Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Niet aangeraakt worden, wat bedoelt U?

Er komen klinkende namen voorbij, video’s worden gedeeld en gedeeld en gedeeld…. De wereld in een notendop. Een inleiding wordt geschreven al dan niet onderbouwd met bijbelteksten en ervaringen. Goedbedoelde en oprechte mensen schrijven mij, maar ik word niet aangeraakt.

Wat bedoelt U, mijn Vader? Is dit Uw werk? Door U in gang gezet?

Of ben ik zo sceptisch dat U mij niet kan bereiken, niet tot mij door kan dringen? Of ontheft U mij van deze taak? Ik, die klaarstaat om te delen?

Ik ben naar binnen getrokken, eigenlijk al een paar dagen. Ik onderzoek mijn gedachten, vraag U in stilheid, maar het blijft stil.

Dan moet het wel van Uwentwege zijn,denk ik.

Wat denk ik zelf als ik om me heen kijk?

Ik zie veel hiarchie, vormen die mij aan de gelijkenis van de wijn en de wijnzakken doen denken. Weinig tot geen ruimte om mensen te dicipelen, zodat zij er actief op uit trekken, vurig en bewogen. De mensen worden gewend gemaakt om elke week te komen, te luisteren en weer huiswaarts te gaan.

Mat_9:17  Noch doet men nieuwen wijn in oude leder zakken; anders zo bersten de leder zakken, en de wijn wordt uitgestort, en de leder zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe leder zakken, en beide te zamen worden behouden.

En dat na 2000 jaar, terwijl Yeshua zoveel volbracht heeft, dat wij door Zijn Geest zelfstandig zouden kunnen werken om elkaar te vertellen van onze reizen her en der…zoals die van en naar werk, want ook daar valt te dicipelen…van en naar verwanten…ja ook daar kunnen we delen…van en naar veel verder…ja ook daar.

Luk_5:38  Maar nieuwen wijn moet men in nieuwe leder zakken doen, en zij worden beide te zamen behouden.

Maar dat hebben wij ons laten ontnemen door elke week ergens naar te luisteren en dan met name naar mensen die elke keer opnieuw doorgeschoven worden uit het sprekerscollectief.

Het zijn met name die namen die iets aanzwengelen, want zij worden gehoord of men moet hen wel aanhoren, omdat zij een lange  staat van dienst hebben.

Ik zie het…ik zie het al jaren…

Ik denk niet dat er in die kringen iets veranderen gaat, we zullen, en dan doel ik op hen, die de manier van Yeshua willen verwerkelijken in hun leven, net als Hij, búíten de cirkel van het geijkte willen uitstappen.

Liever op kleine schaal in vrijheid met onze Meester en horen wat Hij tot Zijn kinderen zegt, dan op grote schaal meedeinen in weer een event van formaat.

Ik ben een veldwerker en door YHVH’s genade ben ik geroepen om vooral de intenties van mensen te doorgronden. Niet om daar zelf wijzer van te worden, maar om te beseffen waar er hiaten te verwachten zijn om in de bres te staan voor de kudde kinderen van de Vader. En voor Zijn eer.

Er is heel veel mis, wat we zelf kunnen repareren. Met name zij die zich opzieners noemen, hebben denk ik nog wel wat punten na te gaan:

Denk aan trots, eergevoel, geliefd te willen zijn bij mensen, privilege, hiarchische instelling, manipulatie…om een paar reële feiten te noemen.

Zou Abba YHVH Zijn Hand voor de ogen houden wanneer wij ons eigen huiswerk verwaarlozen om toch voor Zijn Aangezicht te komen omdat het goed voelt samen iets denken te bewerkstelligen?

Wat zegt Hij over het gemixte?

Pro_20:23  Tweeerlei weegsteen is YHVH/den HEERE een gruwel, en de bedriegelijke weegschaal is niet goed.

Ik hou mn hart vast, echt waar!

Opziener:

Titus 1:6

1 Tim. 3:2Zo iemand moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, gelovige kinderen hebben, die niet te beschuldigen zijn van losbandigheid of opstandigheid.

7Want een opziener moet onberispelijk zijn,

Matt. 24:45; 1 Kor. 4:1; 1 Tim. 3:15als een beheerder van het huis van YHVH, niet eigenzinnig, niet opvliegend, Lev. 10:9; Efez. 5:18 niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, 

1 Tim. 3:3; 1 Petr. 5:2niet uit op oneerlijke winst,

8 maar

1 Tim. 3:2gastvrij, goedwillend, bezonnen, rechtvaardig, heilig, beheerst,

iemand die zich houdt aan het betrouwbare woord, dat overeenkomstig de leer is, zodat hij bij machte is anderen te bemoedigen door het gezonde onderwijs en ook de tegensprekers te weerleggen.

In de Statenvertaling staat er dit over opziener:

Neh_11:9 En Joel, de zoon van Zichri, was opziener over hen; en Juda, de zoon van Senua, was de tweede over de stad.
Neh_11:14 En hun broederen, dappere helden, waren honderd acht en twintig; en opziener over hen was Zabdiel, de zoon van Gedolim.
Neh_11:22 En der Levieten opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon van Hasabja, den zoon van Matthanja, den zoon van Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers tegenover het werk van Gods huis.
Neh_12:42 Voorts Maaseja, en Semaja, en Eleazar, en Uzzi, en Johanan, en Malchia, en Elam, en Ezer; ook lieten zich de zangers horen, met Jizrahja, den opziener.
1Ti_3:2 Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;
Tit_1:7 Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker;
1Pe_2:25 Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en Opziener uwer zielen.

Opziener in de Strongs:

https://studybible.info/strongs/G1985

Een Opziener heeft tevens een herdelijke instelling. ik denk dat hij/zij zaken delegeert. Vanuit het overzicht en herderlijk inzicht zal deze persoon, kan zowel man als vrouw zijn gezien Yeshua’s volbrachte werk, de juiste mensen vinden die meehelpen een fundament te vormen. zodat het geheel groeien kan. Precies wat Yeshua ons raadde in de evangeliën.

Yeshua is ons aller Voorbeeld en Voorganger. Herder en Opziener.

Joh 14:26 ;Johannes 17; Hebreën 8

Komt laten wij terugkeren naar Hem en ons overgeven zodat Hij ons vormen zal. Alleen dán zal daadwerkelijk en duurzaam vrucht te verwachten zijn.

Psalm 80.

Wij zullen eerst zelfonderzoek moeten doen voor wij verder kunnen gaan. Denk aan het nichtje van Mordechai, welk een zorgvuldige voorbereiding zij moest krijgen vóórdat zij tot de koning mocht naderen…

Mal 3:7  Van uwer vaderen dag af, zijt gij afgeweken van Mijn inzettingen, en hebt ze niet bewaard; keert weder tot Mij, en Ik zal tot u wederkeren, zegt de HEERE der heirscharen; maar gij zegt: Waarin zullen wij wederkeren?

Beproef mijn woorden!

@Hadassah

 


Een reactie plaatsen

Wedstrijd der altaren

Bovenstaande titel hoorde ik lang geleden eens voorbijkomen en het is vanwege de omschrijving dat ik het bleef onthouden. Nu ik op Nederlands vlak in de wandelgangen activiteiten bespeur, die naar ik zo denk te zien, in deze categorie vallen, wil ik eens delen over de altaren die niet van YHVH zijn.

Het is goed om nauwkeurig het opgetekende relaas uit 1Koningen 18 te lezen. Daarin wordt duidelijk dat wat wij zelf opvoeren in plaats van dat wat YHVH ons rechtstreeks vanuit Zijn Geest te zeggen heeft, afgebroken wordt en geen vrucht draagt. Sterker nog in negatieve zin: onze eigen werken aanvoeren als waarheid, verleidt het volk.

