Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Ik ben een kind van namen

 

Ik ben een kind van namen

Voor elke periode wel een,

maar ze dragen allen in zich

de kern van mijn wezen

en wat ik heb ontvangen

om uit te mogen delen

in Zijn wijngaard

van de volkeren

 

Mijn ouders gaven mij als eerstgeboren, onbewust een naam, waarin de beschermende rol wordt beschreven.

Mijn dagboeknaam sprak over geluk

Mijn jeugdige schrijversnaam droeg het licht

In de verpleging streefde ik samen met de anderen naar licht,

besloten in de naam van onze groep

Mijn forumnaam over het dochtersschap van Abba Vader

Uitkomen voor Zijn openbaring in mij

omarmde de naam die bij de woorden hoort

“kom ik om dan kom ik om”

Samengevat Beschermster, geluk, licht, streven naar licht,dochter van Abba, statement.

Toen ik dit bedacht

realiseerde ik mij

karakternamen van YHVH

EL, ELOAH: God “machtig, sterk, prominent” (Genesis 7:1; Jesaja 9:6) – etymologisch lijkt El “macht” te betekenen, als in “ik heb de macht jou iets aan te doen” (Genesis 31:29). El wordt geassocieerd met andere kwaliteiten zoals integriteit (Numeri 23:19), jaloezie (Deuteronomium 5:9) en medeleven (Nehemia 9:31), maar de wortel van het idee van macht blijft.

ELOHIM: God “Schepper, Machtig en Sterk” (Genesis 17:7; Jeremia 31:33) – de meervoudsvorm van Eloah, wat tegemoetkomt aan de leer van de Drie-eenheid. Vanaf de eerste zin in de Bijbel wordt Gods overtreffende macht al duidelijk wanneer God (Elohim) de wereld doet ontstaan door te spreken (Genesis 1:1).

EL SHADDAI: “God Almachtig”, “de Machtige van Jakob” (Genesis 49:24); Psalm 132:2,5) – spreekt van Gods absolute macht over allen.

ADONAI: “Heer” (Genesis 15:2; Rechters 6:15) – wordt gebruikt in plaats van YHWH, wat voor de Joden te heilig is om uitgesproken te worden door zondige mensen. In het Oude Testament wordt YHWH vaker gebruikt wanneer Hij omgaat met Zijn volk, terwijl Adonai vaker gebruikt wordt wanneer Hij omgaat met de heidenen.

YHWH / YAHWEH / JEHOVAH: “HEER” (Deuteronomium 6:4; Daniël 9:14) – dit is strikt genomen de enige ware naam van God. Vertaald naar het Nederlandse woord HEER (in hoofdletters) om het te onderscheiden van Adonai, “Heer”. De openbaring van deze naam werd gegeven aan Mozes: “Ik Ben die Ik Ben” (Exodus 3:14). Deze naam geeft een aanwezigheid aan. Yahweh is aanwezig, toegankelijk, dichtbij voor mensen die Hem aanroepen om bevrijding (Psalm 107:13), vergeving (Psalm 25:11) en leiding (Psalm 31:3).

YAHWEH-JIREH: “De Heer zal voorzien” (Genesis 22:14) – deze naam is bekend geworden door Abraham, die hem noemde toen God de ram leverde om geofferd te worden in plaats van Isaäk.

YAHWEH-RAPHA: “De Heer die geneest” (Exodus 15:26) – “Ik ben de HEER die u geneest”, zowel het lichaam als de geest. In het lichaam door het te behoeden voor en genezen van ziekten, en in de ziel door zonden te vergeven.

YAHWEH-NISSI: “De Heer mijn Banier” (Exodus 17:15), waar banier begrepen moet worden als een verzamelpunt (bijvoorbeeld voor de strijd). Deze naam herdenkt de overwinning in de woestijn over de Amalekieten in Exodus 17.

YAHWEH-M’KADDESH: “De Heer die heiligt” (Leviticus 20:8; Ezechiël 37:28) – God maakt duidelijk dat alleen Hij, niet de wet, de mensen kan reinigen en hen heilig kan maken.

YAHWEH-SHALOM: “De Heer van vrede” (Rechters 6:24) – de naam die Gideon gaf aan het door hem gebouwde altaar, nadat de Engel van de Heer hem verzekerde dat hij niet zou sterven, zoals hij dacht dat er zou gebeuren, nadat hij Hem gezien had.

YAHWEH-ELOHIM: “De HEER God” (Genesis 2:4; Psalm 59:5) – een combinatie van Gods unieke naam YHWH en het algemene “Heer”, dat aanduidt dat Hij de Heer der Heren is.

YAHWEH-TSIDKENU: “De Heer onze Rechtvaardigheid” (Jeremia 33:16) – Zoals met YHWH-M’Kaddesh, is het God alleen die rechtvaardigheid aan de mens kan verschaffen, uiteindelijk door Zijn Zoon Jezus Christus, die voor ons zondig geworden is “opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem” (2 Korintiërs 5:21).

YAHWEH-ROHI: “De Heer mijn Herder” (Psalm 23:1) – Nadat David zijn relatie als herder over zijn schapen overdacht, realiseerde hij zich dat deze precies dezelfde is als de relatie die God met hem heeft, en zo verkondigt hij: “Yahweh is mijn Rohi (Herder), het ontbreekt mij aan niets”.

YAHWEH-SHAMMAH: “De Heer is daar” (Ezechiël 48:35) – de naam die aan Jeruzalem en de Tempel daar werd toegeschreven, wat aangeeft dat de ooit vergane glorie van de Heer (Ezechiël 8-11) is teruggekeerd (Ezechiël 44:1-4).

YAHWEH-TSEVAOTH: “De Heer der heerscharen” (Jesaja 1:24; Psalm 46:7) – Heerscharen betekent “legermacht”, zowel van engelen als mensen. Hij is de Heer van de heerschare van de hemel en de inwoners van de aarde, van de Joden en de heidenen, van de rijken en armen, meester en slaaf. De naam drukt de majesteit, macht en autoriteit van God uit en laat zien dat Hij in staat is om te bereiken wat Hij besluit te doen.

EL ELYON: “Allerhoogste” (Deuteronomium 26:19) – afgeleid van het Hebreeuwse woord voor “naar boven gaan” of “stijgen”, dus het verwijst naar datgene wat het allerhoogst is. El Elyon geeft verhevenheid aan en spreekt van het absolute recht en heerschappij.

EL ROI: “God van het zicht” (Genesis 16:13) – de naam die Hagar aan God toeschrijft, wanneer ze alleen in de woestijn zit nadat ze verdreven is door Sarah (Genesis 16:1-14). Wanneer Hagar de Engel van de Heer ontmoet, realiseert ze zich dat ze God Zelf gezien heeft in een theofanie. Ze realiseert zich ook dat El Roi haar ook gezien heeft en getuigt dat Hij een God is die leeft en alles ziet.

EL-OLAM: “Eeuwige God” (Psalm 90:1-3) – Gods natuur is zonder begin of einde, vrij van elke belemmering of tijd, en bevat de oorzaak van tijd zelf. “Van eeuwigheid tot eeuwigheid, U bent God”.

EL-GIBHOR: “Machtige God” (Jesaja 9:6) – de naam die de Messias beschrijft, de Christus, in dit profetische deel van Jesaja. Als een sterke en machtige strijder zal de Messias, de Machtige God, de vernietiging van Gods vijanden teweeg brengen en zal Hij regeren met een ijzeren staf (Openbaring 19:15).

Bron gotquestions

 


Een reactie plaatsen

..hetzij dat zij het horen zullen..

Oorzaak en gevolg.

Emotionele rollercoasters die we vandaag de dag vernemen in media en andere bronnen, brachten mij ertoe na te denken wat er vroeger gebeurde. Dat vinden we in het geschreven Woord van YHVH terug.

Zonder inzicht aan noodzakelijke kennis van zaken kunnen we de verschrikkingen en woordeloos verdriet niet plaatsen. Dan blijft zoals we vernemen onmacht en diepe haat richting de daders in plaats van stil worden en horen wat Elohim wil zeggen.

We gaan even terug naar het begin van Vaders keuze. Hij koos uit alle volken de nazaten van de twaalf zonen die vergezeld werden van vermengd volk uit Egypte en hen zette Hij als voorbeeld voor Zijn plan hier op aarde.

De geschiedenis leert dat die functie, waarop zij allen Amen zeiden bij de berg, regelmatig met voeten getreden werd.

Dan werd de zonde aangezegd, er kwam wel of geen berouw en overeenkomstig de keuze werden de bankschroeven ofwel aangedraaid of kwam er zegen. Denk ondermeer aan de roeping van Ezechiël…

We lezen ook dat de profeten zich tot de overheden wenden, omdat degenen die over de Israelieten gezet waren, hoofdelijk verantwoordelijk waren…en heden ten dage zijn, exact zoals 1 Samuël 8 dat verwoordt:

1Sa 8:4  Toen vergaderden zich alle oudsten van Israel, en zij kwamen tot Samuel te Rama; 
1Sa 8:5  En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben. 
1Sa 8:6  Maar dit woord was kwaad in de ogen van Samuel, als zij zeiden: Geef ons een koning, om ons te richten. En Samuel bad YHVH aan. 
1Sa 8:7  Doch YHVH zeide tot Samuel: Hoor naar de stem des volks in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn. 
1Sa 8:8  Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af, toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend; alzo doen zij u ook. 
1Sa 8:9  Hoor dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult betuigd hebben, zo zult gij hen te kennen geven de wijze des konings, die over hen regeren zal. 

