goyim, or the “fullness of the gentiles.” Efrayim’s seed later collected in the ten tribes of the northern kingdom would produce the “fullness of the gentiles.” This is a marvelous revelation that most so-called gentiles are in fact Yisrael’s physical children. Of course, they still need blood-atonement-salvation to become true redeemed remnant Yisrael. Paul confirms this clear understanding in Romans 11:25-26, when he speaks of the “fullness of the gentiles” as those who will come in as believing returning Yisrael in the last of the last days.

Romeinen 11:25
Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.
de volheid der heidenen

de volheid
4138 ple’roma, zn o

van 4137 TDNT-6:298,867;

AV-fulness 13, full 1, fulfilling 1, which is put in to fill up 1, pierce that filled up 1; 17

1) dat wat gevuld is of wordt
1a) een schip voor zover het gevuld (d.w.z. bemand) is met zeelui, roeiers en soldaten
1b) om het N.T., het geheel van gelovigen, dat wat gevuld is met de aanwezigheid, macht, rijkdom van God en van Christus
2) dat wat vol maakt of waarmee iets gevuld is
2a) van die dingen waarmee een schip gevuld is, vracht en koopwaar, zeelui, roeiers, soldaten
2b) volledigheid of volheid van de tijd
3) volheid, overvloed
4) een vervullen, bewaren

der heidenen
1484 ‘ethnos, zn o

waarschijnlijk van 1486 TDNT-2:364,201;

AV-Gentiles 93, nation 64, heathen 5, people 2; 164

1) een menigte (van mensen of dieren) verbonden of met elkaar levend
1a) een groep, troep, zwerm
2) een menigte individuen van dezelfde aard
2a) het menselijk geslacht
3) een ras, natie, volksgroep
4) in het O.T., vreemde naties die de ware God niet dienden, heidenen
5) Paulus gebruikt het woord voor christenen uit de heidenen

Genesis 48:19 Maar zijn vader weigerde het, en zeide: Ik weet het, mijn zoon! ik weet het; hij zal ook tot een volk worden, en hij zal ook groot worden; maar nochtans zal zijn kleinste broeder groter worden dan hij, en zijn zaad zal een volle menigte van volkeren worden.
zal een volle menigte van volkeren worden (8799).

zal een volle menigte
04393 alm m@lo’ zelfden awlm m@low’ of wlm M@low(ez 41:8), zn

van 04390 TWOT-1195b

AV – full 12, fulness 8, all that is therein 7, all 2, fill 2, handful 2, multitude 2, handful + 07062 1, handfuls + 02651 1; 37
StV-volheid 16, vol 15, volle menigte 2, al wat daarin is 1, lang zo-als hij was (1Sa 28,20) 1, vervullen 1, vullen 1; 37
NBG-volheid 11, vol 11, handvol +07062 (Le 3,2) 3, vullen 3, met al wat zich daarop/erop bevindt (Jer 47,2) 2, met al wat erop/erin is 2, ganse schare (Isa 31,4) 1, gehele de-aarde +0776 (Eze 19,7) 1, volle in zijn-lengte (1Sa 28,20) 1, met al wat erop staat (Jer 8,16) 1, van al wat het heeft (Eze 12,19) 1; 37

1) volheid, dat wat vult
1a) volheid, handvol
1b) massa, menigte
1c) volheid, dat wat vult, de hele inhoud
1d) volle lengte

van volkeren
01471 ywg gowy, zeldaam verkort yg goy, zn, eigennaam

blijkb. van dezelfde stam als 01465 TWOT-326e

AV – nation 374, heathen 143, Gentiles 30, people 11; 558 StV-heidenen 313, volk 113, volken 118, natien 6, natie 5, volkeren 1,
van volk tot volk 1, den volke 1; 558 NBG-volken 378, volk 108, volkeren 32, heidenen 17, natien 10, natie 5,
Charoset-haggojim +02800 (Jud 4,2) 3, van volk tot volk 1, tussen volk en volk 1, Gojim (Jos 12,33) 1, dat in troepen leeft (Zep 2,14) 1, niet vertaald (Jer 51,7) 1; 558

1) natie, volk
1a) natie, volk
1a1) gewoonlijk gezegd van niet-Hebreeen
1a2) van de nakomelingen van Abraham
1a3) van Isra‰l
1b) zwerm sprinkhanen of andere dieren (fig.)
1c) Goyim? =” naties”