Achab noemt Elia een beroerder. Met andere woorden, Elia brengt onrust bij de misleiders:

1Ki 18:17  En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide: Zijt gij die beroerder van Israel? 
1Ki 18:18  Toen zeide hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede, dat gijlieden de geboden des YHVH’s/ HEEREN verlaten hebt en de Baals nagevolgd zijt. 

Dat herinnert mij aan een telefoongesprek van een voorganger die mij vertelde dat een bij ons logerende “beroerder” hun schapen onrustig hadden gemaakt en dat de genodigde niet voor de tweede uitgenodigde keer mocht komen. Die tweede keer ging een van henzelf vóór en ontkrachtte alles van de in hun ogen beroerder. Deze echter had terechte waarschuwingen geuit en dat wilde de leiding niet aanvaarden. Hun altaar moest niet afgebroken worden en gaat door tot op de huidige dag met overeenkomstige vruchten.

1Ki 18:19  Nu dan, zend heen, verzamel tot mij het ganse Israel op den berg Karmel, en de vierhonderd en vijftig profeten van Baal, en de vierhonderd profeten van het bos, die van de tafel van Izebel eten. 
1Ki 18:20  Zo zond Achab onder alle kinderen Israels, en verzamelde de profeten op den berg Karmel.

Het volk was misleid geworden getuige de nu volgende woorden:
1Ki 18:21  Toen naderde Elia tot het ganse volk, en zeide: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde hem niet een woord. 

De eenvoud van die ene gezondene:
1Ki 18:22  Toen zeide Elia tot het volk: Ik ben alleen een profeet des HEEREN overgebleven, en de profeten van Baal zijn vierhonderd en vijftig mannen. 

Elia, die als enige tegenover de vierhonderd en vijftig Baäl priesters staat, stelt het volgende voor:

1Ki 18:23  Dat men ons dan twee varren geve, en dat zij voor zich den enen var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op het hout leggen, maar geen vuur daaraan leggen; en ik zal den anderen var bereiden, en op het hout leggen, en geen vuur daaraan leggen. 
1Ki 18:24  Roept gij daarna den naam van uw god aan, en ik zal den Naam des HEEREN aanroepen; en de God, Die door vuur antwoorden zal, Die zal God zijn. En het ganse volk antwoordde en zeide: Dat woord is goed. 

En zo geschiedde:

Ki 18:25  En Elia zeide tot de profeten van Baal: Kiest gijlieden voor u den enen var, en bereidt gij hem eerst, want gij zijt velen; en roept den naam uws gods aan, en legt geen vuur daaraan. 
1Ki 18:26  En zij namen den var, dien hij hun gegeven had, en bereidden hem, en riepen den naam van Baal aan, van den morgen tot op den middag, zeggende: O Baal, antwoord ons! Maar er was geen stem en geen antwoorder. En zij sprongen tegen het altaar, dat men gemaakt had. 

Wanneer we verder lezen zien we dat YHVH Zich van Zijn Kant laat zien als de Almachtige, Die geen andere goden voor Zijn Aangezicht duldt.

Dat zou ons te denken moeten geven.

1Ki 18:31  En Elia nam twaalf stenen, naar het getal der stammen van de kinderen Jakobs, tot welke het woord des HEEREN geschied was, zeggende: Israel zal uw naam zijn. 
1Ki 18:32  En hij bouwde met die stenen het altaar in den Naam des YHVHs/ HEEREN; daarna maakte hij een groeve rondom het altaar, naar de wijdte van twee maten zaads. 
1Ki 18:33  En hij schikte het hout, en deelde den var in stukken, en leide hem op het hout. 
1Ki 18:34  En hij zeide: Vult vier kruiken met water, en giet het op het brandoffer en op het hout. En hij zeide: Doet het ten tweeden male. En zij deden het ten tweeden male. Voorts zeide hij: Doet het ten derden male. En zij deden het ten derden male; 
1Ki 18:35  Dat het water rondom het altaar liep; daartoe vulde hij ook de groeve met water. 
1Ki 18:36  Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb. 
1Ki 18:37  Antwoord mij, YHVH/HEERE, antwoord mij; opdat dit volk erkenne, dat Gij, o YHVH/HEERE, die God zijt, en dat Gij hun hart achterwaarts omgewend hebt. 
1Ki 18:38  Toen viel het vuur YHVH/de HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, hetwelk in de groeve was. 
1Ki 18:39  Als nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: YHVH, is Elohim/ De HEERE is God, de HEERE is God! 

Er wordt heel veel uitleg aangehaald met verwijzing naar het Woord en velen volgen sprekers na. Zien overal iets goeds in, maar hebben de moed niet of de woorden niet, om datgene wat niet klopt, aan de betreffende uitlegger te melden.

En zo gaat het voort.

Ik hoorde een inmiddels overleden en dierbare vriend meermalen vragen waar de profeten gebleven waren, die nog durven opstaan en een tegengeluid geven.

We zijn in de tijdsperiode beland van aangenaam verpozen en dat is een tijdsperiode van alle tijden. Niet onbekend in de tijd van de kinderen Israels in Kanaän.

Wedstrijd der altaren…

Er is een wedstrijd der altaren bezig en een paar kenmerken gaan daarmee gepaard. Men mag ondermeer niet daadwerkelijk in gesprek om een kritisch geluid te laten horen. Valt dat niet onder hoogmoed? Het kerkelijk programma is hoofdzakelijk de doorsnee gang van zaken en daarmee een gemeente geboren, waarvan de leidinggevenden en de genodigde sprekers een andere benadering krijgen dan de toehoorders.

Waar is het frissende vernieuwende geluid van het evangelie dat elke morgen nieuw is?

Dat een voorgenomen onderwerpbespreking onderbreekt omdat de Geest an Heiligheid iets anders in petto heeft dan het vooraf aangekondigde?

Zelden!

Het was denk ik omstreeks 1990 dat ik een gevoelen kreeg om naar een bijeenkomst te gaan waar ik ongeveer twee jaar niet meer was geweest omdat zij geen hart hadden om voor de vrede van Jeruzalem te bidden. Het was er alleen maar gericht op het “ik”gevoelen. De spreekster vertelde dat zij op weg naar de bijeenkomst stilgezet werd omdat de Heilige Geest haar een duidelijk aansporende ingeving gaf. Het onderwerp zo zei zij, zou ze in gehoorzaamheid onderbreken. En zo vertelde zij wat de Geest haar ingegeven had.

“Bidden jullie hier weleens voor de vrede van Jeruzalem?”vroeg zij.

Ik was min of meer perplex. Dáárom kreeg ik de aansporing naar de bewuste bijeenkomst te gaan omdat YHVH iets door iemand spreken zou!!

Nu, vervolgde zij op hun ontkenning, dan gaan we dat ook nu direct doen. Laten we gaan staan en Hem bidden voor de vrede van Jeruzalem.

Naderhand ging ik naar haar toe en zij vroeg mij of zij iets voor mij kon betekenen. Ik zei dat zij dat al had gedaan door gehoorzaam op te volgen wat de de Geest van Heiligheid haar ingaf.

Daarna begon zij te profeteren en wat zij uitsprak was bevestiging van wat ik alreeds in mijn hart had ontvangen van Hem.

Zo werkt YHVH als wij durven uit te stappen.

Laten wij nauwkeurig nagaan of wijzelf geen eigen altaren hebben gebouwd en ons daardoor vastgezet hebben zodat wij Zijn Stem amper horen kunnen ofwel verkeerd verstaan.

Laten wij uit eerbied voor onze Maker en Man alles van voor Zijn Aangezicht belijden en wegdoen, zodat alleen Zijn werk in ons zichtbaar wordt.

Hem eren door transparant te worden, verlangend om Zijn Manna elke dag te ontvangen in plaats van op oud brood te leven.

Het is Zijn Geest van Heiligheid Die ons in alle Waarheid van Hem leidt – Joh 14:26.