1Sa 8:11  En zeide: Dit zal des konings wijze zijn, die over u regeren zal: hij zal uw zonen nemen, dat hij hen zich stelle tot zijn wagen, en tot zijn ruiteren, dat zij voor zijn wagen henen lopen; 
1Sa 8:12  En dat hij hen zich stelle tot oversten der duizenden, en tot oversten der vijftigen; en dat zij zijn akker ploegen, en dat zij zijn oogst oogsten, en dat zij zijn krijgswapenen maken, mitsgaders zijn wapentuig. 
1Sa 8:13  En uw dochteren zal hij nemen tot apothekeressen, en tot keukenmaagden, en tot baksters. 
1Sa 8:14  En uw akkers, en uw wijngaarden, en uw olijfgaarden, die de beste zijn, zal hij nemen, en zal ze aan zijn knechten geven. 
1Sa 8:15  En uw zaad, en uw wijngaarden zal hij vertienen, en hij zal ze aan zijn hovelingen, en aan zijn knechten geven. 
1Sa 8:16  En hij zal uw knechten, en uw dienstmaagden, en uw beste jongelingen, en uw ezelen nemen, en hij zal zijn werk daarmede doen. 
1Sa 8:17  Hij zal uw kudden vertienen; en gij zult hem tot knechten zijn. 
1Sa 8:18  Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning, dien gij u zult verkoren hebben, maar YHVH zal u te dien dage niet verhoren. 

1Sa 8:19  Doch het volk weigerde Samuels stem te horen; en zij zeiden: Neen, maar er zal een koning over ons zijn. 
1Sa 8:20  En wij zullen ook zijn gelijk al de volken; en onze koning zal ons richten, en hij zal voor onze aangezichten uitgaan, en hij zal onze krijgen voeren. 
1Sa 8:21  Als Samuel al de woorden des volks gehoord had, zo sprak hij dezelve voor de oren des YHVHs. 
1Sa 8:22  YHVH nu zeide tot Samuel: Hoor naar hun stem, en stel hun een koning. Toen zeide Samuel tot de mannen van Israel: Gaat heen, een iegelijk naar zijn stad.

En zo komen we bij David, koning van geheel Israël, waarvan we twee voorbeelden naar voren halen, dat hij, David verantwoordelijk is voor de zonden en de smet die hij daardoor over heel het volk legt:

Als gevolg van zijn zonde, sterft het kind van David.

2Sa 12:1  En de HEERE zond Nathan tot David. Als die tot hem inkwam, zeide hij tot hem: Er waren twee mannen in een stad, de een rijk en de ander arm. 
2Sa 12:2  De rijke had zeer veel schapen en runderen. 
2Sa 12:3  Maar de arme had gans niet dan een enig klein ooilam, dat hij gekocht had, en had het gevoed, dat het groot geworden was bij hem, en bij zijn kinderen tegelijk; het at van zijn bete, en dronk van zijn beker, en sliep in zijn schoot, en het was hem als een dochter. 
2Sa 12:4  Toen nu den rijken man een wandelaar overkwam, verschoonde hij te nemen van zijn schapen en van zijn runderen, om voor den reizenden man, die tot hem gekomen was, wat te bereiden; en hij nam des armen mans ooilam, en bereidde dat voor den man, die tot hem gekomen was. 
2Sa 12:5  Toen ontstak Davids toorn zeer tegen dien man; en hij zeide tot Nathan: Zo waarachtig als YHVH leeft, de man, die dat gedaan heeft, is een kind des doods! 
2Sa 12:6  En dat ooilam zal hij viervoudig wedergeven, daarom dat hij deze zaak gedaan, en omdat hij niet verschoond heeft. 
2Sa 12:7  Toen zeide Nathan tot David: Gij zijt die man! Zo zegt YHVH, de God Israels: Ik heb u ten koning gezalfd over Israel, en Ik heb u uit Sauls hand gered; 
2Sa 12:8  En Ik heb u uws heren huis gegeven, daartoe uws heren vrouwen in uw schoot, ja, Ik heb u het huis van Israel en Juda gegeven; en indien het weinig is, Ik zou u alzulks en alzulks daartoe doen. 
2Sa 12:9  Waarom hebt gij dan het woord des YHVHs veracht, doende wat kwaad is in Zijn ogen? Gij hebt Uria, den Hethiet, met het zwaard verslagen, en zijn huisvrouw hebt gij u ter vrouwe genomen; en hem hebt gij met het zwaard van de kinderen Ammons doodgeslagen. 
2Sa 12:10  Nu dan, het zwaard zal van uw huis niet afwijken tot in eeuwigheid; daarom dat gij Mij veracht hebt, en de huisvrouw van Uria, den Hethiet, genomen hebt, dat zij u ter vrouwe zij. 
2Sa 12:11  Zo zegt YHVH: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis, en zal uw vrouwen nemen voor uw ogen, en zal haar aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon. 
2Sa 12:12  Want gij hebt het in het verborgen gedaan; maar Ik zal deze zaak doen voor gans Israel, en voor de zon. 
2Sa 12:13  Toen zeide David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen den HEERE! En Nathan zeide tot David: YHVH heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven. 
2Sa 12:14  Nochtans, dewijl gij door deze zaak de vijanden des YHVHs grotelijks hebt doen lasteren, zal ook de zoon, die u geboren is, den dood sterven

2Sa 12:15  Toen ging Nathan naar zijn huis. En YHVH sloeg het kind, dat de huisvrouw van Uria David gebaard had, dat het zeer krank werd. 
2Sa 12:16  En David zocht God voor dat jongsken; en David vastte een vasten, en ging in, en lag den nacht over op de aarde. 
2Sa 12:17  Toen maakten zich de oudsten van zijn huis op tot hem, om hem te doen opstaan van de aarde; maar hij wilde niet, en at geen brood met hen. 
2Sa 12:18  En het geschiedde op den zevenden dag, dat het kind stierf; en Davids knechten vreesden hem aan te zeggen, dat het kind dood was, want zij zeiden: Ziet, als het kind nog levend was, spraken wij tot hem, maar hij hoorde naar onze stem niet, hoe zullen wij dan tot hem zeggen: Het kind is dood? Want het mocht kwaad doen. 
2Sa 12:19  Maar David zag, dat zijn knechten mompelden; zo merkte David, dat het kind dood was. Dies zeide David tot zijn knechten: Is het kind dood? En zij zeiden: Het is dood. 
2Sa 12:20  Toen stond David op van de aarde, en wies en zalfde zich, en veranderde zijn kleding, en ging in het huis des YHVHs, en bad aan; daarna kwam hij in zijn huis, en eiste brood; en zij zetten hem brood voor, en hij at. 
2Sa 12:21  Zo zeiden zijn knechten tot hem: Wat is dit voor een ding, dat gij gedaan hebt? Om des levenden kinds wil hebt gij gevast en geweend; maar nadat het kind gestorven is, zijt gij opgestaan en hebt brood gegeten.

2Sa 12:22  En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend; want ik zeide: Wie weet, YHVH zou mij mogen genadig zijn, dat het kind levend bleve. 
2Sa 12:23  Maar nu is het dood, waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem nog kunnen wederhalen? Ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkomen.

Zeventig duizend mensen stierven door de keuze van David:

Zeventigduizend mensen stierven vanwege de zonde van David: 2Sa 24:10  En Davids hart sloeg hem, nadat hij het volk geteld had; en David zeide tot YHVH: Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb; maar nu, o YHVH, neem toch de misdaad Uws knechts weg, want ik heb zeer zottelijk gedaan. 


2Sa 24:11  Als nu David des morgens opstond, zo geschiedde het woord des YHVHs tot den profeet Gad, Davids ziener, zeggende: 
2Sa 24:12  Ga heen, en spreek tot David: Alzo zegt de HEERE: Drie dingen draag Ik u voor; verkies u een uit die, dat Ik u doe. 
2Sa 24:13  Zo kwam Gad tot David, en maakte het hem bekend, en zeide tot hem: Zal u een honger van zeven jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden vlieden voor het aangezicht uwer vijanden, dat die u vervolgen? Of dat er drie dagen pestilentie in uw land zij? Merk nu, en zie toe, wat antwoord ik Dien zal wederbrengen, Die mij gezonden heeft. 
2Sa 24:14  Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des YHVHs vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen. 
2Sa 24:15  Toen gaf YHVH een pestilentie in Israel, van den morgen af tot den gezetten tijd toe; en er stierven van het volk, van Dan tot Ber-seba toe, zeventig duizend mannen.

Deze twee voorbeelden hierboven geven duidelijk aan dat David als koning verantwoordelijk is voor zijn beleid.

