Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Want zij zijn een wederspannig huis…

Blijft in hetgeen gij geroepen bent en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen…

Blijft

Versterk het overige…

Wachter zijn is verantwoordelijkheid nemen waar wij verkeren…. en zijn wij allen niet tot wachters geroepen om medeverantwoordelijk te zijn voor wat er gebeurt om ons heen.

of denken wij met Kaïn vrijuit te gaan met de woorden “Ben ik mijns broeder hoeder?”

Een ondankbaar werk omdat men niet geliefd is bij mensen die zich niet daadwerkelijk willen onderwerpen aan YHVH. Zij keren zich, maar niet tot de Allerhoogste, lees ondermeer Ezechiël 3:

Eze 3:20  Als ook een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afkeert, en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. 
Eze 3:21  Doch als gij den rechtvaardige waarschuwt, opdat de rechtvaardige niet zondige, en hij niet zondigt; hij zal zekerlijk leven, omdat hij gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd. 

Eze 3:27  Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt Meester YHVH/de Heere HEERE, wie hoort, die hore, en wie het laat, die late het; want zij zijn een wederspannig huis. 

Wederspannig…

Hos_7:8  Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd;                              Hos 7:9  Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet. 
Hos 7:10  Dies zal de hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot YHVH/den HEERE, hun God, noch Hem zoeken in alle deze. 
Hos 7:11  Want Efraim is als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, zij gaan henen tot Assur. 
Hos 7:12  Wanneer zij zullen henengaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden, Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. Ik zal ze tuchtigen, gelijk gehoord is in hun vergadering. 
Hos 7:13  Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik zou hen wel verlossen, maar zij spreken leugenen tegen Mij. 
Hos 7:14  Zij roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen op hun legers; om koren en most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven tegen Mij. 
Hos 7:15  Ik heb hen wel getuchtigd, en hunlieder armen gesterkt; maar zij denken kwaad tegen Mij. 
Hos 7:16  Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste, zij zijn als een bedriegelijke boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap hunner tong; dit is hunlieder bespotting in Egypteland. 

Wederspannigheid laat zich niet vrijwillig onderwerpen.

Vers 7: “om koren en most verzamelen zij zich, maar zij wederstreven Mij”….

Wat het woord zegt…verzamelen vanwege de zegen…voor henzelf. Dat is verkeerde motivatie en zal de loutering van YHVH niet kunnen doorstaan.

Efraïm, het is een naam, een begrip waarlangs een belofte loopt vanaf Genesis tot en met het boek Openbaring, mogelijk gemaakt én ontsloten door Yeshua. In Galaten 3 lezen we wij door genade zaad door Yeshua mogen zijn en naar de beloftenis erfgenamen en hoewel veel mensen die zegen pakken, vragen zij toch niet aan de Allerhoogste, wat Hij ermee wil zeggen. Er ligt nog een taak, waarvan ondermeer de brief Romeinen spreekt. Juda zal door een volk wat geen volk was tot naijver worden gewekt, maar dat geen-volk is nog geen volk…wanneer wél?

Er is meer één weg om uit de verwarring te komen en dat is bereid zijn echt en oprecht Hem te willen kennen en Hem toestaan ons te vormen.

Mensen, die komen om te horen, zijn moe geworden van religie en ellende, maar zij hebben veelal niet geleerd zelf en persoonlijk Abba Vader te vragen wat Hij persoonlijk van hen wil. Dat wordt niet goed geleerd in de plaatsen waar zij gewoonlijk samenkomen. Er is altijd wel een spreker uitgenodigd en een dienst. Maar het item om tot inzicht te komen en de hand aan de ploeg te slaan, niet om te kijken, wordt zelden gehoord.

Uit het Woord lees ik dat Hij Zich een volk wil verzamelen. Eén volk. Zijn kinderen Israels, die zich zullen gedragen overeenkomstig Zijn gedragsregels, zodat wij alle last en zonde los kunnen laten, vernieuwd worden van dag tot dag.

Het zijn geen eenmanszaakjes of franchiseondernemers. Degenen die het van Hem verstaan zullen vanuit nationaal gedrag spreken en handelen.

Nu is het nog zo dat velen spreken vanuit zichzelf en niet vanuit collectief.

Het collectief dat uitmondt in het openbaar worden van Elohims zonen.

Wat kiezen wij?

YHVH’s volk en collectief te zijn of een naar werelds polyconcept van eigen opgezette koninkrijkjes?

Eén is uw Meester. En Dezelve heeft gegeven…

Laten we het Hem vragen wat ons aandeel is en Hem ook een door Hem ingegeven bevestiging vragen,zodat wij zeker weten dat Hij wil wat wij doen zullen!