Zep 2:1  Doorzoek u zelf nauw, ja, doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! 
Zep 2:2  Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij), terwijl de hittigheid van YHVH’s/ des HEEREN toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van den toorn YHVH’s over ulieden nog niet komt. 
Zep 2:3  Zoekt YHVH/den HEERE, alle gij zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in den dag van den toorn des YHVHs/ HEEREN. 

Laat het ons niet gebeuren dat Hij ons niet kennen zal aan de werken door onszelf gedaan, maar dat Hij ons kennen zal aan de werken van Hem door ons gedaan.

Beproef mijn woorden!

 

 


Een reactie plaatsen

Achor contra opnameleer

Er zijn veel zogenoemde eindtijdscenario’s in omloop, ook onder de shabbatvierenden en hoewel het geen hoofdzaak is om daar uitsluitend mee bezig te zijn, is het wel zaak dat we nuchter en waakzaam blijven.
Velen hebben in hun christelijke tijd in de wat vrijere groepen geleerd gekregen dat er een hemelse opname zou zijn, maar ik en velen die uit de wat behoudender biblebelt komen, hebben dat in het geheel niet meegekregen. Misschien dat het daarom is dat het algemeen geleerde over een plotselinge wegname in de lucht geen vat op mij heeft.

Ik ben naar de reis van de kinderen Israels gaan kijken die zoals het in de Corinthebrief staat, ons tot voorbeeld is. Zij maakten overigens de eerste drie of vier plagen mee. Dat zou ons te denken moeten geven. Hun verlossing en de beschrijving dat zij weliswaar op hun voeten richting de berg Sinaï gingen en daarbij op adelaarsvleugelen werden gedragen, vertelt meer over de kracht die zij kregen tijdens hun voetentocht op aarde.
Daarnaast zijn er aanwijzingen te vinden dat YHVH Zijn kinderen op een beschermde plaats op aarde brengt en die plaats is in het Woord te vinden, waarbij een ander schriftwoord aangeeft dat Hij specifiek tot dat landsdeel spreekt om Zijn heiligen te verbergen.

Laten wij eens gaan kijken zonder het aan elkaar te knopen, want er zijn nog een paar losse puzzelstukjes te zoeken:

1Th 4:17  Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. 

in de wolken: G3507
Original: νεφε‌λη
Transliteration: nephele‌
Phonetic: nef-el’-ay
Thayer Definition:
a cloud
used of the cloud which led the Israelites in the wilderness
Origin: from G3509
TDNT entry: 19:02,6
Part(s) of speech: Noun Feminine
Strong’s Definition: From G3509; properly cloudiness, that is, (concretely) a cloud: – cloud.

Exo 14:17  En Ik, zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren.
Exo 14:18  En de Egyptenaars zullen weten, dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik verheerlijkt zal worden aan Farao, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren.
Exo 14:19  En de Engel Gods, Die voor het heir van Israel ging, vertrok, en ging achter hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond achter hen.
Exo 14:20  En zij kwam tussen het leger der Egyptenaren, en tussen het leger van Israel; en de wolk was te gelijk duisternis en verlichtte den nacht; zodat de een tot den ander niet naderde den gansen nacht. 

Arendsvleugelen

Exo_19:4  Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb.

Geeft dit vers ook niet iets weer van de bescherming in vers: Rth_2:12  YHVH/De HEERE vergelde u uw daad en uw loon zij volkomen, van den HEERE, den God Israels, onder Wiens vleugelen gij gekomen zijt om toevlucht te nemen! Psa_36:8  Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen.

De vleugelen in deze drie verzen beschrijven het volgende:
כָּנָף
kânâph
kaw-nawf’
From H3670; an edge or extremity; specifically (of a bird or army) a wing, (of a garment or bed clothing) a flap, (of the earth) a quarter, (of a building) a pinnacle: –  + bird, border, corner, end, feather [-ed], X flying, + (one an-) other, overspreading, X quarters, skirt, X sort, uttermost part, wing ([-ed]).
Total KJV occurrences: 109

Tot het land van Moab en Edom wordt het volgende gesproken:

Jesaja 16: 3 Maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, en meldt den omzwervende niet.
4 Laat mijn verdrevenen onder u verkeren, o Moab! wees gij hun een schuilplaats voor het aangezicht des verstoorders; want de onderdrukker heeft een einde, de verstoring is te niet geworden, de vertreders zijn van de aarde verdaan.

Dan is het toch frappant dat van alle landen en gebieden die ene regio in Moab/Edom niet vertreden gaat worden:

Dan 11:16  Maar hij, die tegen hem komt, zal doen naar zijn welgevallen, en niemand zal voor zijn aangezicht bestaan; hij zal ook staan in het land des sieraads, en de verderving zal in zijn hand wezen. Dan 11:41  En hij zal komen in het land des sieraads, en vele landen zullen ter nedergeworpen worden; doch deze zullen zijn hand ontkomen, Edom en Moab, en de eerstelingen der kinderen Ammons. 

Het land des sieraads is de regio waar het huidige land Israel is:

Dan 11:41  He shall enterH935 also into the gloriousH6643 land,H776 and manyH7227 countries shall be overthrown:H3782 but theseH428 shall escapeH4422 out of his hand,H4480 H3027 even Edom,H123 and Moab,H4124 and the chiefH7225 of the childrenH1121 of Ammon.H5983 

Waar ligt die beschermde regio? Zoals ik zelf heb onderzocht, ligt dat gebied tussen Eilat en de Dode Zee, maar ik nodig u uit dat u dat zelf gaat onderzoeken,

In Hosea lees ik dat de overgeblevenen, die niets meer overhebben dan alleen zichzelf, gezien de beschrijving van de voorafgaande verzen van datzelfde hoofdstuk, in het dal van Achor gebracht worden alwaar YHVH tot hen allen gaat spreken.

Hos 2:13  Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken.
Hos 2:14  En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen harer jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland. 

Ook lees ik het volgende en waar doet dat besprenkelde ons aan denken?:

Isa_63:1  Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van Bozra? Deze, Die versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen.

Hoe Abba YHVH Zijn overgeblevenden van het zwaard daar gaat brengen, laat ik aan Hem over. De kinderen Israels die ons tot voorbeeld zijn, liepen als op adelaarsvleugelen gedragen, richting de echte berg Sinaï.

Jer_31:2  Zo zegt YHVH/de HEERE: Het volk der overgeblevenen van het zwaard heeft genade gevonden in de woestijn, namelijk Israel, als Ik henenging om hem tot rust te brengen.

Het is belangrijk om alle tekstaanhalingen in hun context te bestuderen.

Wat wil ik met dit schrijven bereiken?

Dat wij nuchter blijven en waakzaam. Vooral dichtbij het Woord blijven.De leringen die wij vroeger hebben aangehoord, misschien geadopteerd in onze beeldvorming eens nader onderzoeken. Dat heeft niets met angst te maken over allerlei mogelijke geruchten. Het heeft te maken met voorbereiding voor onszelf maar ook om anderen te helpen dichtbij het Woord van YHVH te blijven, want dát alleen maakt ons één in Yeshua.

Beproef mijn woorden!

@Hadassah


Een reactie plaatsen

Wat voor taak hebben wachters en wie stelt ze aan?

Steeds opnieuw de laatste tijd word ik bepaald bij het wachtersschap en ik denk dat de Geest van Heiligheid dat ingeeft omdat het nodig is om daarmee aan de slag te gaan, waar het verwaarloost wordt, ontbreekt of nog erger, men op eigen kundigheid vertrouwt in plaats van de Vader te vragen wie dat mag en kan zijn.

Vanmorgen kwamen de woorden: Wachter, wat is er van de nacht? Dát heb ik opgezocht en er de omschrijving bij gezocht.

Isa_21:11  De last van Duma. Men roept tot mij uit Seir: Wachter!(H48104) wat is er van den nacht? Wachter! wat is er van den nacht? Isa_21:12  De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt.