We gaan verder met Ezra en Nehemia:

Ezr_9:7  Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.
Neh_9:34  En onze koningen, onze vorsten, onze priesters en onze vaders hebben Uw wet niet gedaan; en zij hebben niet geluisterd naar Uw geboden, en naar Uw getuigenissen, die Gij tegen hen betuigdet.

Zou het heden ten dage anders zijn?

Zouden we uit de gebeurtenissen kunnen opmaken wat er precies aan ten grondslag ligt? Zoeken we wel naar de oorzaak en gevolg? Om bij YHVH uit te komen?

Hoe zou onze houding moeten zijn, wij die in de volkeren leven?

Alleen meeleven?

Of Abba YHVH vragen hoe wij het doen als individuele gelovigen die die niet geleerd zijn collectieve verantwoordelijkheid te nemen?

Waar lopen wij vast?

Erkennen wij de aardse koning boven de hemelse?

Of zuchten wij onder een bewind als gevolg van collectieve zonde?

Er is maar één weg uit en dat is terug naar de Elohim van Abraham, Izaäk en Jacob om van Hem Zijn wegen te leren.

Dat vraagt pas op de plaats.

Liefde, kracht en bezonnenheid. Drie die alleen functioneren naar Vaders welbehagen als zij door middel van Zijn wil worden gedaan. De uitnodiging ligt er: 

Jer 6:16  Zo zegt YHVH: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen. 
Jer 6:17  Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, zeggende: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren. 

Nog even terug naar het verkozen volk, wat ook wel “oogappel”genoemd wordt…

We vinden in Deuteronomium 32 het volgende:

Deu 32:8  Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israels. 
Deu 32:9  Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve. 
Deu 32:10  Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel. 
Deu 32:11  Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken; 
Deu 32:12  Zo leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemd god met hem
Deu 32:13  Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de steenrots, en olie uit den kei der rots; 
Deu 32:14  Boter van koeien, en melk van klein vee, met het vet der lammeren en der rammen, die in Bazan weiden, en der bokken, met het vette der nieren van tarwe; en het druivenbloed, reinen wijn, hebt gij gedronken. 
Deu 32:15  Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij zijt dik, ja, met vet overdekt geworden!); en hij liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils. 
Deu 32:16  Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde goden; door gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt. 
Deu 32:17  Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben. 
Deu 32:18  Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft. 
Deu 32:19  Als het de HEERE zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid tegen zijn zonen en zijn dochteren. 
Deu 32:20  En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is. 
Deu 32:21  Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal hen tot ijver verwekken door diegenen (melo hagoyim, Romeinen 9 tm 11), die geen volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken. 
Deu 32:22  Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. 
Deu 32:23  Ik zal kwaden over hen hopen; Mijn pijlen zal Ik op hen verschieten. 
Deu 32:24  Uitgeteerd zullen zij zijn van honger, opgegeten van den karbonkel en bitter verderf; en Ik zal de tanden der beesten onder hen schikken, met vurig venijn van slangen des stofs. 
Deu 32:25  Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende kind met den grijzen man. 
Deu 32:26  Ik zeide: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien; Ik zoude hun gedachtenis van onder de mensen doen ophouden; 
Deu 32:27  Ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft dit alles niet gewrocht. 
Deu 32:28  Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is geen verstand in hen. 
Deu 32:29  O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken. 
Deu 32:30  Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en YHVH hen overgeleverd had? 
Deu 32:31  Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze vijanden rechters zijnde. 
Deu 32:32  Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien. 
Deu 32:33  Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift. 
Deu 32:34  Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten? 
Deu 32:35  Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten. 
Deu 32:36  Want YHVH zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is. 
Deu 32:37  Dan zal Hij zeggen: Waar zijn hun goden; de rotssteen, op welken zij betrouwden? 
Deu 32:38  Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u zij. 
Deu 32:39  Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt! 
Deu 32:40  Want Ik zal Mijn hand naar den hemel opheffen, en Ik zal zeggen: Ik leef in eeuwigheid! 
Deu 32:41  Indien Ik Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten gerichte grijpt, zo zal Ik wraak op Mijn tegenpartijen doen wederkeren, en Mijn hateren vergelden. 
Deu 32:42  Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen, van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn. 
Deu 32:43  Juicht, gij heidenen, met Zijn volk! want Hij zal het bloed Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land en Zijn volk. 
Deu 32:44  En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun. 
Deu 32:45  Als nu Mozes geeindigd had al die woorden tot gans Israel te spreken; 
Deu 32:46  Zo zeide hij tot hen: Zet uw hart op al de woorden, die ik heden onder ulieden betuige, dat gij ze uw kinderen gebieden zult, dat zij waarnemen te doen al de woorden dezer wet. 
Deu 32:47  Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden; maar het is uw leven; en door ditzelve woord zult gij de dagen verlengen op het land, waar gij over de Jordaan naar toe gaat, om dat te erven. 

We mogen treuren, rouwen om hen die niet beter wisten en slachtoffers zijn gemaakt vanwege de zonden van hen die over hen gesteld zijn, maar we moeten beslist niet uit het oog verliezen, dat wanneer een volk tot voorbeeld gesteld is, daar ook serieuze voorwaarden aan gegeven worden om die te doen. Shema.

We moeten zaken wel benoemen zoals ze in elkaar steken of hoe zij zich gevormd hebben. Zowel individueel als collectief.

Wanneer wij Amen gezegd hebben op het verbond met Abba Vader, dan behoren wij ook de voorwaarden die Hij aanreikt zorgvuldig in acht te nemen.

Wanneer wij daarin verzaken, dienen wij te erkennen, bekennen en daadwerkelijk om te keren. Niet op goed geluk of omdat het ons beter uitkomt, maar omdat wij vanwege toewijding eer willen geven aan Elohim YHVH.

Het geschreven Woord van YHVH oftewel de bijbel is onze leidraad, indachtig gemaakt door de Ruach haKodesh (Heilige Geest). Maar zonder Yeshua blijft het behelpen. We moeten Hem uitnodigen in ons leven te komen, zodat de Ruach ons verstand kan verlichten.

Joh 3:3  Yeshua antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. (…)  Joh 3:5  Yeshua antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water (mikwe ) en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. 

Lam_3:40  Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot YHVH.
Hos_6:1  Komt en laat ons wederkeren tot YHVH, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.

Dán in die houding zullen wij, die nabij zijn en die verre zijn, collectief gevonden worden:

Psa 130:1  Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o YHVH! 
Psa 130:2  YHVH! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen. 
Psa 130:3  Zo Gij, YHVH! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? 
Psa 130:4  Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. 
Psa 130:5  Ik verwacht YHVH; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. 
Psa 130:6  Mijn ziel wacht op YHVH, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen. 
Psa 130:7  Israel hope op YHVH; want bij YHVH is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing. 
Psa 130:8  En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden. 

Mat_9:36  En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben.

Beproef mijn woorden!


Een reactie plaatsen

Tijd van bezinning

Meerdere malen kwam afgelopen tijd de gedachte naar boven dat er een periode van bezinning aangebroken is.

Voor die tijd was er, zo het leek, een niet eerder zo bekende tijd van ontwikkeling. Zoals ik iemand hoorde zeggen dat er in deze generatie nog niet eerder zoveel mensen uit de vier windstreken tot inzicht kwamen om terug te gaan naar shabbat en feesten. Het was haast grenzeloos ontdekken en  ontmoeten.

En dan kwam er zachtjesaan een tijd van stilgezet worden. Er zijn veel woorden over gezegd en velen kunnen de symptomen benoemen, waarom we min of meer stilgezet worden, maar Degene Die de Autoriteit heeft, weet het antwoord en resultaat. Vanaf dat we de pas zijn gaan in houden, besefte ik dat het het beste is mijn oog en hart gericht te houden op YHVH, aan Wiens oog niets ontgaat en Yeshua in het midden van mijn bestaan.

Onverwachts stilgezet worden neemt enige tijd van aanpassing, maar wanneer we onze ogen op YHVH houden, gaat dat makkelijker zonder Zijn vrede volkomen te verliezen. Zijn Woord is krachtig en dus ook krachtig voor ons.

Na een zekere evaluatie kwam het besef dat we mogen gaan toepassen van wat we ontdekt hebben, uitdelen van wat we in de jaren daarvoor meegekregen hebben aan ervaringen en vriendschappen in het toebedeelde stuk van de akker dat de voorloper is van het Koninkrijk dat komt.

Het is verwonderlijk dat Abba YHVH nog zoveel in gedachten heeft wat wij voor Hem doen kunnen. Het is verwonderlijk om te ondervinden dat Hij in ons eigen landje Nederland zoveel in beweging zet.

Onlangs sprak ik een vrouw en we hadden het over de “levendigheid” met name in het noorden van het land. Zij vertelde dat haar oma dat destijds specifiek vertelde, wat mij de gedachte gaf over een boekje (1) van een dominee, waarvan ik een stukje onthouden had over een werk van de Heilige Geest in de nabije toekomst, wat in het noorden van het land beginnen zou. Ik las dat stukje in het boek echt tientallen jaren geleden, maar nooit vergeten.

Stilgezet worden maakt ook creatief. Alles hoeft niet gezegd en uitgelegd te worden…Een goed verstaander heeft maar een half oor nodig.