Eph 4:11  En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; 
Eph 4:12  Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus; 
Eph 4:13  Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus; 
Eph 4:14  Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; 
Eph 4:15  Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Yeshua de Messias/Christus; 
Eph 4:16  Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijn maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde. 

Vader, maak ons één volk op Uw voorwaarden.

Psa 80:1  Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf. 
Psa 80:2  O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende. 
Psa 80:3  Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing. 
Psa 80:4  O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. 

Amen!

@Hadassah

Beproef mijn woorden.


Een reactie plaatsen

Blust de Geest niet uit…

Ze kwam wekelijks naar de lokatie waar mensen uit allerlei landen verzameld waren om al dan niet toegelaten te worden. En wilde helpen waar nodig met de mogelijkheden die er waren. Het waren voornamelijk mensen richting het midden oosten waar ze makkelijk contact mee had. Ze zag de noden en was vrijmoedig om te vertellen dat zij een bijbelgelovige was, de shabbat vierde, Yeshua belijdde en dat zij ook voor hun noden bidden kon. Maar ze voelde zich regelmatig onbeholpen omdat ze én een vrouw was en er alleen was met haar jonge zoon van drie jaar. Van binnen hoopte ze op assistentie, niet omdat haar de vrijmoedigheid ontbrak, maar omdat ze dacht niet capabel genoeg te zijn.

Week aan week ging ze, sprak ze, bemoedigde ze (hoopte ze) en bad ze voor de noden, wanneer ze onderweg of thuis was,van de mensen die ze ontmoette en die haar God, YHVH, niet kende. De weken werden jaren.

Op een bijeenkomst, waar ze de bijbel openden, hoorde ze een vrouw haar naam zeggen en deze vrouw vertelde haar dat zij een boodschap van de Vader op haar hart gekregen had voor haar. Wat ze toen hoorde, was precíés waar ze mee liep. Dat ze alleen haar kleine jongen bij zich had,terwijl haar man aan het werk was. De bemoediging was dat zij nooit meer hoefde te twijfelen als zij alleen op pad tussen de mensen die Hem niet kenden, noden hadden en wat dies meer, maar dat de Vader precies alles zou geven, toe zou rusten met wat nodig was op de plaats waar ze was en voor de mensen die ze ontmoette.

Dié bemoediging landde in haar hart en ze droeg het mee en nooit meer heeft ze getwijfeld als ze alleen ergens was om zelfstandig te handelen wat de Heilige Geest op haar hart legde.

Het bemoedigde haar, dat wanneer er ergens adequaat gehandeld moest worden zij nu niet hoefde te wachten tot er iemand zou komen, die zoiets veel vaker deed. Deze bemoediging maakte haar relatie met haar Redder steviger en de vrijmoedigheid om de ontferming voor de vreemdelingen toe te blijven passen.

Dit waargebeurde verhaal geeft mij nog altijd de zekerheid dat YHVH een ieder van ons toerusten wil die uit willen stappen. Dat komt omdat de Geest van Heiligheid alles heeft, overal is en leiden wil een ieder die de wil van de Vader doen wil.

Dan kan het gebeuren dat er een vurige kracht opborrelt in iemand die er niet de naam voor heeft, er niet bekend van is, maar zich laat leiden door dat innerlijke niet mis verstaande gevoel, dat we alleen maar kunnen toeschrijven met de Aanwezigheid van de Heilige Geest van YHVH.

Laten wij gaan vragen om Zijn Stem te gaan verstaan en ons alleen op Hem verlaten.

Die vrouw met het jonge kind was ikzelf en onze zoon….

Nadien heb ik voor een periode veel andere dingen gedaan, uitgestapt in geloof en autoriteit, waarvoor de Heilige Geest mij de vrijmoedigheid gaf. Vaak alleen, wanneer mijn echtgenoot aan het werk was. En later bij gelegenheid ook samen.

Sindsdien heb ik voor een periode zoveel wonderen gezien op gebed. Wonderen voor mensen die Hem niet kenden.

Alle vreemdelingen die ik samen met onze zoon ontmoet heb, kregen een status. Ik weet niet of ze allen in Hem, de God van Abraham, Izaäk en Jacob (Israel) gingen geloven.

Er kwamen vreemdelingen in ons huis, vierden de erev shabbat mee en hebben de sfeer ervaren. Nog vele gebeurtenissen, ook heel wonderlijke liggen in de herinnering, maar allen getuigen zij van onze Levende Vader, Die door Zijn Geest van Heiligheid barmhartigheid getuigt aan ‘vreemdelingen’.