Wachter: H8104
שָׁמַר
shâmar
shaw-mar’
A primitive root; properly to hedge about (as with thorns), that is, guard; generally to protect, attend to, etc.: – beware, be circumspect, take heed (to self), keep (-er, self), mark, look narrowly, observe, preserve, regard, reserve, save (self), sure, (that lay) wait (for), watch (-man).
Total KJV occurrences: 468

Ik zal een aantal tekstaanhalingen erbij pakken waar het woord wachter in voor komt:

2Sa_18:24  David nu zat tussen de twee poorten; en de wachter ging op het dak der poort aan den muur, en hief zijn ogen op, en zag, en ziet, er liep een man alleen.
2Sa_18:25  Zo riep de wachter, en zeide het den koning aan; en de koning zeide: Indien hij alleen is, zo is er een boodschap in zijn mond; en hij ging al voort en naderde.
2Sa_18:26  Toen zag de wachter een anderen man lopende, en de wachter riep tot den poortier en zeide: Zie, er loopt nog een man alleen. Toen zeide de koning: Die is ook een boodschapper.
2Sa_18:27  Voorts zeide de wachter: Ik zie den loop des eersten aan, als den loop van Ahimaaz, Zadoks zoon. Toen zeide de koning: Dat is een goed man, en hij zal met een goede boodschap komen.

2Ki_9:17  De wachter nu stond op den toren te Jizreel, en zag den hoop van Jehu, als hij aankwam, en zeide: Ik zie een hoop. Toen zeide Joram: Neem een ruiter, en zend dien hunlieden tegemoet, en dat hij zegge: Is het vrede?
2Ki_9:18  En de ruiter te paard toog heen hem tegemoet, en zeide: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om naar achter mij. En de wachter gaf het te kennen, zeggende: De bode is tot hen gekomen, maar hij komt niet weder.
2Ki_9:20  En de wachter gaf dit te kennen, zeggende: Hij is tot aan hen gekomen, maar hij komt niet weder; en het drijven is als het drijven van Jehu, den zoon van Nimsi, want hij drijft onzinniglijk.

Psa_127:1  Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter.

Isa_21:5  Bereid de tafel, zie toe, gij wachter! eet, drink; maakt u op, gij vorsten, bestrijkt het schild!
Isa_21:6  Want aldus heeft de Heere tot mij gezegd: Ga heen, zet een wachter, laat hem aanzeggen, wat hij ziet.
Isa_21:11  De last van Duma. Men roept tot mij uit Seir: Wachter! wat is er van den nacht? Wachter! wat is er van den nacht?
Isa_21:12  De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt.

Eze_3:17  Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.
Eze_33:2  Mensenkind! spreek tot de kinderen uws volks, en zeg tot hen: Wanneer Ik het zwaard over enig land breng, en het volk des lands een man uit hun einden nemen, en dien voor zich tot een wachter stellen;
Eze_33:6  Wanneer daarentegen de wachter het zwaard ziet komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk niet is gewaarschuwd; en het zwaard komt, en neemt een ziel uit hen weg; die is wel in zijn ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van des hand des wachters eisen.
Eze_33:7  Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.

Dan_4:13  Ik zag verder in de gezichten mijns hoofds, op mijn leger; en ziet, een wachter, namelijk een heilige, kwam af van den hemel,

Er ligt een ernst in het op eigen houtje aanstellen, gezien de volgende woorden uit Ezechiël:

Eze_44:8  En gijlieden hebt de wacht van Mijn heilige dingen niet waargenomen; maar gij hebt uzelven enigen tot wachters Mijner wacht gesteld in Mijn heiligdom.

Isa_62:6  O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen!                                                                                         

Jer 4:16  Vermeldt den volke, ziet, doet het horen tegen Jeruzalem; daar komen hoeders uit verren lande; en zij verheffen hun stem tegen de steden van Juda.
Jer_4:17  Als de wachters der velden zijn zij rondom tegen haar; omdat zij tegen Mij wederspannig geweest is, spreekt de HEERE.
Jer_6:17  Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, zeggende: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren.

 De hoeders uit vers 16 hebben dezelfde taak en beschrijving als de wachter.

Brengt mij bij de woorden in Genesis 4:9 : ben ik mijns broeders hoeder…Inderdaad dezelfde betekenis als die van de wachter…onderzoek het zelf maar en neem er de Strongs bij en in de Hebreeuwse bijbel precies hetzelfde: השׁמרH8104Er gaat dus een grote verantwoordelijkheid van de door YHVH aangestelde wachter. Deze moet eigenschappen hebben, die denk ik, parallel lopen met die van de opziener.

Het is dus niet zo dat er zomaar iemand aangesteld kan worden, omdat een wachter ontbreekt. Deze moet tegen een stootje kunnen en te alle tijde bereid zijn YHVH’s Woord prioriteit te geven. Dat vraagt levenservaring en de bijbehorende inzichten, als trouw, geduld en inzet…

Wordt er regelmatig gesproken, uitgelegd, dat de roepingen en talenten in de gemeenschap aanwezig moeten kunnen functioneren? Wordt er ruimte gegeven dat men oefenen mag in deze talenten? Wordt er adequate aandacht gegeven aan de jongeren en jongvolwassenen, zodat zij het te Zijner tijd over kunnen nemen?

Bij verkeerd of ontbrekend wachtersschap lopen degenen die hen zijn toevertrouwd gevaar, want we weten van de dieven die over de muur klimmen en zich onder het volk vermengen. We hebben dat een keer meegemaakt. Er was een bijbels feest gaande in Drenthe. Op een avond kwam een man binnen waarvan wij wisten dat hij Yeshua ontkend had. De mensen in de zaal wisten er niets van. Wij kregen een onrustig gevoel en onze verantwoordelijkheid zette ons aan tot handelen. We wendden ons tot degenen die het organiseerden, maar in plaats van hem uit de zaal verwijderen, ging de een met de “liefde”een gesprek aan en een ander uit het team liep weg.

Wij allen die in Yeshua zijn, hebben ten alle tijde een verantwoordelijkheid want het is niet ons eigen feestje. Het moet de heiligheid van YHVH doorstaan -Galaten 3.

DE wapenrusting uit Efeze 5 staat ons ter beschikking en die hebben wij hard nodig. Vertrouwt op uw eigen inzicht niet – Spreuken 3:5-7.

Er ligt een profetische belofte in de volgende woorden voor de menigte van volkeren die door Yeshua tot de volgende taak worden gevormd:

Jer_31:6  Want er zal een dag zijn, waarin de hoeders op Efraims gebergte zullen roepen: Maakt ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot YHVH/ den HEERE, onzen Elohim!

Beproef mijn woorden!

@Hadassah


Een reactie plaatsen

YHVH’s voorwaarden voor een opziener

Bezorgdheid voor de lammetjes onder de gelovigen en zij die van verder weg komen, bracht mij tot schrijven over de opziener, een ouderwets woord voor iemand die het geheel overzien kan. Daar valt iedereen die verantwoordelijk is voor wie er binnenkomt in zijn of haar ruimte, waaronder huis en groter, om het Woord van YHVH te horen, samen te bespreken. Naast de onder ons meest bekende gemeente, kerk, ook de nevengroepen als huisgroep.

Waar moet een opziener aan voldoen?

1Ti_3:2  Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;

1Ti 3:3  Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig. 
1Ti 3:4  Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid; 
1Ti 3:5  (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?) 
1Ti 3:6  Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle. 
1Ti 3:7  En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in den strik des duivels. 

Tit_1:7  Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker;

Bescheiden, geen vechter…die zijn eigen huis wel regeert…zijn kinderen in onderdanigheid houdende met alle stemmigheid.

En wat te zeggen van vers 5!

Vers 5: Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?

Onlangs twee voorbeelden gehoord, waarvan de ene man des huizes geen verantwoordelijkheid droeg en de andere man zijn taken neerlegde omdat hij vond dat het in zijn gezin niet goed ging en hij geen goed voorbeeld kon zijn. Deze twee situaties zijn waargebeurd.