Uit een achtergrond komend waarin familieleden hun leven op het spel zetten om joodse mensen te herbergen, brengt toch een DNA mee, waarin gepaste voorzichtigheid op de plaats is. We moeten verder kunnen kijken dan nu.

Abba YHVH geeft in de school des levens waardevolle lessen en als wij die benutten willen met Zijn hulp, dan worden we voorbereid.

Regelmatig denk ik aan het boekje van Jan Pit met de titel “Als vervolging komt…. Ook dat hebben wij jaren geleden gelezen en er lering uit getrokken. We moeten zo nodig zelfstandig kunnen doorgaan als de middelen en mensen ontbreken.

Een ander relaas komt in mn gedachten. Een vriend uit het verre Oosten schreef eens dat hij voor een maand van de radar was in verband met een missie. Na die maand kwam hij weer boven water en vertelde dat niet één maar twee huiskerken overgegaan waren tot de shabbat en bijbelse feesten.

Als we voorbereid zijn, kunnen we de tijd besteden aan het delen. Niet vanuit angst, maar vanuit liefde, kracht en bezonnenheid. Want dát hebben we dan in de levensschool geleerd.

In principe zijn we in dienst van de komende koning als het goed is en juist in deze tijd met vele stemmen, wil Hij ons leren Zijn Stem te gaan verstaan en daarvoor moeten we vrijwillig kiezen apart gezet te worden.

Stilgezet worden betekent een verfijning van de opleiding om uiteindelijk meer te kunnen zaaien door in de eerste plaats ons praktische leven als voorbeeld te stellen richting hen met wie wij in aanraking komen, al naar gelang Hij dat wil.

Stilgezet worden is ook een kostbare tijd om tijd vrij te maken voor het beoefenen van Zijn Stem te verstaan.

Verscheidene malen heb ik in de voorbije drukte van alle mogelijkheden op eenzame plaatsen Zijn nabijheid op een bijzondere manier ervaren. Hij doet dat op verschillende manieren.

Soms is het gewoon stil. Stil buiten en stil binnen in ons en daar op een zeker moment nadert Hij als het ware. Dat is later uit duizenden te herkennen en meer nog, vergeten is er niet bij. Daarvoor was het té lieflijk.

Psa 62:2  Immers is mijn ziel stil tot Elohim; van Hem is mijn heil. 
Psa 62:3  Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen. _        Psa 62:6  Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.

Vraag Hem en wacht op Zijn Stem.

Eer wij roepen…

Psa 105:1  Looft YHVH/ den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken. 
Psa 105:2  Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen. 
Psa 105:3  Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart dergenen, die den HEERE zoeken, verblijde zich. 
Psa 105:4  Vraagt naar YHVH/ den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. 
Psa 105:5  Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, en der oordelen Zijns monds. 
Psa 105:6  Gij zaad van Abraham, Zijn knecht, gij kinderen van Jakob, Zijn uitverkorene! 
Psa 105:7  Hij is YHVH/ de HEERE, onze God; Zijn oordelen zijn over de gehele aarde. 
Psa 105:8  Hij gedenkt Zijns verbonds tot in der eeuwigheid, des woords, dat Hij ingesteld heeft, tot in duizend geslachten; 
Psa 105:9  Des verbonds, dat Hij met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak; 
Psa 105:10  Welken Hij ook gesteld heeft aan Jakob tot een inzetting, aan Israel tot een eeuwig verbond.

Psa 27:14  Wacht op YHVH/ den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op YHVH/ den HEERE. 

Eerder schreef ik dat Zijn Woord kracht heeft en wanneer u aandachtig Zijn woorden leest, wordt uw hart met hoop gevuld.

Alle eer aan YHVH, Die ons redt.

1.Boekje van Ds Overduin, die in Sliedrecht heeft gestaan.


Een reactie plaatsen

Storm vanwege Jona

Wanneer we onze vinger door onvoorzichtigheid tussen de deur hebben gestoken, kunnen we de schade bekijken, de deurophanging doorzoeken, de snelheid waarmee de deur dichtsloeg onderzoeken en niet nagaan waaróm de vinger tussen de deur gekomen is…
 
Dit voorbeeld kunnen we plaatsen op de gebeurtenissen die ons allen geruime tijd bezighouden. We kunnen in het Boek nagaan in welke tijd we het zouden kunnen plaatsen, de tijd van moeite, verantwoordelijkheid bij de maker van de deur of kozijn zoeken die het niet goed gemaakt zou hebben,
máár…
 
vragen wij ons ook af waarom en waartoe het gebeurt?
 
We lezen in het Woord dat het oordeel eerstens bij het huis Gods begint…
 
Wat hebben wij laten liggen?
 
In het geval van Jona, werden de zeelieden het eerst getroffen…
In het geval van ons wordt bijvoorbeeld de middenstand getroffen..
 
Is er een overeenkomst?
 
Zien wij iets over het hoofd?
 
Hebben wij een schriftuurlijke boodschap genegeerd of niet opmerkzaam genoeg geweest, waardoor mensen, die het niet konden weten, door onze onbedachtzaamheid, er directe nadeel van ondervinden?
 
Laten wij onszelf onderzoeken in plaats van de symptomen tegen het licht te houden en die proberen te doorgronden.
 
Persoonlijk bemerk ik weinig zelfonderzoek onder ons in deze tijd, maar veelmeer de symptomen zoeken te ontrafelen. Dat stemt mij tot nadenken.
 
Sinds dat ik door Vaders Woord en Geest gewaar werd dat ik Israeliet ben naar Zijn belofte en mocht uitgaan om dat te gaan delen, ben ik,zijn wij en een minderheid van anderen, die het geopenbaard kregen, veel weerstand, traditie en religie tegengekomen. Het is geen populaire boodschap blijkt wel. Maar het is wel een belangrijk onderdeel in de voorbereidingstijd van de bruid, die door Yeshua’s werk haar identiteit als mede- Israeliet moet gaan aanvaarden.
 
Het is mij duidelijk geworden dat de meeste bijbelgelovigen slapen, net als Jona in het schip. Hij had een opdracht van de Vader gekregen die hij niet wilde opvolgen.
 
De dicipelen kregen na een paar jaar de opdracht om uit te gaan en anderen tot Yeshua’s dicipelen te maken.
 
Door Yeshua’s onderwijs wisten de dicipelen dat zij naar de verloren schapen van het huis van Israel moesten gaan. Zij leerden hen alles wat Yeshua hen geleerd had en dezen die dat aannamen werden van harte gedoopt op hun getuigenis.
 
Getuigen wij dat wij eertijds verloren schapen van het huis van Israel waren en nu gevonden zijn en schapen zijn IN het huis van Israel? Zodat wij als schapen Israels op onze beurt uit mogen gaan om andere verloren schapen uit het huis van Israel de blijde boodschap te vertellen dat Yeshua in de bres gestaan heeft door de wet der zonde en des doods aan het hout te nagelen, waardoor de verloren schapen/lo ammi Ammi mogen worden?
 
Alles naar de belofte en op Yeshua’s bloedverbond?
 
Staat er niet in 1Co_14:1  “Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren
Waar zijn zij die het Woord profeteren en de geopenbaarde boodschap in hun leven praktiseren zodat het tot een levend voorbeeld voor velen is?
Zou het kunnen zijn dat de huidige gebeurtenissen, die nog niet eens de bijbelgelovigen zo hard treft, eenzelfde resultaat proberen te stimuleren als de storm die de zeelieden trof met een slapende Jona?
En wat als wij Jona zijn en er niet voor kiezen wakker te worden?
Treft ons en de ‘zeelieden’ die ons in hun schip meegenomen hebben (maatschappij) dan een zwaardere plaag? 
En zo ik zie zijn deze ‘plagen” genade om ons te manen onze opdracht op te nemen.
We zagen door allerlei aannames of vroegere erfenis de boodschap van de vissers niet en nu de jagers aan bod komen, kunnen we nog wakker worden, zodat de storm gestild wordt.
Dan gaat onze aandacht niet meer naar de mensen om ons heen die alles doen wat verboden is. En ook niet naar de symptomen die de storm veroorzaakt of het mogelijke scenario dat zou kunnen volgen…
Neen, dan zien we dat de mensen, zeelieden, om ons heen door ons talmen getroffen werden. En ook nog es weerhouden werden om tot de Koning te naderen.
Talmen van geroepenen treft hen die de kostbare boodschap onthouden wordt.
In het geval van Jona was de aanzwellende storm genoeg om Jona te manen, wakker te worden en hun vrees en angst met alle gevolgen van dien, deed Jona beseffen, dat het aan hem lag.
Overboord gooien was de enige optie en toen hield de storm op.
Jona kreeg nog een kans.
Er liggen diepe lessen in de geschiedenis van Jona.
Laten we er lering uit trekken.
Toets mijn woorden!
 
 
 


Een reactie plaatsen

Wat eenzijdig verbond vermag…

Onlangs kwam het verbond van YHVH met Abram in gedachten, die later door Hem Abraham werd genoemd. Realiserend dat YHVH Zelf dat verbond maakte met Abraham gaf aanleiding tot mijmeren. Abba Vader weet wie wij zijn en daarom maakte Hij dat verbond vast door het eenzijdig aan te gaan terwijl Abram de dieren verzamelde die offer werden.