Blust de Geest niet uit…

Jaren geleden lazen wij een boekje over leiding…een relaas wat van toepassing is op dit onderwerp komt mij voor de geest. Iemand vertelde dat deze een profetie gehad had om naar Afrika te gaan, maar voor hoelang dan? Omdat degene zoveel waarde hechtte aan de “profeet” werd de raad gegeven de profeet maar mee te nemen naar Afrika, zodat de profeet daar kon vertellen wanneer de thuisreis kon aangevangen worden.

Wat ermee bedoeld wordt, is dat wijzelf Zijn Stem moeten kunnen verstaan, net zoals Jan Pit met zijn boekje bedoelde, die de titel had “Als vervolging komt…”. Zelfstandig worden, want als alles weg zou vallen, moest je het zelf geleerd hebben.

Afgelopen week hoorde ik iemand zeggen dat deze waarschuwde niet in het systeem van Nimrod te vallen, want dat systeem kadert. Dat systeem zet mensen op een plaats en die hebben aan die functie te voldoen. Die opmerking triggerde, omdat met organisaties veelal het spontane verdwijnt en overleg verschijnt. Dat herinnert mij aan een bestuur waar wij als echtpaar jaren geleden uitstapten, omdat vergadering meer prioriteit had, dan de nood die dreigde voor de behoeftigen. Als er nú nood is en volgende week overleg, zit iemand een week in nood. Dat verkregen inzicht hebben we meegenomen in ons leven en ontmoeting met anderen.

Waar de Geest van YHVH is, daar is vrijheid. Daar zijn ook wachters om zaken te kunnen weren die de vrijheid kunnen inperken. Daar is overleg vanuit het hart van de Vader. Die beweging is transparant. Dat kán een organisatie zijn, waarin men het bijbels principe bewaakt, geoefend is, geroepen zijn en erin bevestigd. Een plaats vanuit Vader verkregen en niet vanuit de menselijke voorkeur.

1Th 5:16  Verblijdt u te allen tijd. 
1Th 5:17  Bidt zonder ophouden. 
1Th 5:18  Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. 

1Th 5:19  Blust den Geest niet uit. 

1Th 5:20  Veracht de profetieen niet. 
1Th 5:21  Beproeft alle dingen; behoudt het goede. 
1Th 5:22  Onthoudt u van allen schijn des kwaads. …

Laten wij de Vader vragen wat onze roeping, plaats en functie is. Want wat vanuit Hem komt, kan geen mens breken. Er gaat een test vooraf, maar Hij rust toe en zij die Hem toevallen, zullen het gaan bevestigen.

We namen eens een keer deel aan een soort informatiedag waarin de gastheer vertelde het op zijn hart te hebben om gelovigen toe te willen rusten en op te wekken tot heilig dienstbetoon, Daarna werden de deelnemers uitgezegend. Daar kwam geen organisatie aan te pas. Rechtstreeks van uit de bijbel en vanuit het hart. Dat sprak ons aan. Zo leerde Yeshua eenvoudig aan de vissers en wij zijn Zijn navolgers?

Eph 4:11  En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; 
Eph 4:12  Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus; 
Eph 4:13  Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Yeshua de Gezalfde/Christus; 
Eph 4:14  Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; 
Eph 4:15  Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Yeshua de Gezalfde/Christus; 
Eph 4:16  Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijn maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde. 

De Vader is een bruid aan het zuiveren voor de  Bruidegom en daarin zal alles wegvallen wat Hem niet welgevallig is. Sinds Shavuot vervuld is, staat de Geest van Heiligheid ons ter beschikking, Die ons in alle waarheid leidt. Wij zijn geen wezen, Die Hem zoeken. Hij antwoordt eer wij roepen. En Hij zoekt familie…

Een paar vragen ter overdenking:

Weet u uw roeping en bent u erin bevestigd?

Welke zaken kunnen bij ons de Geest uitblussen?

Alle eer aan YHVH.

Beproef mijn woorden!

@Hadassah


Een reactie plaatsen

Match: Numeri 5:18 en 1 Corinthe 11:3

Hoofd…meer….minder…

Er zijn diverse meningen over het hoofd zijn ván of over..

Sommigen zijn overgenomen van anderen zonder enig zelfstandig onderzoek, wat overigens niet zeggen wil, dat dat laatste wil zeggen, dat men iemands mening dan niet serieus wil nemen..

Zelfstandig onderzoeken…mag dat?

Joh 14:26 geeft ons daarin antwoord: Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. 
Joh 14:27  Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. 

Ik ben uit het achterland “bijbelbelt” waar het gangbaar was (ik weet niet hoe het nu is) dat de man het hoofd was in de zin dat zijn menig de gangbare was. En daar hield je je aan, hetzij gewillig, hetzij tegenstribbelig of ontvluchtend.