Waar vinden wij mannen en vrouwen die hun verantwoordelijkheid nemen, door nauwkeurig de voorwaarden door te nemen vanwege het voorbeeld wat zij zijn en welke verantwoordelijkheid zij hebben gekregen voor degenen die bij hen “in de leer” komen? Het van hen afkijken en dat weer door te geven aan hun gezinnen?

Ik weet van Nathan L, die geen voorganger wilde worden, maar door YHVH Zelf naar voren geschoven werd. Nathan schreef een hele lijst (1) van punten op, die men door kon nemen om te vernemen wat erbij komt kijken om opziener te zijn.

Zoals ik schreef is het de bezorgdheid dat ik tot dit schrijven kom, om de voorwaarden van YHVH te benoemen voor hen die of denken iets te starten als groep of gemeente. Daarom haal ik ter opscherping ook Ezechiël 34 aan.

In een quote van Efeze 4 vanaf vers 11 wordt aangehaald dat YHVH sommigen tot apostelen, sommigen tot apostelen, sommigen tot profeten, sommigen tot evangelisten, sommigen tot herders en sommigen tot leraars tot de volmaking der heilgen, tot het werk der bediening…tot opbouw van het lichaam van Yeshua. Lees ik over allerlei verschillende kerken die een andere naam dragen? Laten we lezen:

Eph 4:4  Eén lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping; 
Eph 4:5  Eén Heere, één geloof, één doop, 
Eph 4:6  Eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
 

Eén lichaam, één volk, één natie.

Eze 34:1  En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: 
Eze 34:2  Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israel; profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen Israels, die zichzelven weiden! zullen niet de herders de schapen weiden? 
Eze 34:3  Gij eet het vette, en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet. 
Eze 34:4  De zwakke sterkt gij niet, en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet, en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen met strengheid en met hardigheid. 
Eze 34:5  Alzo zijn zij verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn als het wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl zij verstrooid waren. 
Eze 34:6  Mijn schapen dolen op alle bergen en op allen hogen heuvel, ja, Mijn schapen zijn verstrooid op den gansen aardbodem; en er is niemand, die er naar vraagt, en niemand, die ze zoekt. 


Eze 34:7  Daarom, gij herders! hoort YHVH’s/ des HEEREN woord! 
Eze 34:8  Zo waarachtig als Ik leef, spreekt Meester YHVH/de Heere HEERE, zo Ik niet! Omdat Mijn schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al het wild gedierte des velds tot spijze geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders naar Mijn schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij niet; Eze 34:9  Daarom, gij herders! hoort YHVH’s/ des HEEREN woord! 
Eze 34:10  Alzo zegt Meester YHVH/ de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan de herders, en zal Mijn schapen van hun hand eisen, en zal ze van het weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders zichzelven niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet meer tot spijze zullen zijn. 

Eze 34:11  Want zo zegt Meester YHVH/ de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen, en zal ze opzoeken. 
Eze 34:12  Gelijk een herder zijn kudde opzoekt, ten dage als hij in het midden zijner verspreide schapen is, alzo zal Ik Mijn schapen opzoeken; en Ik zal ze redden uit al de plaatsen, waarhenen zij verstrooid zijn, ten dage der wolke en der donkerheid. 
Eze 34:13  En Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen Israels, bij de stromen en in alle bewoonbare plaatsen des lands. 
Eze 34:14  Op een goede weide zal Ik ze weiden, en op de hoge bergen Israels zal hun kooi zijn; aldaar zullen zij nederliggen in een goede kooi, en zullen weiden in een vette weide, op de bergen Israels. 
Eze 34:15  Ik zal Mijn schapen weiden, en Ik zal ze legeren, spreekt Meester YHVH/de Heere HEERE. 
Eze 34:16  Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. 
Eze 34:17  Want gij, o Mijn schapen! Meester YHVH/de Heere HEERE zegt alzo: Ziet, Ik zal richten tussen klein vee en klein vee, tussen de rammen en de bokken. 
Eze 34:18  Is het u te weinig, dat gij de goede weide afweidt? Zult gij nog het overige uwer weide met uw voeten vertreden? En zult gij de bezonkene wateren drinken, en de overgelatene met uw voeten vermodderen? 
Eze 34:19  Mijn schapen dan, zullen zij afweiden, wat met uw voeten vertreden is, en drinken, wat met uw voeten vermodderd is? 
Eze 34:20  Daarom zegt Meester YHVH/de Heere HEERE alzo tot hen: Ziet Ik, ja, Ik zal richten tussen het vette klein vee, en tussen het magere klein vee. 
Eze 34:21  Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid hebt; 
Eze 34:22  Daarom zal Ik Mijn schapen verlossen, dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik zal richten tussen klein vee en klein vee. 
Eze 34:23  En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn. 
Eze 34:24  En Ik, YHVH/de HEERE, zal hun tot een God zijn; en Mijn knecht David zal Vorst zijn in het midden van hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. 

Yeshua is ons aller Voorbeeld. Hij gaf Zijn leven voor Zijn schapen en Zijn schapen horen Zijn Stem.

(1) Nathan L:https://hoshanarabbah.org/blog/2020/09/15/what-you-need-to-know-before-starting-a-congregation/

Beproef mijn woorden!

@Hadassah


Een reactie plaatsen

Want zij zijn een wederspannig huis…

Blijft in hetgeen gij geroepen bent en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen…

Blijft

Versterk het overige…

Wachter zijn is verantwoordelijkheid nemen waar wij verkeren…. en zijn wij allen niet tot wachters geroepen om medeverantwoordelijk te zijn voor wat er gebeurt om ons heen.

of denken wij met Kaïn vrijuit te gaan met de woorden “Ben ik mijns broeder hoeder?”

Een ondankbaar werk omdat men niet geliefd is bij mensen die zich niet daadwerkelijk willen onderwerpen aan YHVH. Zij keren zich, maar niet tot de Allerhoogste, lees ondermeer Ezechiël 3:

Eze 3:20  Als ook een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afkeert, en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. 
Eze 3:21  Doch als gij den rechtvaardige waarschuwt, opdat de rechtvaardige niet zondige, en hij niet zondigt; hij zal zekerlijk leven, omdat hij gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd. 

Eze 3:27  Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt Meester YHVH/de Heere HEERE, wie hoort, die hore, en wie het laat, die late het; want zij zijn een wederspannig huis. 

Wederspannig…

Hos_7:8  Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd;                              Hos 7:9  Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet. 
Hos 7:10  Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot YHVH/den HEERE, hun God, noch Hem zoeken in alle deze. 
Hos 7:11  Want Efraim is als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, zij gaan henen tot Assur. 
Hos 7:12  Wanneer zij zullen henengaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden, Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. Ik zal ze tuchtigen, gelijk gehoord is in hun vergadering. 
Hos 7:13  Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen Mij. 
Hos 7:14  Zij roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen op hun legers; om koren en most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven tegen Mij. 
Hos 7:15  Ik heb hen wel getuchtigd, en hunlieder armen gesterkt; maar zij denken kwaad tegen Mij. 
Hos 7:16  Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste, zij zijn als een bedriegelijke boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap hunner tong; dit is hunlieder bespotting in Egypteland. 

Wederspannigheid laat zich niet vrijwillig onderwerpen.

Vers 7: “om koren en most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven Mij”….

Wat het woord zegt…verzamelen vanwege de zegen…voor henzelf. Dat is verkeerde motivatie en zal de loutering van YHVH niet kunnen doorstaan.

Efraïm, het is een naam, een begrip waarlangs een belofte loopt vanaf Genesis tot en met het boek Openbaring, mogelijk gemaakt én ontsloten door Yeshua. In Galaten 3 lezen we wij door genade zaad door Yeshua mogen zijn en naar de beloftenis erfgenamen en hoewel veel mensen die zegen pakken, vragen zij toch niet aan de Allerhoogste, wat Hij ermee wil zeggen. Er ligt nog een taak, waarvan ondermeer de brief Romeinen spreekt. Juda zal door een volk wat geen volk was tot naijver worden gewekt, maar dat geen-volk is nog geen volk…wanneer wél?