Gen 15:8  En hij zeide: Heere, YHVH! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal? 
Gen 15:9  En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, en een driejarigen ram, en een tortelduif, en een jonge duif. 
Gen 15:10  En hij bracht Hem deze alle, en hij deelde ze middendoor, en hij leide elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet. 
Gen 15:11  En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg. 
Gen 15:12  En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem. 
Gen 15:13  Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren. 
Gen 15:14  Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have. 
Gen 15:15  En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden. 
Gen 15:16  En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen. 
Gen 15:17  En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en ziet, daar was een rokende oven en vurige fakkel, die tussen die stukken doorging. 
Gen 15:18  Ten zelfden dage maakte YHVH/de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath

Yeshua

Mijmerend over dat eenzijdige verbond dat YHVH maakte met Abram bracht mij naar Iemand anders, Yeshua en ik realiseerde mij dat Hij het verbond vernieuwd heeft, ook weer eenzijdig,omdat YHVH weet wie wij waren en zijn.

Ik zie verband tussen Joh 3:16 en onderstaande verzen.

Isa 11:1  Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen. 
Isa 11:2  En op Hem zal de Geest des YHVH’s/HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des YHVH’s/HEEREN. 

Isa 53:2  Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. 
Isa 53:3  Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. 
Isa 53:4  Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. 
Isa 53:5  Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. 
Isa 53:6  Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. 

Wanneer we dan lezen dat uit Hem, door Hem en tot Hem alle dingen zijn, dan mogen we aannemen dat Hij het is die het plan maakte en zorgt dat het plan zal slagen. Het plan wat Hij voor ogen heeft.

Romeinen 8:28″En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn. 
Rom 8:29  Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen. (zodat wij bikkurim konden worden)
Rom 8:30  En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt. 

Dit plan, wat door dat eenzijdige verbond vastbesloten is, staat in Zijn Woord opgetekend. Maar aan alleen de letter hebben we niet genoeg. De openbaring kan van niemand anders komen dan van Zijn Geest van Heiligheid.

Woord en Geest. We komen dit begrip veel tegen in het gehele Woord van YHVH.

Laten we niet vergeten dat de voorjaarsfeesten zijn vervuld door Yeshua. Dat zou ook weleens kunnen betekenen dat we weliswaar de feesten kunnen gedenken vanuit de vervulling om reikhalzend uit te zien naar de vervulling van de najaarsfeesten.

Dat zou ook kunnen betekenen, dat door een stille omgang om de Stem van de Vader te kunnen verstaan, wij gaan beseffen dat we niet hoeven teruggrijpen op wat geweest is, maar beseffen dat door Zijn Geest het Koninkrijk al begonnen is gestalte te krijgen, maar nog niet voltooid is, omdat er nog andere schapen zijn…

We hebben inzicht van Zijn Stem nodig om niet terug te vallen in een vorm en voorwaarde vóór Yeshua. Deze vormen wezen naar Hem en nu Hij alreeds gekomen is, dienen wij Hem te vragen wat Hij wil dat wij doen zullen.

Joh 14:26 is een nuttig en uitnodigend handvat.

Er staat ons nog veel moois te wachten. Hij is onze Beschermer en dat wil wat zeggen.

Isa 43:18  Gedenkt der vorige dingen niet, en overlegt de oude dingen niet. 
Isa 43:19  Ziet, Ik zal wat nieuws maken, nu zal het uitspruiten, zult gijlieden dat niet weten? Ja, Ik zal in de woestijn een weg leggen, en rivieren in de wildernis. 
Isa 43:20  Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken en de jonge struisen; want Ik zal in de woestijn wateren geven, en rivieren in de wildernis, om Mijn volk, Mijn uitverkorenen drinken te geven. 

Isa 41:10  Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw Elohim/God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid

Exo 14:13  Doch Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des YHVH’s/HEEREN, dat Hij heden aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt, zult gij niet weder zien in eeuwigheid. 
Exo 14:14  YHVH/De HEERE zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn. 

 

Exo 14:15  Toen zeide YHVH/de HEERE tot Mozes: Wat roept gij tot Mij? Zeg den kinderen Israels, dat zij voorttrekken. = Shema!

Om vast te houden, welke rode draad er door de hele schepping loopt, hebben we eigenlijk een paar woorden nodig, om te kunnen gaan onderscheiden, hoe Hij onderscheid maakte. Dat onderscheid kwam tot stand door Zijn Eigen daad.Uit,door en tot Hem.

Geen mens kon het plan verijdelen noch activeren!

YHVH ging tussen die twee stukken dieren door, zodat het verbond vastbesloten was/is. Yeshua, zondeloos, kwam in een punt des tijds om de gebroken lijn (door onze ongerechtigheid- Jesaja 53:5,6) lijn vernieuwd voort te zetten. In alle eenvoud zie ik punten die men met elkaar verbinden kan. Deze punten zijn uitgezette tijden en daden die alleen van YHVH afkomstig zijn, geprofeteerd in het Woord.

Verwondering dat Hij in Genesis 3:15 aangeeft dat uit Chava, de vrouw in het mensengeslacht, een Zaad zal komen die de kop van haSatan zal vermorzelen. Dat is ten tijde van Yeshua’s werk geestelijk gebeurd en zal ook daadwerkelijk gaan gebeuren.

Jer 33:17  Want zo zegt YHVH/de HEERE: Aan David zal niet worden afgesneden een Man, Die op den troon van het huis Israels zitte. 
Jer 33:18  Ook zal den Levietischen priesteren, van voor Mijn aangezicht, niet worden afgesneden een Man, Die brandoffer offere, en spijsoffer aansteke, en slachtoffer bereide al de dagen. 

Gen_14:18  En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.
Psa_110:4  De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.
Heb_5:6  Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.
Heb_5:10  En is van God genaamd een Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek.
Heb_6:20  Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Yeshua/Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid.

Een ander handvat is dat de belofte gepaard gaat met die ene Zade. Namelijk vanuit YHVH gegeven. Werd niet Sara bevrucht ná de belofte? En wat te zeggen van Izak? Gen_25:21  En Izak bad YHVH/den HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en YHVH liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd.

Rebekka/Rivkah werd zwanger van een tweeling, waarvan later de jongste de eerstgeboortezegen kreeg, net zoals de jongste genaamd Efraïm,zoon van Yosef. Je zou kunnen zeggen dat het niet logisch is, maar Hij heeft er iets mee voor.

Mirjam de moeder van Yeshua werd overschaduwd door de Heilige Geest.

Wat ik onder woorden probeer te brengen is, dat wanneer YHVH nageslacht beloofd waar de menselijke gang van zaken achterwege blijft, Hij er iets bijzonders mee wil zeggen.

Nu wij terugkijkend door Yeshua, die Ene Zade, als het ware geadopteerd zijn, zijn wij geestelijk niet meer wie wij waren.

Onze afkomst mogen we in herinnering houden, maar het nieuwe in ons is van doorslaggevend belang, namelijk dat wij kinderen van YHVH genoemd worden. Vanwege Zijn vastbesloten verbond en het zondeloze sterven/opstanding van Yeshua. Wij zijn een nieuwe schepping, wat nog tot volheid zal gaan komen. Hij zet met het verlossingswerk een vernieuwd geslacht, dat zich niet beroemd op wat men was (bloedlijn,afkomst etc) maar omarmt de vernieuwde identiteit, die eens gegeven werd aan het volk bij de berg, kinderen Israels. De roem en eer gaat dan uit naar die Ene door Wiens bloed wij ingelijfd en bijgezet zijn. Dát is het begin van het koninkrijk, waarvan de apostelen en profeten getuigden en wat zijn voleinding gaat krijgen in de zeer nabije toekomst, ongeacht wat wij voor ogen zien!

Ik blijf mij erover verwonderen.

Act 3:22  Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal. 
Act 3:23  En het zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit den volke. 
Act 3:24  En ook al de profeten, van Samuel aan, en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen te voren verkondigd. 
Act 3:25  Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. 

Die ene Zade…

Gal 3:16  Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Yeshua de Gezalfde/Christus. 

Rom_6:4  Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Yeshua uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.

Rom_11:36  Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

 

 


4 reacties

In de branding koers houden

’t Scheepken onder Yeshua’s hoede,
Met zijn reddingsvlag hoog in top,
Neemt, als arke der verlossing,
Allen, die in nood zijn, op.

refrein:
En sta de zee al hol en hoog
En zweept de storm ons voort,
Wij hebben ’s Vaders Zoon aan bood
En ’t veilig strand voor oog.

Lied van vroeger met een diepe betekenis…

Herhalend komen mij de volgende woorden al een poosje in gedachten:

Heb 10:22  Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Heb 10:23  Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);
Heb 10:24  En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
Heb 10:25  En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.

Ik lees voorbereiding, onwankelbare belijdenis der hoop, acht slaan op elkaar, aansporing, opwekken tot, goede werken, contact maken en onderhouden, vermanen staat er ook..