Jaren later zou ik leren dat hoofd zijn over de vrouw iets anders betekent dan het enkel voor het zeggen hebben.

Het was mijn echtgenoot die in het Woord ging graven om erachter te komen dat hoofd niet zo iets is als baas zijn, maar bescherming. Dat was naar aanleiding van hoofdbedekking en hij ontdekte dat het er echt staat dat hoofd bescherming betekent (1). Daarom heb ik ook twee teksten tegenover elkaar gezet, te weten Numeri 5:18 en 1 Corinthe 11:3:

Numeri 5:18 Daarna zal de priester de vrouw voor het aangezicht van YHWH stellen, en zal het hoofd van de vrouw ontbloten, en zal het spijsoffer der gedachtenis op haar handen leggen, hetwelk het spijsoffer der ijveringen is; en in de hand des priesters zal dat bitter water zijn, hetwelk den vloek medebrengt.

1Co 11:3 Doch ik wil, dat gij weet, dat Yeshua/Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Yeshua/Christus

Wanneer wij, die door Yeshua bescherming gekregen hebben, uit dankbaarheid de ketuba/huwelijkse voorwaarden uitwerken in ons leven, beschermt Yeshua’s verlossingswerk ons. Hierdoor komen wij tot ons doel. Wie zijn die wij?

Eph 5:30  Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen. 
Eph 5:31  Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. 
Eph 5:32  Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Yeshua/Christus en op de Gemeente. 

Bescherming, hoe zou dat praktisch bedoeld zijn?

En hoe zie ik het?

Een paar voorbeelden:

-Een thuisonderwijzende vader vertelde mij eens dat zijn dochters onder zijn bescherming stonden zolang zij niet getrouwd waren. Onder zijn bescherming was ook in de zin, dat zij bij hem en hun moeder bleven wonen totdat hij zijn bescherming doorgaf aan hun toekomstige man. Dat is precies wat ik/wij zo zien en het is in de lijn van wat wij uit het Woord hebben begrepen.

-Een vader keek  voor zijn dochters, omdat hij zijn verantwoordelijkheid hierin zag. Hij dwong niet, hij stelde voor. Vooraf ging hij op onderzoek uit, vroeg es hier, vroeg es daar, zodat hij inzicht kreeg, wie hij mogelijk als aangetrouwd in de familie kreeg. Ik heb dit, zeker achteraf, als bijzonder ervaren, omdat hij hiermee zijn bescherming inzag en probeerde te praktiseren.

-Nooit wat gehad met het feminisme, ben ik voor het traditioneel moederschap én het praktiseren van de roeping die ik als vrouw én moeder in samenwerking met mijn echtgenoot uit mag en kan werken. Ik(wij) ben een voorstander dat kinderen thuis blijven wonen totdat zij trouwen, omdat in gezinsverband gezond schaven plaats vindt en het familieleven op peil blijft.

-Onlangs sprak ik een zuster, die mij vertelde dat zij heel blij was met het leidersschap in de fellowship, waar zij verblijft, omdat zij als vrouw alleen kwetsbaar is en door het flinke optreden, goede voorschriften en ruimte om te groeien, zij zich veilig voelde. Haar getuigenis was voor mij opnieuw een bevestiging van bescherming. Want de bescherming van een echtgenoot voor zijn vrouw is er een van dé.

-Jaren geleden hadden wij een Iraanse jongeman in huis die de functie van bescherming wist. Als ik alleen naar het asielzoekerscentrum ging, was hij daar ook. Op de achtergrond. Voor als er wat met mij zou gebeuren, zou hij optreden. Dat werd door mij als bescherming ervaren.

-Ik ervaar de bescherming van mijn echtgenoot in mijn leven en in wat ik doe. Ik heb er vrijheid in en stel zijn raad op prijs.

Samenvattend:

Beschermen gaat vanuit liefde en vertrouwen. Ruimte geven vanuit het geloof dat deze manier de beste is. Abba Vader gaf uit liefde Yeshua, opdat wij door Zijn beschermende daad tot volheid zullen mogen komen om Zijn voorschriften te doen. Onze mannen, vaders, broeders, zonen, die het begrip “bescherming” vanuit Hebreeuws zicht zullen begrijpen en uitwerken zullen een zegen zijn voor hen die hun bescherming aanvaarden.

In de huidige maatschappij ondervinden wij veel tegenstand en in de beweging waar wij deel van uit maken, dienen wij de oude waarden welken voor het overgrote deel nog niet ontdekt zijn, op te zoeken, uit te diepen en te praktiseren.

De hoofdelijke bescherming herstellen is een van de stappen in het herstel om de onberispelijke Bruid te worden van Yeshua (2).

En dat kan met: Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. 
Joh 14:27  Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. 