Er is meer één weg om uit de verwarring te komen en dat is bereid zijn echt en oprecht Hem te willen kennen en Hem toestaan ons te vormen.

Mensen, die komen om te horen, zijn moe geworden van religie en ellende, maar zij hebben veelal niet geleerd zelf en persoonlijk Abba Vader te vragen wat Hij persoonlijk van hen wil. Dat wordt niet goed geleerd in de plaatsen waar zij gewoonlijk samenkomen. Er is altijd wel een spreker uitgenodigd en een dienst. Maar het item om tot inzicht te komen en de hand aan de ploeg te slaan, niet om te kijken, wordt zelden gehoord.

Uit het Woord lees ik dat Hij Zich een volk wil verzamelen. Eén volk. Zijn kinderen Israels, die zich zullen gedragen overeenkomstig Zijn gedragsregels, zodat wij alle last en zonde los kunnen laten, vernieuwd worden van dag tot dag.

Het zijn geen eenmanszaakjes of franchiseondernemers. Degenen die het van Hem verstaan zullen vanuit nationaal gedrag spreken en handelen.

Nu is het nog zo dat velen spreken vanuit zichzelf en niet vanuit collectief.

Het collectief dat uitmondt in het openbaar worden van Elohims zonen.

Wat kiezen wij?

YHVH’s volk en collectief te zijn of een naar werelds polyconcept van eigen opgezette koninkrijkjes?

Eén is uw Meester. En Dezelve heeft gegeven…

Laten we het Hem vragen wat ons aandeel is en Hem ook een door Hem ingegeven bevestiging vragen,zodat wij zeker weten dat Hij wil wat wij doen zullen!

Eph 4:11  En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; 
Eph 4:12  Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus; 
Eph 4:13  Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus; 
Eph 4:14  Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; 
Eph 4:15  Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Yeshua de Messias/Christus; 
Eph 4:16  Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijn maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde. 

Vader, maak ons één volk op Uw voorwaarden.

Psa 80:1  Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf. 
Psa 80:2  O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende. 
Psa 80:3  Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing. 
Psa 80:4  O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. 

Amen!

@Hadassah

Beproef mijn woorden.


Een reactie plaatsen

YHVH’s vrede contra menselijke verwarring

1Co_14:33  Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
Jas_3:16  Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel.

Er is verwarring én dwaling en velen raken verontrust, anderen erin verstrikt…slechts van enkelen vernemen we inzicht en onderscheidingsvermogen vanuit de Geest der Heiligheid.

Wat wordt er gemist?

Kennis, wijsheid en inzicht vanuit Geest der Waarheid.

Waarom wordt de verwarring en dwaling toegelaten?

Omdat Abba YHVH Zijn familie wil verzamelen en alleen zij die zuivere en genoeg olie bij zich hebben of er voor kiezen dat tot elke prijs te willen ontvangen, zullen zowel de verwarring alswel de dwaling doorzien en alles op alles zetten om zelf het smalle pad te vervolgen en daarnaast anderen aansporen hetzelfde te doen.

Het gemixte zorgt voor verwarring en Abba’s Waarheid is zuiver. Hij staat de mix niet toe, omdat Hij de Eerste en Enige wil zijn in het middelpunt van ons bestaan.

Er is weinig of geen kennis over de effecten vanuit de geest of de ziel.

Eten van de boom der kennis viert hoogtij, daarbij gaat men voorbij aan de hartsrelatie die broodnodig is in de dagen die komen. Met kennis vanuit ‘de fysieke natuur’ verrijkt onze geest zich niet.

Dag aan dag komen er zaken en situaties voorbij, die aangeven dat we nú echt werk moeten maken van de keuze om Yeshua de Messias in het centrum van ons bestaan moeten plaatsen en zonodig belijden en bekeren van verwaarlozing.

Hij, de Bruideom, spoort ons aan alle idolen los te laten, af te leggen en voortaan op Zijn Geest van Heiligheid steunen, zodat Hij rechtstreeks tot ons spreken kan.

Er zal zuiver wachtersschap moeten komen, die al gevormd zijn en standvastig.

We zullen collectief moeten gaan denken en handelen vanuit volk zijn, want dat is het overblijfsel, dat zich uitstrekt naar Zijn verlossing.

Tot dan laat Hij collectief steeds lastig wordende omstandigheden toe (het is toch immers wereldwijd?) om Zijn verstrooide kinderen te helpen Zijn bescherming te verkiezen bóven Egypte (de mens). Als we omdenken, zien we dat de verlossing nabij is en dat houdt in dat Yeshua’s wederkomst nadert….

Onze vaders en moeders in Zijn Israel gingen ons voor in het horen naar Zijn Stem voor hun leven:

Heb 11:1  Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. 
Heb 11:2  Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen. 
Heb 11:3  Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. 
Heb 11:4  Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kain, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. 
Heb 11:5  Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. 
Heb 11:6  Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken. 
Heb 11:7  Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. 
Heb 11:8  Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou. 
Heb 11:9  Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte. 
Heb 11:10  Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. 
Heb 11:11  Door het geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht, Die het beloofd had. 
Heb 11:12  Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, zovelen in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk ontallijk is. 
Heb 11:13  Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. 
Heb 11:14  Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. 
Heb 11:15  En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; 
Heb 11:16  Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. 
Heb 11:17  Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd, 
Heb 11:18  (Tot denwelkengezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken
Heb 11:19  Waaruit hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft. 
Heb 11:20  Door het geloof heeft Izak zijn zonen Jakob en Ezau gezegend aangaande toekomende dingen. 
Heb 11:21  Door het geloof heeft Jakob, stervende, een iegelijk der zonen van Jozef gezegend, en heeft aangebeden, leunende op het opperste van zijn staf. 
Heb 11:22  Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israels, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente. 
Heb 11:23  Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet. 
Heb 11:24  Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genoemd te worden; 
Heb 11:25  Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; 
Heb 11:26  Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons. 
Heb 11:27  Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke. 
Heb 11:28  Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds, opdat de verderver der eerstgeborenen hen niet raken zou. 
Heb 11:29  Door het geloof zijn zij de Rode zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars, ook verzoekende, zijn verdronken. 
Heb 11:30  Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe omringd waren geweest. 
Heb 11:31  Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen. 
Heb 11:32  En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten; 
Heb 11:33  Welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt; 
Heb 11:34  De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht; 
Heb 11:35  De vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. 
Heb 11:36  En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; 
Heb 11:37  Zijn gestenigd geworden, in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht; hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk gehandeld zijnde; 
Heb 11:38  (Welker de wereld niet waardig was) hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in holen der aarde. 
Heb 11:39  En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen; 
Heb 11:40  Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. 

Php 4:6  Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; 
Php 4:7  En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus. 
Php 4:8  Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt datzelve; 
Php 4:9  Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn. 

Beproef mijn woorden!

@Hadassah


1 reactie

Koninklijk priesterschap

Wat ligt er verborgen in het opschrift en vinden wij deze term ook in het eerste verbond?

Terwijl ik de tekstverwijzingen zowel in het eerste alswel in het vernieuwde verbond opzoek, valt mij wat op. Melchizedek komt op bezoek bij Abraham als koing en priester. Hij zegt hem dat Abraham een vader gaat worden van vele volkeren/melo hagoyim door de beloofde zoon Izaäk, die geboren wordt uit de belofte.

Gen_14:18  En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.