Vermanen:   G3870
παρακαλέω
parakaleō
par-ak-al-eh’-o  nabij aanroepen, dat wil zeggen, uitnodigen, aanroepen (door smeekbede, aansporing of troost): – smeken, roepen, (goed zijn) troost, verlangen, (geven) aansporen (-ation), smeken, bidden.

Branding…Ik herinner me Yeshua in de boot..

Mar 4:37  En er werd een grote storm van wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol werd. 
Mar 4:38  En Hij was in het achterschip, slapende op een oorkussen; en zij wekten Hem op, en zeiden tot Hem: Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan? 
Mar 4:39  En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte. 
Mar 4:40  En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij zo vreesachtig? Hebt gij geen geloof? 
Mar 4:41  En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn? 

Gedachten komen op:

Arendsvleugelen…

Exo 19:3  En Mozes klom op tot God. En YHVH/de HEERE riep tot hem van den berg, zeggende: Aldus zult gij tot het huis van Jakob spreken, en den kinderen Israels verkondigen: 
Exo 19:4  Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op arendsvleugelen hebt gedragen, en u tot Mij gebracht heb. 
Exo 19:5  Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; 
Exo 19:6  En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult. 

Die was, is en komen zal:

Heb 13:8  Messias Yeshua is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. 
Heb 13:9  Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben. 

Hebt goeden moed

Deu_31:6  Weest sterk en hebt goeden moed, en vreest niet, en verschrikt niet voor hun aangezicht; want het is YHVH/de HEERE, uw God, Die met u gaat; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten. Joh_16:33  Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.

Joh 6:63  De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven

Laat ons verhalen hoe Hij, Die onze ingang en uitgang bewaren zal, onze vaderen bijstond. Laten wij elkaar herinneren aan Zijn Vrede, Zijn shalom die alle verstand te boven gaat. Laten wij elkaar ontmoeten in onze wandel met de Vader, vertellen van Zijn Aanwezigheid in ons leven van alledag.

Een gedachte komt naar voren als een voorbeeld, die mij al vroeg aansprak.Er is een landbouwmethode, die de plant versterkt in plaats van zich te focussen op de insecten die een zwakke plant belagen. Ik vind daarin een grote les liggen.

Onderstaande woorden zeggen dat de “Ik” de ingrediënten geeft, waardoor de rust en vrede die alle verstand te boven gaat, ons dan ter beschikking staat, wanneer wij opnieuw naar Hem komen zullen en in verbinding blijven. Realistische zelfkennis geeft vanzelf aan hóé in verbinding te blijven.

Laat ons rusten in de woorden uit Mat_11:28  “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.”


Een reactie plaatsen

Balans

In deze tijd, wordt menigeen teruggeworpen op wat men weet. Wanneer we onze ogen, oren en verstand niet afschermen, kunnen we in onbalans komen, waarin verontrustheid gevoerd door onzekerheid en mogelijke dreiging, ons kostbaar Middelpunt vervaagt. Dan kunnen we het nog wel met ons verstand beamen, maar onze emotie is met het dagelijkse andere bezig. De kracht van het voorheen zo zeker weten neemt af.

In het begin van dit jaar realiseerden wij ons dat er ineens een ander klimaat kwam. Vrijheid werd ingedamd, maar niet in de keuken.

Kruispunt van gedachten over welke kant uit?

De wijsheid bij Egypte halen of bij Hem Die ons redde en altijd bij ons is. Dat betekende ook dat met de keuze het vertrouwen mee zou gaan.

Wij kozen ervoor om het vertrouwen op Hem te stellen en niet in te gaan op alle mogelijke scenario’s. Onze relatie met de Vader, Yeshua en de leiding van de Geest van Heiligheid blijft prioriteit. Relatie met een geliefde vraagt vrijwillig gegeven tijd, aandacht, zodat we op de hoogte blijven van elkaar en begrijpen hoe we dagelijks denken. Zo ook met Hem Die ons zó liefhad.

Onlangs had ik een gesprek in verschillende tijden met verschillende mensen. Ik proefde overwegend (niet bij allen) meer bezorgdheid dan doorleefd vertrouwen. Of liet de Vader mij door Zijn Geest zien dat de mensen bevangen lijken te worden door iets wat hen van de Vader wegdrijft, u mag het beoordelen.

Die ervaring maakte dat ik een paar andere mensen ging vragen die ik in mijn gedachten kreeg om hun gedachten met mij te delen ten aanzien van deze tijd en een paar van die gedachten deel ik met u:

Iemand schreef mij, dat hij moeite had de vraag van mij te beantwoorden omdat hij hoofdzakelijk bezig was met zijn relatie in de Messias Yeshua en dat van Yeshua in Hem. Hij gaf mij  1 Joh 2 vanaf vers 18 en beseffende in welke tijd dat geschreven is, helpt dat zéker bij het bepalen van de richting:                                                                                             1Joh 2:18  Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is. 
1Jn 2:19  Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn. 
1Jn 2:20  Doch gij hebt de zalving van den Heilige, en gij weet alle dingen. 
1Jn 2:21  Ik heb u niet geschreven, omdat gij de waarheid niet weet, maar omdat gij die weet, en omdat geen leugen uit de waarheid is. 
1Jn 2:22  Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Yeshua/Jezus is de Messias? Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. 
1Jn 2:23  Een iegelijk, die den Zoon loochent, heeft ook den Vader niet. 
1Jn 2:24  Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, zo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven. 
1Jn 2:25  En dit is de belofte, die Hij ons beloofd heeft, namelijk het eeuwige leven. 
1Jn 2:26  Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden. 
1Jn 2:27  En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven. 

Het andere waardevolle schrijven gaf eveneens een paar handvaten aan de hand van Mattheüs heel het hoofdstuk, Lukas 21:20. Daniel 9:27 beschrijft een verbond dat er al was, Openbaring 9 en 12. Wanneer we in ogenschouw nemen wat we zien en dat door de zeef van het geschreven Woord van YHVH laten gaan, dus niet door dat van allerlei mogelijke mensen, die ons hun gedachten zeggen of die wij het ons laten gezeggen in plaats van zelf op onderzoek uit te gaan, dán kunnen we denk ik de werkelijke situatie verstaan.

Wanneer Abba YHVH in Zijn Woord zegt dat wij niet moeten vrezen in Jesaja 41:10, dan bedoelt Hij dat letterlijk:  Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.                        

Isa_30:15  Want alzo zegt de Heere HEERE, de Heilige Israels: Door wederkering en rust zoudt gijlieden behouden worden, in stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij hebt niet gewild. Zou dat te maken hebben met oa Psa_146:3? 

Laten wij onderzoeken of wij nog in onze eerste liefde zijn en zo niet, terugkeren om onder Zijn Vleugels bescherming te vinden:

Rev 2:3  En gij hebt verdragen, en hebt geduld; en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden. 
Rev 2:4  Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. 
Rev 2:5  Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert. 

Balans, daar begonnen we mee.

Php 4:6  Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; 
Php 4:7  En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Yeshua. 
Php 4:8  Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt datzelve; 

Test mijn woorden!

English translation:

Balance

In this day and age, many are thrown back to what they know. If we do not shield our eyes, ears, and minds, we can find ourselves in an imbalance, in which anxiety fed by uncertainty and possible threat, fades our precious Center Yeshua. Then we can still agree with our mind, but our emotion is busy with the daily other things. The power of knowing so for sure is diminishing.

At the beginning of this year we realized that suddenly a different climate was coming. Freedom was contained, but not in the kitchen.

Crossroads of thoughts on which way?

Get wisdom from Egypt ór from Him Who saved us and is always with us. That also meant that confidence would go along with the choice.

We chose to put our trust in Him and not go into all possible scenarios. Our relationship with the Father, Yeshua and the guidance of the Spirit of Holiness remains a priority. Relationship with a loved one requires voluntary time, attention, so that we stay informed about each other and understand how we think on a daily basis. So also with Him Who loved us so.

Recently I had a conversation at different times with different people. I sensed mostly (not with all) more anxiety than lived confidence. Or did the Father show me by His Spirit that the people seem to be overcome by something that drives them away from the Father, you may test my thoughts.

That experience made me ask a few other people who came to my mind to share their thoughts with me regarding this time and some of those thoughts I share with you:

Someone wrote to me that he was primarily concerned with his relationship in Messiah Yeshua and that of Yeshua in Him. He gave me 1 John 2 from verse 18 and realizing at what time that was written, that certainly helps in determining the direction:
1 John 2:18 Little children, it is the last hour; and as you have heard that the Antichrist is coming, even now many antichrists have become; from which we know that it is the last hour.
1Jn 2:19 They went out from us, but they were not of us; for if they had been of us, they would have abode with us; but this was done that they might be made manifest, that they are not all of us.
1Jn 2:20 But you have an anointing from the Holy One, and know all things.
1Jn 2:21 I have not written to you because you do not know the truth, but because you know it, and because no lie is of the truth.
1Jn 2:22 Who is the liar but one who denies that Yeshua / Jesus is the Messiah? This is the Antichrist, who denies the Father and the Son.
1Jn 2:23 Whosoever denies the Son, neither hath the Father.
1Jn 2:24 Therefore what you have heard from the beginning, let it abide in you. If what you heard from the beginning abides in you, you also will abide in the Son and in the Father.
1Jn 2:25 And this is the promise which He has promised us, even eternal life.
1Jn 2:26 I have written this to you of them that lead you astray.
1Jes 2:27 And the anointing which ye have received from him abideth in you, and ye have no need that any man teach you; but as the same anointing teaches you of all things, so it is true, and is no lie; and as she hath taught you, so shalt thou abide in him.