Test mijn woorden!

(1)De vrouw macht en hoofdbedekking

(2)Het bijbelse portret van de vrouw (def versie) (1)

 

 

 

 

 

 

 

 


1 reactie

Priester naar de orde van Melchizedek

In de aanloop naar Yom Teruah en Yom Kippur, werd ik meermalen, zo niet dagelijks bepaald bij de Priester naar de orde van Melchizedek in het bijzonder beschreven in het boek Hebreeën.

Ik herinnerde mij dat Abraham alreeds een ontmoeting met de koning van Salem had, welke een Priester is naar de orde van Melchizedek.

Gen 14:18  En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.
Gen 14:19  En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!
Gen 14:20  En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles.

Psa 110:4  De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

Heb 6:20  Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Yeshua/Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid. 

Heb 7:1  Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester des Allerhoogsten Gods, die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende;
Heb 7:2  Aan welken ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning des vredes;
Heb 7:3  Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch beginsel der dagen, noch einde des levens hebbende; maar den Zoon van God gelijk geworden zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid.

Wij zijn gered door Yeshua’s verlossingswerk en bij Hem leren wij. Wij zijn de generatie uit die ene Zade waarvan gesproken is in Gal_3:16 “Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Yeshua.” Abba Vader begon met Adam om Zijn plan te trekken. Adam faalde, maar in Gen 3:15 wordt een belofte neergezet. Met het beloofde zaad Izak, voorzegd in Genesis 18 werd opnieuw een weg geopend en via alle unieke en door Vader gekozen beloofden die voortkwamen na Izak, trok Abba Vader een pad naar Yeshua, het beloofde Ene Zaad. Het Israel wat Abba Vader voor ogen heeft is door dat Ene Zaad Yeshua. Zie bijvoorbeeld de eerstgeboortezegenzegen die Efraïm kreeg- Jer_31:9 “Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, in een rechte weg, waarin zij zich niet zullen stoten; want Ik ben Israel tot een Vader, en Efraim is Mijn eerstgeborene”. In Yeshua is al de volheid, daarbuiten is een uiterlijk pogen, maar niet Vaders weg. Hagar en Sarah voorbeeld van eigen handelen(Ishmael) en belofte (Izak). Yeshua’s Priesterschap naar de orde van Melchizedek maakt het naadloos duidelijk, dat alleen Hij de weg ten leven is en Hij alleen ons naar de volheid leiden kan én zal om de roeping te gaan uitwerken overeenkomstig Zijn belofte en dán zal heel Israel behouden worden..

Abba Vader liet Jacob de rechterhand op Efraim, de zoon van Yosef leggen voor de geestelijke eerstgeboortezegen, zodat via belofte het werk van Abba Vader door Yeshua/Jezus volbracht zou gaan worden. Dat werden geestelijke eerstelingen. Yeshua, weliswaar geboren uit de stam Juda, werd de allereerste Eersteling Hogepriester naar de orde van Melchizedek, waardoor de offerdienst van Aäron berispelijk bleek (Hebr 9:12 en 25) en wij zijn door Hem de beloofde eerstelingen, die zoals voorzegd in de Romeinenbrief gebruikt worden om de nazaten uit Juda te trekken naar de allereerste Eersteling- Rom 10; Jer 3:18; Jes 65:1). Het gaat op geen andere manier gebeuren, omdat het geschreven Woord via de profetiën en beloftes te werk gaat.

Wij kunnen vragen om inzicht en de Geest van Heiligheid zal het ons indachtig maken.

We hebben wanneer wij gaan zien, Wie er voor ons pleit, een enorme zegen om in de bres te gaan staan.

Zoals Abraham pleitte in Genesis 18 vanaf vers 23  voor het behoud van Sodom, terwijl bij YHVH de maat vol was. In Genesis 17 had YHVH een verbond met Abraham gemaakt, ndat Abraham in Genesis 14 een ontmoeting met de koning van Salem gehad had die een Priester is naar de orde van Melchizedek. Heeft Abba dat ook met ons? Door Yeshua?

Het deed me denken aan een vers in het geschreven Woord dat Abba omzag en er was niemand om in de bres te staan,

Isa_63:5  En Ik zag toe, en er was niemand die hielp; en Ik ontzette Mij, en er was niemand, die ondersteunde; daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en Mijn grimmigheid heeft Mij ondersteund,

Laten we naar het pleiten van Abraham kijken. Mogen wij ook zo pleiten?