Heb_7:1  Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester des Allerhoogsten Gods, die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende;

Voorafgaand aan de ontmoeting bij de berg, krijgt Mozes (Moshe) instructies en de belofte dat wanneer het volk inclusief vreemdelingen (vermengd volk wat met hen optrok) YHVH’s inzettingen nauwkeurig (naarstiglijk) zult gehoorzamen zij een priesterlijk koninkrijk en een heilig volk zullen zijn, maar het gaat vreselijk mis bij het gouden kalf, waardoor er een tussentijdse offerdienst wordt ingesteld, die later door dat Ene Offerlam wordt vervangen. Zie daarvoor het boek Hebreeën 8 tm 10.

Exo 19:5  Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; 
Exo 19:6  En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult. 
Exo 19:7  En Mozes kwam en riep de oudsten des volks, en stelde voor hun aangezichten al deze woorden, die de HEERE hem geboden had. 
Exo 19:8  Toen antwoordde al het volk gelijkelijk, en zeide: Al wat YHVH/de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden des volks weder tot YHVH/den HEERE. 

Yeshua kwam om voor dat ene volk der belofte, dat gescheiden door ongerechtigheid van elkaar verder leefde in de verstrooiing en niet zelf dat ene heilige volk kon worden. Waarom één volk en niet twee of drie?

Het geheimenis van het huwelijk ontworpen in de hof van Eden werpt de schaduw vooruit van die ene Man en die ene vrouw, welke wij oa in Maleachi 2 terugvinden en in Efeze 5:

Mal 2:15  Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij des geestes overig had? En waarom maar dien enen? Hij zocht een zaad Gods. Daarom, wacht u met uw geest, en dat niemand trouwelooslijk handele tegen de huisvrouw zijner jeugd.                                                                                                                                                                                Eph 5:31  Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. 
Eph 5:32  Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Yeshua de Messias/Christus en op de Gemeente. 

Door het verlossingswerk van Yeshua waarvan de contouren in de profeten een glimp geven van wat nog komen gaat, is het hele plan van YHVH als een fundament neergelegd. Het bouwen aan het herstel gaat volgens Vaders plan. Alle denominaties, groeperingen, termen, leringen worden aan een reinigingsproces onderworpen zodat er straks één volk zal zijn dat hun Koning en Priester verlangend terugverwacht.

Zie 1 Petrus 2 vers 9 en 10…we lezen ipv allerlei uitleggingen over wie vreemdeling of bloedverwant of wat dan ook is:

Uitverkoren geslacht

Koninklijk Priesterdom

heilig volk

verkregen volk

die eertijds geen volk meer was, maar NÚ YHVH’s volk is (geworden)

eertijds niet ontfermd was, maar nu ontfermd geworden is

1Pe 2:9  Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; 
1Pe 2:10  Gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. 

Dát volk is de vrouwe die gekozen is waarvan de ultieme bruiloft nog vervuld gaat worden.

Joh_10:16  Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder.

Heel belangrijk is het om de profetische lijnen uit YHVH’s geschreven Woord dé prioriteit te geven boven alle andere uitleggingen.

Hij kan het weten, want Hij maakte dit plan en door ons falen, kwam Yeshua om in de bres te staan. Dat is volgens het plan. De Man beschermt de vrouw en geeft desnoods Zijn leven. Deze karaktereigenschap ligt in de Namen verweven en wij mogen leren bij de Meester, Die ons in Johannes 14:26 de Helper beloofde om ons bij te staan de Waarheid van het Woord te leren. Géén andere Waarheid leert Hij ons.

Als Hij onze Man en Maker is, komt Hem die eer en lof toe.

Dank U Abba YHVH voor het onderwerp dat ik met de hulp van Uw Geest mocht verwoorden. Moge het vrucht dragen…

Beproef mijn woorden!

@Hadassah

Wordt vervolgd met wat de taak van dat koninklijk priesterschap is.


Een reactie plaatsen

Levensheiliging omwille van…

De titel omhelst een begrip die mij al een poosje bezighoudt.

Mij bereiken berichten dat er bij sommigen geen overwinning te bespeuren valt, alhoewel er actief gebeden wordt voor noden.

Ook verneem ik van anderen dat ergens elders men elkaar de hand boven het hoofd houdt terwijl buitenstaanders duidelijk verkeerde dingen bespeuren. Dat geeft een verkeerd getuigenis af.

Als ik willekeurige onderwijzingen lees of beluister, valt het me op dat begrippen als gehoorzaamheid, afleggen van eigengerechtigheid, geestelijk voorbereid worden, achterwege of nauwelijks aangehaald worden.

Zou het daarom komen dat er zo weinig overwinning plaats vindt?

Overwinning is niet persé een zegen in het materiële, maar eerder en veel belangrijker in het immateriële.

Vandaag las ik een stukje van een zus die eveneens Yeshua belijdt en haar schrijven was exact wat ik bespeur.En zo werd ik aangemoedigd dit onderwerp naar voren te halen.

Een plaats waar niet over zonde gesproken wordt en mensen geen bijbelse kennis hebben, dat is geen goede plek. Omdat mensen zich niet daadwerkelijk bekeren, vanwege het ontbreken hoe zich te bekeren, ligt de boze op de loer om met nog meer impact te komen en dan ben je slechter af dan voorheen. – Mattheüs 12:44.

Zo’n plek waar men niet praat over levensheiliging, zoekt geen persoonlijke groei, maar kwantiteit.

Jas 5:14  Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam van YHVH/des Heeren. 
Jas 5:15  En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en Elohim/de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden. 
Jas 5:16  Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel. 

Om de komende tijd staande te blijven en overwinning te hebben in alle opzichten is het van het grootste belang de bijbelse richtlijnen serieus te nemen.

Het is niet populair om door geestelijke onderscheiding oneffenheden te gaan zien welke bij voortzetting scheuren gaan vertonen.

Het is niet gemakkelijk om zaken aan te halen die bij de voorbereiding om de komende koning te ontmoeten in de weg staan.

En toch, het zou toch gewoon moeten kunnen, dat we allen zelf zouden nadenken en afleggen alle last en zonde die ons zo lichtelijk omringt…

Heb_12:1  Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is;

Ik las eens een soort gelijkenis in een boekje over dankzegging:

De auteur zag een groep mensen staan bij een trap. Ze probeerden de trap omhoog te gaan, die bovenaan een prachtige plaats liet zien. Hij kreeg de gedachte bij elke trede YHVH te danken. Dat ging in het begin erg makkelijk. Velen konden de eerste treden makkelijk omhoog. Gaandeweg werd het moeilijker vanwege groeiende zware omstandigheden. De vele mensen op de trap hielden hun tred in of bleven staan, gingen niet verder. Enkelen konden verder door volhardend te blijven danken, totdat een donkere dichte mist hun het zicht ontnam. Van de enkelen bleven er achter en de schrijver dwong zichzelf te blijven danken in alles, zich voornemende verder omhoog te gaan. Het ging steeds langzamer maar volhardend tegen alles in, ja ook zijn verstand en gevoelen, kwam hij dankend boven alwaar hem de staat van overwinning gegeven werd.

De schrijver kreeg een les mee, die hij deelde en ikzelf heb zijn ondervinding regelmatig toegepast met hetzelfde resultaat.

1Th 5:18  Dankt God in alles; want dit is de wil van YHVH in Yeshua de Messias/Christus Jezus over u. 

1Th 5:16  Verblijdt u te allen tijd. 
1Th 5:17  Bidt zonder ophouden. 
1Th 5:18  Dankt YHVH in alles; want dit is de wil van YHVH in Yeshua de Messias/Christus Jezus over u. 
1Th 5:19  Blust den Geest niet uit. 
1Th 5:20  Veracht de profetieen niet. 
1Th 5:21  Beproeft alle dingen; behoudt het goede. 
1Th 5:22  Onthoudt u van allen schijn des kwaads. 
1Th 5:23  En de YHVH/God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Yeshua haMasshiach/Heere Jezus Christus. 
1Th 5:24  Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.

Vanmorgen kwam een link voorbij van een soort animatie over wie eigenaar is in ons leven…

Is dat Yeshua of zijn wij het zelf die de regie in handen houden?