The valuable writing from another family member shared some pointers, using Matthew throughout the chapter, Luke 21:20. Daniel 9:27 describes a covenant that was already there, Revelation 9 and 12. When we consider what we see and let it pass through the sieve of the written Word of YHVH, not that of all kinds of people who say their thoughts or we let ourselves be told instead of investigating ourselves, then I think we can understand the real situation.

When Abba YHVH says in His Word that we should not fear in Isaiah 41:10, He literally means: Fear not, for I am with you; be not surprised, for I am your God; I strengthen you, I also help you, also with the right hand of my righteousness I sustain you.

Isa_30: 15 For thus saith the Lord Jehovah, the Holy One of Israel: In return and rest shall ye be saved; in quietness and in confidence shall be your strength; but you did not want to. Could that have to do with Psa_146: 3, among others?

Let us examine whether we are still in our first love and if not, return to find protection under His Wings:

Rev 2: 3 And you have endured and have patience; and you have labored for my name’s sake, and have not fainted.
Rev 2: 4 But I have against you that you have left your first love.
Rev 2: 5 Remember then where you fell out, and repent, and do the first works; and nothing like that and I will come quickly to you, and will turn your candlestick from its place, unless you repent.

Balance, we started with that.

Php 4: 6 Be anxious about nothing; but in all things by prayer and supplication with thanksgiving let your desires be made known to God;
Php 4: 7 And the peace of God, which passes all understanding, will keep your hearts and your minds in Yeshua.
Php 4: 8 Finally, brethren, whatever things are true, whatever things are honest, whatever things are just, whatever things are clean, whatever things are lovely, whatever things are good, if there be any virtue, and if there be any praise remember it;

Test my words!
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


1 reactie

Beproefd en bevestigd Levend geloof

Ik kreeg voor n poosje terug een gedachte die in vragen uitmondde, waarover ik ging mijmeren en ik denk dat ik ze kreeg en niet zelf bedacht…
Een paar van die vragen waren waarom
– ik in sommige christelijke stromingen zo sterk het Vaderhart bespeur
– ik in diezelfde kringen zo sterk het geloof in Yeshua/Jezus terugvindt
– de mensen uit die kringen zo kunnen getuigen over wat de Vader, die zij eerbiedig HEERE noemen,door de Heilige Geest, werkzaam is in hun hart en leven

De vragen gingen vooraf aan een gedachte dat kennis uit verstand zo leeg is in tegenstelling tot kennis vanuit ondervinding in relatie tot geloof en belijdenis van Yeshua.

Globaal heb ik ervaren dat er meer kennisoverdracht is dan geloofsondervindelijke openbaring. Het zijn twee tegenovergestelden, die niet in elkaar opgaan.

Men vindt het zowel in het christendom, jodendom en messianisme.

Er is geestelijk onderscheid voor nodig, zelfonderzoek en zelfstudie om te kunnen gaan verstaan waar de verschilpunten zitten.

De vorming om tot zelfonderzoek, zelfstudie te komen is er een van los willen en durven komen van wat vanuit het achterland vertrouwd is. Het geestelijk onderscheid kan niet verworven worden, wel geoefend, wanneer men het ontvangen heeft.

Geestelijk onderscheid kan zonder geloof, welke een gevolg is van de belijdenis van Yeshua, niet verkregen worden door eigen werk.

Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.                                                                                                                                                    1Co 2:12  Doch wij hebben niet ontvangen den geest der wereld, maar den Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van Elohim/ God geschonken zijn;
1Co 2:13  Dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende.
1Co 2:14  Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden.
1Co 2:15  Doch de geestelijke mens onderscheidt wel alle dingen, maar hij zelf wordt van niemand onderscheiden.                                                                                                                     Heb_11:3  Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.

Dat dit ware geloof er al was voordat Yeshua naar de aarde kwam, getuigt onder anderen de Hebreeënbrief, maar daar gaan we nu niet op in.

Toen ik als kind in het behoudend christendom – buitenkerkelijk- onder de ernst van de noodzaak liep om wederom geboren te worden, heb ik eveneens als kind bijzondere ervaringen gehad in het leven van mijzelf en in het leven van anderen. Ik weet de dag in 1985, dat ik bewust werd van mijn wedergeboorte en dat was een aantal jaren voordat mij de openbaring omtrent de shabbat ten deel viel.

De latere openbaring van de shabbat was erg belangrijk, maar niet de belangrijkste voorwaarde om wederomgeboren te worden. Daarvan getuigt het geschreven Woord.

Joh_3:3  Yeshua antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.

Nu ik dan wandelend liep te peinzen over het ware proefondervindelijk geloof, een term die wij in het messiaanse niet of nauwelijks horen zeggen, bespeurde ik bij mijzelf door de herhaalde kennis een leegte, die ik op mijn beurt bij weinigen bespeurde of vernam en ik vroeg mij af hoe dat kwam of dat ik misschien niet opmerkte waar ik naar op zoek was.

Vele ingebrachte leringen van mensen, die weliswaar wijs in de ogen van menig mens en misschien vanuit (soms onwetend) aangepraat schuldgevoel makkelijker toegankelijk geworden zijn, wakkerden mijn vraag naar persoonlijk relatiegeloof in anderen aan.

Yeshua en Dien gekruisigd

Mijn blik, die meer naar mensen zocht die vanuit hun persoonlijke ondervinding van Yeshua’s leven in hen konden getuigen in plaats van allerlei kenniszaken, werd sterker ontwikkeld.

En ik werd in de afgelopen tijd gevormd om uit te gaan van dat Enige Nodige. Dát als uitganspunt te nemen. Kenmerken daaraan vooraf is zondebesef, waaraan wij kunnen zien dat de Geest van Heiligheid werkzaam is.

Rev_2:4  Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten.

Is in die eerste liefde niet álles gelegen? Getuigen van Hem Die ons redde?

Ik kreeg oor om op te merken waar het Vaderhart levend bleek…waar het geloof in Yeshua/Jezus zo sterk bleek en dat er mensen zijn die zó vrijmoedig vanuit hun persoonlijke ervaring getuigen van de werkzame Vader in hun leven, die zij heel eerbiedig den HEERE noemen.

Abba YHVH liet mij eerst voorzichtig de “buitenomme” lopen in de vorm van getuigenissen lezen…Dat was een naderen…Want een vriendschapshouding overvalt niet en soms moet je het onbekende leren te verstaan. Soms is dat onbekende onbekend geworden vanwege lang geleden…

Een buitenlandse vriendin vertelde ons onlangs, dat haar dochter naar een zondagskerk ging omdat zij daar zo liefdevol omgingen met de arme,weduwe en mensen in nood, terwijl deze dochter dat niet bij de messianen ondervond. Deze zondagskerk had ruimte ingebouwd om voor shabbatvierenden een aparte studie te doen.

Recentelijk was ik op bezoek bij een vriendin en zij vroeg mij spontaan mee te gaan naar n familie, alwaar ik onverwachts maar op Zijn tijd, uit de mond van een vriendelijk man, die de gewoonte heeft naar een behoudende christelijke kerk te gaan, zijn relaas vernam hoe Abba YHVH hem door de Heilige Geest gezichten gaf, waardoor hij ondervond gered te zijn en als gevolg daarvan los kwam van alles wat ons hier bindt. Ook merkte hij hierdoor op dat alle denominaties en doctrines op zich niet de ware kerk is, waarmee YHVH Zich verbonden heeft, omdat het de mensen zijn waarmee YHVH een persoonlijke verbinding legt! Hij vertelde ook en zijn vrouw bevestigde dat, dat er door zijn relaas anderen tot Levend geloof zijn gekomen. Anderen, in het bijzonder een jonge vrouw uit een zeer behoudend christelijk milieu, ontving wedergeboorte. Wat een groot en ontzaggelijk nieuws!

We zijn diezelfde week teruggeweest omdat ik mijn echtgenoot kennis wilde laten maken met deze vriendelijke man, die uit zichzelf vertelde dat hij ervaarde dat wij geestelijk verstonden wat hij deelde. En dát bevestigt dat Vaders Geest getuigt wat geschreven staat in Rom_8:16  Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn.

Eerste liefde, is dat niet het getuigenis dat Yeshua ons redde, waardoor wij kinderen van de Vader werden?

De gezichten/visioenen die wij mochten horen, hoop ik met toestemming in een ander bericht te kunnen delen.

Mij heeft het zó overtuigd en bevestigd dat Abba YHVH doorgaat met Zijn volk te verzamelen onder alle tong, natie en geloofsgemeenschappen.

Zijn verzamelde kinderen zijn Zijn tabernakel waarin Hij wonen wil én woont.