Gen 18:23 -33 En Abraham trad toe, en zeide: Zult Gij ook den rechtvaardige met den goddeloze ombrengen? 
 om de vijftig rechtvaardigen, die binnen haar zijn? 
 Het zij verre van U, zulk een ding te doen, te doden den rechtvaardige met den goddeloze! dat de rechtvaardige zij gelijk de goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen? 
Toen zeide de HEERE/YHVH: Zo Ik te Sodom binnen de stad vijftig rechtvaardigen zal vinden, zo zal Ik de ganse plaats sparen om hunnentwil. 
 En Abraham antwoordde en zeide: Zie toch; ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben! 
 Misschien zullen aan de vijftig rechtvaardigen vijf ontbreken; zult Gij dan om vijf de ganse stad verderven? En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven, zo Ik er vijf en veertig zal vinden. 
 En hij voer voort nog tot Hem te spreken, en zeide: Misschien zullen aldaar veertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen om der veertigen wil. 
Voorts zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik spreke; misschien zullen aldaar dertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen, zo Ik aldaar dertig zal vinden. 
 En hij zeide: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere; misschien zullen er twintig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil. 
 Nog zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik alleenlijk ditmaal spreke: misschien zullen er tien gevonden worden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der tienen wil. 
Toen ging YHVH weg, als Hij geeindigd had tot Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats. 

Mogen wij Abba YHVH nederig herinneren aan Zijn beloften?

Joh 17:1  Dit heeft Yeshua gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. 
  Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. 
 En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. 
  Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; 
  En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. 
  Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. 
  Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. 
  Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. 
 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw. 
 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. 
(.. ..)
Joh 17:14-26  Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. 
 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. 
Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. 
Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. 
Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. 
En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. 
En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. 
Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. 
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn; 
Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. 
Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld. 
 Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. 
 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. 

Zie het gebed van Salomo, waarin Hij YHVH herinnert aan wat Hij gezegd heeft:

1Ko 8:22  En Salomo stond voor het altaar des HEEREN/YHVHs, tegenover de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn handen uit naar den hemel; 
1Ko 8:23  En hij zeide: HEERE, God van Israel, er is geen God, gelijk Gij, boven in den hemel, noch beneden op de aarde, houdende het verbond en de weldadigheid aan Uw knechten, die voor Uw aangezicht met hun ganse hart wandelen; 
1Ko 8:24  Die Uw knecht, mijn vader David, gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld, gelijk het te dezen dage is. 
1Ko 8:25  En nu HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die op den troon van Israel zitte; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen voor Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht. 
1Ko 8:26  Nu dan, o God van Israel, laat toch Uw woord waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, mijn vader David. 
1Ko 8:27  Maar waarlijk, zou God op de aarde wonen? Zie, de hemelen, ja, de hemel der hemelen zouden U niet begrijpen, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb! 
1Ko 8:28  Wend U dan nog tot het gebed van Uw knecht, en tot zijn smeking, o HEERE, mijn God, om te horen naar het geroep en naar het gebed, dat Uw knecht heden voor Uw aangezicht bidt. 
1Ko 8:29  Dat Uw ogen open zijn, nacht en dag, over dit huis, over deze plaats, van dewelke Gij gezegd hebt: Mijn Naam zal daar zijn; om te horen naar het gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats. 
1Ko 8:30  Hoor dan naar de smeking van Uw knecht, en van Uw volk Israel, die in deze plaats zullen bidden; en Gij, hoor in de plaats Uwer woning, in den hemel, ja, hoor, en vergeef. 
1Ko 8:31  Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en hij hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken; en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal; 
1Ko 8:32  Hoor Gij dan in den hemel, en doe, en richt Uw knechten, veroordelende den ongerechtige, gevende zijn weg op zijn hoofd, en rechtvaardigende den gerechtige, gevende hem naar zijn gerechtigheid. 
1Ko 8:33-61  Wanneer Uw volk Israel zal geslagen worden voor het aangezicht des vijands, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich tot U bekeren, en Uw Naam belijden, en tot U in dit huis bidden en smeken zullen; 
Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israel, en breng hen weder in het land, dat Gij hun vaderen gegeven hebt. 
 Als de hemel zal gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben; en zij in deze plaats bidden, en Uw Naam belijden, en van hun zonden zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd zult hebben; 
 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt. 
Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren, honigdauw, sprinkhanen, kevers wezen zullen, als zijn vijand in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plage, of enige krankheid wezen zal; 
Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, van al Uw volk Israel, geschieden zal; als zij erkennen, een ieder de plage zijns harten, en een ieder zijn handen in dit huis uitbreiden zal; 
 Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen; 
 Opdat zij U vrezen al de dagen, die zij leven zullen in het land, dat Gij onzen vaderen gegeven hebt. 
 Zelfs ook aangaande den vreemde, die van Uw volk Israel niet zal zijn, maar uit verren lande om Uws Naams wil komen zal; 
 (Want zij zullen horen van Uw groten Naam, en van Uw sterke hand, en van Uw uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis; 
Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen, gelijk Uw volk Israel, en om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb. 
Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijand uittrekken zal door den weg, dien Gij hen henen zenden zult, en zullen tot den HEERE bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb; 
Hoor dan in den hemel hun gebed en hun smeking, en voer hun recht uit. 
Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in des vijands land, dat verre of nabij is. 
En zij in het land, waar zij gevankelijk weggevoerd zijn, weder aan hun hart brengen zullen, dat zij zich bekeren, en tot U smeken in het land dergenen, die ze gevankelijk weggevoerd hebben, zeggende: Wij hebben gezondigd, en verkeerdelijk gedaan, wij hebben goddelooslijk gehandeld; 
 En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart, en met hun ganse ziel, in het land hunner vijanden, die hen gevankelijk weggevoerd zullen hebben; en tot U bidden zullen naar den weg van hun land (hetwelk Gij hun vaderen gegeven hebt), naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb; 
1Ko 8:49  Hoor dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, hun gebed en hun smeking en voer hun recht uit; 
1Ko 8:50  En vergeef aan Uw volk, dat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen, die ze gevangen houden, opdat zij zich hunner ontfermen; 
Want zij zijn Uw volk en Uw erfdeel, die Gij uitgevoerd hebt uit Egypteland, uit het midden des ijzeren ovens; 
Opdat Uw ogen open zijn tot de smeking van Uw knecht, en tot de smeking van Uw volk Israel, om naar hen te horen, in al hun roepen tot U. 
Want Gij hebt hen U tot een erfdeel afgezonderd, uit alle volken der aarde; gelijk als Gij gesproken hebt door den dienst van Mozes, Uw knecht, als Gij onze vaderen uit Egypte uitvoerdet, Heere HEERE! 
Het geschiedde nu, als Salomo voleind had dit ganse gebed, en deze smeking tot den HEERE te bidden, dat hij van voor het altaar des HEEREN opstond, van het knielen op zijn knieen, met zijn handen uitgebreid naar den hemel; 
 Zo stond hij, en zegende de ganse gemeente van Israel, zeggende met luider stem: 
 Geloofd zij de HEERE, Die aan Zijn volk Israel rust gegeven heeft, naar alles, wat Hij gesproken heeft! Niet een enig woord is er gevallen van al Zijn goede woorden, die Hij gesproken heeft door den dienst van Mozes, Zijn knecht. 
  De HEERE, onze God, zij met ons, gelijk als Hij geweest is met onze vaderen; Hij verlate ons niet, en begeve ons niet; 
Neigende tot Zich ons hart, om in al Zijn wegen te wandelen, en om te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft. 
En dat deze mijn woorden, waarmede ik voor den HEERE gesmeekt heb, mogen nabij zijn voor den HEERE, onzen God, dag en nacht; opdat Hij het recht van Zijn knecht uitvoere, en het recht van Zijn volk Israel, elkeen dagelijks op zijn dag. 
En ulieder hart volkomen zij met den HEERE, onzen God, om te wandelen in Zijn inzettingen, en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen dage. 

Aan te raden om Hebreeën 6 tm 12 te lezen.

OPROEP

Gezegend bent U Vader

https://www.youtube.com/watch?v=x0-GIUqs7Zg


Een reactie plaatsen

Ben ik mijn broeders hoeder?

Gaan wij vrijuit als wij anderen niet waarschuwen, wanneer wij zien dat men zijn of haar doel gaat missen? Kunnen wij ermee wegkomen, dat wij van die persoon houden en dat wij er geen mening over mogen hebben?

Wiens vriend of vriendin zijn wij dan?

Wat deed Yeshua ons voor?

Bij het nadenken over de tolerantie en marge tegen Vaders principe in, kwamen de woorden van Kaïn in gedachten.

Gen 4:9  En YHVHzeide tot Kain: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder? 

brother’sH251 keeper H8104

brother/broer H251
אָח
‘âch
awkh
A primitive word; a brother (used in the widest sense of literal relationship and metaphorical affinity or resemblance (like H1)): – another, brother (-ly), kindred, like, other. Compare also the proper names beginning with “Ah-” or “Ahi-”.

keeper H8104
שָׁמַר
shâmar
shaw-mar’
A primitive root; properly to hedge about (as with thorns), that is, guard; generally to protect, attend to, etc.: – beware, be circumspect, take heed (to self), keep (-er, self), mark, look narrowly, observe, preserve, regard, reserve, save (self), sure, (that lay) wait (for), watch (-man).

Shamar, dat is een dienende houding …vanuit de hartsgesteldheid, die relatie met de Schepper kent…richting de broeder of zuster om die te behoeden voor erger.

