Exo 12:38 En veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen, en runderen, gans veel vee. .
Exo 12:49 Enerlei wet zij voor den ingeborene, en den vreemdeling, die als vreemdeling in het midden van u verkeert.
Exo 13:3 Verder zeide Mozes tot het volk (is dat inclusief het vermengde volk of zonder hen?)
Exo 13:18 Maar God/Elohim leidde het volk om
Het volk…is dat inclusief het vele vermengde volk of zonder hén?
Exo 14:1 Toen sprak de HEERE/YHVH tot Mozes, zeggende:
Exo 14:2 Spreek tot de kinderen Israels, dat zij wederkeren, en zich legeren voor Pi-hachiroth, tussen Migdol en tussen de zee, voor Baal-zefon; daar tegenover zult gij u legeren aan de zee.
Exo 14:3 Farao dan zal zeggen van de kinderen Israels: Zij zijn verward in het land; die woestijn heeft hen besloten.
Spreek tot de kinderen Israels… is dat inclusief het vele vermengde volk of zonder hen?
Of worden zij apart genoemd?
Of doelt YHVH hier dat zij gezien de wet die zij gehoorzamen gelijk als de ingeboren Israelieten zijn en dus niet apart genoemd worden?
Exo 14:10 Als Farao nabij gekomen was, zo hieven de kinderen Israels hun ogen op..
hieven de kinderen Israels hun ogen op…waarom wordt het veel vermengde volk niet apart vermeld?
Exo 14:22 En de kinderen Israels ( inclusief en niet apart vermeld het veel vermengde volk) zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter hand en aan hun linkerhand.
Wanneer u verder leest, blijft het veel vermengde volk in één adem genoemd te worden als kinderen Israel… zie!
Exo 19:1 In de derde maand, na het uittrekken der kinderen Israels uit Egypteland, ten zelfden dage kwamen zij in de woestijn Sinai.
Exo 19:2 Want zij togen uit Rafidim, en kwamen in de woestijn Sinai, en zij legerden zich in de woestijn; Israel nu legerde zich aldaar tegenover dien berg.
Exo 19:3 En Mozes klom op tot God. En de HEERE/YHVH riep tot hem van den berg, zeggende: Aldus zult gij tot het huis van Jakob spreken, en den kinderen Israels verkondigen: Exo 19:4 Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb.
Exo 19:5 Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn;
Exo 19:6 En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult.
Exo 19:8 Toen antwoordde al het volk gelijkelijk, en zeide: Al wat de HEERE/YHVH gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden des volks weder tot den HEERE/YHVH.
Exo 19:9 En de HEERE/YHVH zeide tot Mozes: Zie, Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek, en dat zij ook eeuwiglijk aan u geloven. Want Mozes had den HEERE/YHVH de woorden des volks verkondigd.
Wat wij uit deze woorden kunnen opmaken is dat de vreemdeling, die oorspronkelijk niet uit de een van de stammen afkomstig was, eveneens Israel werd door de voorschriften van YHVH te gehoorzamen.
Lev_24:22 Enerlei recht zult gij hebben; zo zal de vreemdeling zijn, als de inboorling; want Ik ben YHVH, uw God/Elohim!
Num_9:14 En wanneer een vreemdeling bij u als vreemdeling verkeert, en hij het pascha YHVH ook houden zal, naar de inzetting van het pascha, en naar zijn wijze, alzo zal hij het houden; het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn, beiden den vreemdeling en den inboorling des lands.
Num_15:15 Gij, gemeente, het zij ulieden en den vreemdeling, die als vreemdeling bij u verkeert, enerlei inzetting: ter eeuwige inzetting bij uw geslachten, gelijk gijlieden, alzo zal de vreemdeling voorYHVH’s aangezicht zijn.
Num_15:16 Enerlei wet en enerlei recht zal ulieden zijn, en den vreemdeling, die bij ulieden als vreemdeling verkeert.
We kunnen hieruit vaststellen dat de vreemdeling geen vreemdeling blijft, maar opgenomen wordt in het huisgezin van YHVH.
Hoe komt het dat wij onderscheid blijven maken, terwijl het geschreven Woord van YHVH het vele vermengde volk als de Israelieten rekent?
Hoe komt het dat er zo’n weerstand is, dat wij door Yeshua Abrahams zaad zijn en naar de beloftenis erfgenamen?
Dat wij naar de belofte nazaten van Yosef, Israel zijn, zo moeilijk te bevatten?
De Vader bouwt een huis voor Zich onder Zijn leiding, onder Zijn condities en wanneer al het volk, inclusief het vele vermengde volk eenparig zegt “wij zullen doen” zeggen zij ja op het huwelijksverbond.
Bedenk dat de Vader Zijn geschreven Woord openbaart door Zijn Geest, niet door het begrijpen van het verstand of aanzien wat voor ogen is…
Er is veel verwarring ontstaan door leringen die het geopenbaarde tegenstaan.
Voor alle openbaringen in het verleden tot nu toe ging verwarring en verdeeldheid aan vooraf,
maar de Vader gaat het doen. Hij zal beide “houten” Zelf en op Zijn tijd en wijze één maken in Zijn Hand. Mijns inziens gaat dat alleen gebeuren door de werking van Zijn Geest, omdat Hij het eenzijdige verbond sloot met Abraham.
Gen 15:7 Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeen, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.
Gen 15:8 En hij zeide: Heere, HEERE! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal?
Gen 15:9 En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, en een driejarigen ram, en een tortelduif, en een jonge duif.
Gen 15:10 En hij bracht Hem deze alle, en hij deelde ze middendoor, en hij leide elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet.
Gen 15:11 En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg.
Gen 15:12 En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem.
Gen 15:13 Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren.
Gen 15:14 Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have.
Gen 15:15 En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.
Gen 15:16 En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen.
Gen 15:17 En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en ziet, daar was een rokende oven en vurige fakkel, die tussen die stukken doorging.
Gen 15:18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath:
Gen 17:1 Als nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht!
Gen 17:2 En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen.
Gen 17:3 Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende:
Gen 17:4 Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden!
Gen 17:5 En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken.
Gen 17:6 En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen.
Gen 17:7 En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u.
Gen 17:8 En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn.
Eze 37:15 Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
Eze 37:16 Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen.
Eze 37:17 Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen tot een worden in uw hand.
Eze 37:18 En wanneer de kinderen uws volks tot u zullen spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn?
Eze 37:19 Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE/YHVH: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand.
Wat ik er zelf uit op maken kan, is dat YHVH een volk naar Zijn belofte koos onder Zijn voorwaarden. Daar begon Hij mee in Gan Eden. Daar kunnen mensen bij zijn die qua geboorte ingeborenen zijn, maar ook zij, die eertijds vreemdelingen waren. Voorbeelden te over. Met Abraham sloot Hij een eenzijdig verbond. Straks op Zijn tijd gaat Hij dat volk naar de belofte fysiek verzamelen, die nu al geestelijk één zijn met elkaar door Zijn inwonende Geest.
Beproef mijn woorden!
Pingback: Volmaakt vernieuwd huwelijksverbond | Tegenhetlicht
Pingback: Fenomeen Efraim: leer of belofte? – BneyYosefHolland
Pingback: Tot óp Johannes | Tegenhetlicht
Pingback: Onthuld | Tegenhetlicht