Misschien een kinderlijke vertoning met termen die wij niet kennen, maar de kern heeft niet aan actualiteit afgedaan.

.https://www.youtube.com/watch?v=Xqd7AE0x8DI

Het hart van Abba YHVH is verlangend en Hij reikt uit naar hen die Hem van harte willen dienen. Die alles verkopen willen voor die ene parel uit de gelijkenis aangaande het Koninkrijk.

Het is niet voldoende gezellig de shabbat te houden of de bijbelse feesten. Ook het gezellig samenkomen op zich zal ons niet staande houden in de dagen van beproeving.

De gezelligheid die vrijkomt is hét gevólg van gehoorzaamheid en vrijwillig loslaten om Zijn Koninkrijk te beërven. Niet andersom.

De nauwe weg laat geen ruimte voor het vasthouden van zaken waarvan wij diep in ons hart weten dat zij ons hinderen in onze relatie met de Vader.

Laten wij in deze tijd in opgang naar dag der bazuinen, dag der verzoeningen en loofhuttenfeest nadenken over de kostprijs om het doel te halen. En tevens bedenken dat de kinderen Israels van destijds ons tot voorbeeld dienen: 1 Corinthe 10.

Hebreeën 12.

Mat 25:1  Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet. 
Mat 25:2  En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen. 
Mat 25:3  Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie met zich. 
Mat 25:4  Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen. 
Mat 25:5  Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap. 
Mat 25:6  En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! 
Mat 25:7  Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. 
Mat 25:8  En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. 
Mat 25:9  Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven. 
Mat 25:10  Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. 
Mat 25:11  Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open! 
Mat 25:12  En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. 
Mat 25:13  Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal

photo_2022-09-23_12-59-31


1 reactie

Is Hij onze eerste liefde?

Bijbelse feesten contra menselijk ingestelde dagen.

Heilig

Eerste liefde

Eenzijdig verbond van de Man

Ijzer wordt met ijzer gescherpt, zo scherpt de ene mens de andere.

Recentelijk een goede samenspraak over verjaar/vader/moederdag en aanverwante dagen met hun kleurrijke invullingen.

Misschien kan men er ook de christelijke feestdagen onder scharen, omdat die data niet de gezette tijden van YHVH zijn.

-Mijn overweging om aan de mensendagen geen aandacht meer te geven, is om de aandacht in de eerste plaats aan de bijbelse feesten te geven, omdat deze de gezette tijden zijn die bij het huwelijksverbond horen die de Bruidegom ons voorleefde. Niet naar de traditie der schriftgeleerden, maar naar de volheid van het Woord ondersteund door de Geest van Heiligheid.

Want zeg nu zelf..hoe vaak horen wij niet dat men bijvoorbeeld eerder weg moet om jaardag van iemand te vieren, ook wel notabene op de apart gezette shabbat. Dat is toch n mix? Hoe kunnen wij zeggen dat dan de shabbat een apart gezette dag is?

-Een ander argument dat ik de gebruikelijke jaarlijks terugkerende mensendagen niet vier (ook niet bij iemand anders) is, dat hoe je het ook wend of keert, de overwegende aandacht naar de mens gaat en niet naar YHVH. Dat is logisch omdat het een menselijke inzetting is en niet die van YHVH.

De eerste liefde:

Rev 2:2  Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden; 
Rev 2:3  En gij hebt verdragen, en hebt geduld; en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden. 
Rev 2:4  Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. 
Rev 2:5  Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert. 
Rev 2:6  Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaieten haat, welke Ik ook haat. 
Rev 2:7  Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is. 

Eenzijdig verbond van YHVH met Abraham om de volkeren in te sluiten in het verbond, waarvan YHVH wist dat een mens dat verbond kan breken en Hij daarom t eenzijdig sloot.

We weten dat het volk zelf het verbond brak en nadat het rijk in tweeën splitste na Salomo, veranderde het noordelijk rijk ook nog es de gezette tijden in mensendagen. Dat wil zeggen dat zij hun eigen data maakten in plaats van Vaders gezette tijden aanhielden.

Wij zijn nazaten…zou het ons niet net zo gemakkelijk afgaan af te wijken? Valt de figuurlijke appel van de volkeren ook niet ver van de aardse-vaders-boom? Getuige de geschiedenis zouden wij geen uitzondering zijn en toch is daar de lokroep “Gij geheel anders…”.

Wij werden gered door het verlossingswerk van Yeshua. In die vrijgekomen blijdschap waren we vol van dat geschenk…maar hebben wij wel nagedacht dat toewijding iets van onszelf betekent?

Toewijding om de wereld om ons heen te laten zien dat wij in ondertrouw zijn, uitziende op de bruiloft. Toewijding om de Man op de eerste plaats te zetten, zodanig dat het anderen opvalt dat wij geen andere goden voor Zijn Aangezicht hebben.

De veranderde tijden door Jerobeam leverde het volk een scheidbrief op…wat als de mensendagen plaats maken voor YHVH’s gezette tijden in de zin van de aandacht die eraan gegeven wordt.

Zou Hij niet jaloers worden? Hij, Die de eerste plaats in ons leven wil? Hij, Die wil dat onze aandacht allereerst naar Hem uitgaat en het Hem vragen om raad om wat te doen en wat te laten?

Als in Deuteronomium wordt geschreven  over onze functie: Exo_19:6  En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult.

Rev 1:5  En van Yeshua de Messias/Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed. 
Rev 1:6  En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. 

Terug naar de eerste liefde en onze toewijding tonen, die offers inhouden, want apart gezet willen worden strijkt regelmatig tegen de haren in.

In dit schrijven blijf ik erbij dat ik deel en dat een ieder zelf te rade moet gaan bij Zijn Redder en vragen wat Hem welgevallig is

Dan krijgt Hij de eerste plaats, die Hem toekomt.

Ik pleit voor teruggaan naar de eerste liefde. Dat Hij opnieuw de eerste plaats krijgt. Niet in woorden,maar in daden. Dat is shema.

Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken -Spreuken 3:6.

Ik sluit met een gedachte die ik vandaag uitte:

“Ik kom nog even terug op de mensendagen,ongeacht de afkomst. Wat mijn eerste en doorslaggevende motief is om ze geen aandacht te geven door ze niet te doen, is dat ik me destijds realiseerde dat de bijbelse feesten er niet zo uitsprongen zoals verjaar/moeder/vaderdag en dergelijke. Met het opgeven van de mensendagen wilde ik de bijbelse feesten hoofdzaak maken ( Yeshua op de eerste plaats) en daar mn creativiteit op loslaten omdat de bijbelse feesten de feesten van onze Bruidegom Yeshua zijn. Ik wil gewoon dat de buitenwereld het verschil gaat zien in mijn leven en ik hoop in dat van anderen. Zodat de maatschappij gaat merken dat we iets hebben wat zij met al hun mensendagen niet ervaren. Bijbelse feesten zijn heilige apart gezette tijden, die we bijbelse feesten moeten laten zijn en niet invullen met gewoonten van mensendagen. Ik pleit voor teruggaan naar de eerste liefde toen we barstensvol toewijding waren en niet konden stoppen het over onze redding te hebben en Degene Die Borg voor ons staat.

We hebben een taak om de buitenwereld te lokken en na de volkeren is het huis van Judah aan de beurt. Ik lees de volgorde oa in de Romeinenbrief.

Laat ons dicipelen worden en geen navolgers van andere mensen,ook niet van mij.En dicipelen gaan maken,getuige de opdracht in Efeze 4.

Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Beproef de geesten of zij uit YHVH zijn,zo ook mij alsjeblieft en laat t me weten. Dank.”

Joh 3:30  Hij moet wassen, maar ik minder worden. 
Joh 3:31  Die van boven komt, is boven allen; die uit de aarde is voortgekomen, die is uit de aarde, en spreekt uit de aarde. Die uit den hemel komt, is boven allen. 

@Hadassah