Dat niemand verachtere…

Heb 12:14  Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal; 
Heb 12:15  Toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, beroerte make en door dezelve velen ontreinigd worden. 
Heb 12:16  Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf. 

Broeders hoeder zijn is opofferende liefde. En opofferende liefde zegt iets van Yeshua.

Yeshua Die Zijn leven gaf voor ons gaf het ultieme voorbeeld van hoeder zijn voor ons, die Hij Zijn familie noemt in een verbondsrelatie.

2Ti_4:2  Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.                                                                                                                     2Ti 4:3  Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; 
2Ti 4:4  En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen. 
2Ti 4:5  Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij. 

Uit het geschreven Woord blijkt dat broeder/zusters hoeder zijn, de houding is, die de wil van de Vader weerspiegelt.

Rechtvaardige mensen gingen ons voor, denk aan

-Mozes Heb 11:25  Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; 

– Abraham  Heb 11:17  Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd, 

– Koningin Esther Est_4:16  Ga, vergader al de Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij, en eet of drinkt niet, in drie dagen, nacht noch dag; ik en mijn jonge dochters zullen ook alzo vasten, en alzo zal ik tot den koning ingaan, hetwelk niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om.

Johannes de Doper…Paulus…zovele anderen, zie Hebr.11

Yeshua, zie Joh 17:1  Dit heeft Yeshua gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. 
Joh 17:2  Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. 
Joh 17:3  En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. 
Joh 17:4  Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; 
Joh 17:5  En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. 
Joh 17:6  Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. 
Joh 17:7  Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. 
Joh 17:8  Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. 
Joh 17:9  Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw. 
Joh 17:10  En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. 
Joh 17:11  En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij. 
Joh 17:12  Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde. 
Joh 17:13  Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. 
Joh 17:14  Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. 
Joh 17:15  Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. 
Joh 17:16  Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. 
Joh 17:17  Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. 
Joh 17:18  Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. 
Joh 17:19  En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. 
Joh 17:20  En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. 
Joh 17:21  Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. 
Joh 17:22  En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn; 
Joh 17:23  Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. 
Joh 17:24  Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld. 
Joh 17:25  Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. 
Joh 17:26  En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. 

Dank U voor Uw levendmakende Woord,wat richting en rust geeft door de openbaring van Uw Geest.

U komt alle eer toe.

 

 


Een reactie plaatsen

Wat Paulus nu écht bedoelde…

Both Houses of Israel
According to Scripture, the “Two Houses of Israel” are two separate and distinct entities. Each of them has its own specific prophetic destiny. But even though two, they are still bound to the calling which they have inherited from their forefather Jacob – that is, to be one chosen nation of kings and priests. However, in the course of their history YHVH divided the nation into two nation/kingdoms for His purposes and plans that are directly related to the covenant that He swore to Abraham. Thus, it is very important to understand the first-born concept and its centrality in YHVH’s plan of redemption, and its connection to the Two Houses of Israel. Grasping the firstborn principle is paramount to the understanding of the latter day events recorded in the Tanach.

Isaiah 8:14 presents the ‘Two House truth’: “He will be as a sanctuary, but a stone of stumbling and a rock of offense to BOTH the houses of Israel”. As long as these two continue to stumble and take offense over the One who is their Rock they will remain two distinct entities.
Many like to define the two groups as ‘Christians’ (Israel/Ephraim), and ‘Jews’ (Judah), as if they are made up of two religious sects. In spite of that we must realize that all tribes are represented in both houses, and that together they constitute multitudes of peoples, which make up many ethnic groups. But for our purpose here, let us relate to them as nations. We have, then, the nation of Judah/Israel today, being made up mostly of Jews from Judah. On the other hand, because YHVH is true to His word, there is also the other house (Joseph/Ephraim), which YHVH has sown or mixed into many peoples in literally all nations: “Ephraim has mixed himself among the peoples” (Hos. 2:8), being the “fullness of the nations” (Genesis 48:19), even though most of them are unaware of their identity. The influence of the multitudes of Ephraim, on some of these nations, brought about blessings of multiplicity, military prowess and economic wealth (see Genesis 49:22-26). In the blessing to Joseph, through his son Menasseh, Jacob pronounced that they would become a great people. However, as a great people the descendants of the northern kingdom would not be able to connect their greatness to the fulfillment of the prophecies, as YHVH was going to blind them and cause them to forget their identity (which is indicated by the meaning of the very name “Menasseh”).
…..

http://shevetachim.blogspot.nl/2014/03/both-houses-of-israel.html

Een verfrissende studie van Efraim Frank.
Meer informatie: http://www.israelitereturn.com

Met google-vertaling heel goed te volgen….