De Hebreeënbrief met name hoofdstuk 7 tm 11 getuigt ondermeer over de eerste en tweede tabernakel, het eerste en tweede priesterschap, het eerste en tweede verbond (eens beteren verbond)

Heb 8:4  Want indien Hij op aarde ware, zo zou Hij zelfs geen Priester zijn, dewijl er priesters zijn, die naar de wet gaven offeren; 
Heb 8:5  Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is. 
Heb 8:6  En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is. 
Heb 8:7  Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest. 
Heb 8:8  Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten; 

Ik mocht het vissersnet ook naar de andere kant gooien om goede vis te vangen, daar ik en anderen honger kregen naar meer van de werking van Zijn Geest in Zijn gekozenen.

Beproef mijn woorden!


Een reactie plaatsen

Belofte door een vrouw

De parasha van deze week behandelt onder andere Numeri 30

Num 30:1  En Mozes sprak tot de hoofden der stammen van de kinderen Israels, zeggende: Dit is de zaak, die YHVH/ de HEERE geboden heeft: 
Num 30:2  Wanneer een man den HEERE een gelofte zal beloofd, of een eed zal gezworen hebben, zijn ziel met een verbintenis verbindende, zijn woord zal hij niet ontheiligen; naar alles, wat uit zijn mond gegaan is, zal hij doen. 

We zien dat wanneer een man een gelofte doet, het bindend blijft.De volgende verzen maken ons duidelijk dat voor de vrouw andere regels gelden en dat duidt mijns inziens op de bescherming, welke door YHVH ingesteld is, die zij geniet van haar haar vader zolang zij onder zijn dak leeft én later dat van haar man. Die bescherming gaat van vader naar man. Welis waar is dat vaak met voeten getreden, maar een rechtvaardige vader en rechtvaardige man zal verstaan, wat YHVH hem gegeven heeft. Een prachtige uiteenzetting daarvan vinden we in de serie Biblical role of women van graceintorah.net.
Num 30:3  Maar als een vrouw den HEERE een gelofte zal beloofd hebben, en zich met een verbintenis in het huis haars vaders in haar jonkheid zal verbonden hebben; 
Num 30:4  En haar vader haar gelofte, en haar verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal horen, en haar vader tegen haar zal stilzwijgen, zo zullen al haar geloften bestaan, en alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal bestaan. 
Num 30:5  Maar indien haar vader dat zal breken, ten dage als hij het hoort, al haar geloften, en haar verbintenissen, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zullen niet bestaan; maar de HEERE zal het haar vergeven; want haar vader heeft ze haar doen breken. 

Bovenstaande verzen geven weer wat er gebeurt als zij het haar vader te kennen geeft en hoe hij zal reageren, dan wel wanneer zij zwijgt en de belofte bewaard.
Num 30:6  Doch indien zij immers een man heeft, en haar geloften op haar zijn, of de uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden heeft; 
Num 30:7  En haar man dat zal horen, en ten dage als hij het hoort, tegen haar zal stilzwijgen, zo zullen haar geloften bestaan, en haar verbintenissen, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zullen bestaan. 
Num 30:8  Maar indien haar man ten dage, als hij het hoorde, dat zal breken, en haar gelofte, die op haar was, zal te niet maken, mitsgaders de uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zo zal het de HEERE haar vergeven. 

En zoals het aan haar vader is zo hij het hoort of niet hoort en zijn reactie erop in de zin van stilzwijgen of haar belofte breken, zo ook haar man. Bij stilzwijgen blijft de belofte staan en bij breken gaat zij vrijuit.
Num 30:9  Aangaande de gelofte ener weduwe, of ener verstotene: alles, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal over haar bestaan. 
Num 30:10  Maar indien zij ten huize haars mans gelofte gedaan heeft, of met een eed door verbintenis haar ziel verbonden heeft; 
Num 30:11  En haar man dat gehoord, en tegen haar stil zal gezwegen hebben, dat niet brekende; zo zullen al haar geloften bestaan, mitsgaders alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal bestaan. 
Num 30:12  Maar indien haar man die dingen ganselijk te niet maakt, ten dage als hij het hoort, niets van al wat uit haar lippen gegaan is, van haar gelofte, en van de verbintenis harer ziel, zal bestaan; haar man heeft ze te niet gemaakt, en de HEERE zal het haar vergeven. 

Betreffende de weduwe geldt na zijn overlijden dezelfde regels.Wanneer hij tegen haar gezwegen zal hebben of het geheel teniet maakt, zo zullen de overeenkomstige regels gelden.
Num 30:13  Alle gelofte, en allen eed der verbintenis, om de ziel te verootmoedigen, die zal haar man bevestigen, of die zal haar man te niet maken. 
Num 30:14  Maar zo haar man tegen haar van dag tot dag ganselijk stilzwijgt, zo bevestigt hij al haar geloften, of al haar verbintenissen, dewelke op haar zijn; hij heeft ze bevestigd, omdat hij tegen haar stilgezwegen heeft, ten dage als hij het hoorde. 
Num 30:15  Doch zo hij ze ganselijk te niet maken zal, nadat hij het gehoord zal hebben, zo zal hij haar ongerechtigheid dragen. 
Num 30:16  Dat zijn de inzettingen, die de HEERE Mozes geboden heeft, tussen een man en zijn huisvrouw, tussen een vader en zijn dochter, zijnde in haar jonkheid, ten huize haars vaders. 

Vers 16 onderstreept nog es de serieuze inzettingen die YHVH geboden heeft inzake de belofte van een vrouw.

Zelf heb ik dit letterlijk meegemaakt en achteraf gezien dat wanneer een vrouw een belofte doet aan Abba YHVH in haar jeugd en zwijgt over deze belofte, YHVH deze belofte laat staan, totdat de vrouw de belofte kan uitvoeren.

Zelf heb ik YHVH’s hulp ingeroepen en Hij heeft machtig gehandeld, waardoor ik uit ondervinding weet dat Hij hoort, leeft en naar ons mensen omziet.

Heden ten dage mag ik de belofte, die ik in mijn tienertijd bewust deed, uitwerken met Zijn hulp onder de bescherming, medeweten en toestemming van mijn geliefde echtgenoot. Het zou kunnen zijn, dat de Vader Zelf de gedachte ingaf om mij tot deze specifieke belofte te laten komen.

Achteraf mocht ik ontdekken dat YHVH de belofte van een vrouw serieus neemt en het specifiek in Zijn geschreven Woord benoemt. Dat bleek een bijzondere ontdekking.

Alle eer aan Hem Die mij Leven gaf.

 

 


Een reactie plaatsen

Twee bomen uit Gan Eden: Ten leven of..?

Recentelijk las ik een schrijven van iemand,die mensen leert en gezien het verloop van de periode, dacht ik een opkomende vrucht te zien vanwege de onkunde aangaande de uitkomst van de keuze om inplaats van de boom des levens de boom der kennis te prefereren.

We weten van de twee bomen in de hof van Eden en die stonden er niet ter illustratie.

Ze stonden er omdat wij als mensen de keuze hebben om of de ene richting uit te gaan of de andere. We krijgen al bij de geboorte enige kennis van goed of kwaad mee. We noemen dat het geweten. Ook mensen die het geschreven Woord niet kennen, hebben enige kennis meegekregen.

Dat geweten wordt bij de wedergeboorte als het ware  omgezet in een vorm wat wij verstaan als horen wat Vaders Geest ons zegt, zie Joh 14:26

Nu is het zo dat we ons leven lang te maken hebben met onze eigen wil en die van Abba Vader. Net zoals in Gan Eden kunnen we kiezen om onze eigen weg te zoeken of uit vrije wil die van Abba Vader.

In het geschreven Woord staan schrijnende waargebeurde voorbeelden van mensen, Israelieten, die hun eigen keuze hoger achtten dan die van hun Schepper.

De twee bomen in Gan Eden hebben tot op vandaag hun taak om ons duidelijk te vertellen wat de weg ten leven is of de weg ter dood:

 Gen_2:9  En YHVH/ HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads.
Gen_2:17  Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.

Een dezer dagen kreeg ik een gesprek met iemand over de twee bronnen waaruit wij kunnen kiezen te putten en ik kreeg een paar tekstverwijzingen mee om te overdenken.1 Cor 1:19-20,24,25, 8:1 en  2 Tim. 3:7.  Vandaag sprak ik met iemand die door een Yosef-proces gaat en de boom des levens als uitgangspunt houdt. Ook juist deze week kreeg ik een schrijven onder ogen van iemand, waarin duidelijk uiteengezet wordt, wat deze beide bomen beogen. De link wordt hieronder vermeldt.

1Co 1:19  Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. 
1Co 1:20  Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?                        

1Co 1:24  Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods. 
1Co 1:25  Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen.

1Co 8:1  Aangaande nu de dingen, die den afgoden geofferd zijn, wij weten, dat wij allen te zamen kennis hebben. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. 

2Ti 3:6  Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden; 
2Ti 3:7  Vrouwkens, die altijd leren, en nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen komen. 

Het hieronder geschreven document van Simonida Dijkhuis, wat ik met toestemming mocht delen, bevestigt mijn bevinding, wanneer ik mensen tegenkom, die flirten met de boom der kennis of nog erger zoals in 2Ti 3:6 en 7. De uitkomst van de keuze is net zo actueel als in de dagen van Timoteüs. Het gebod uit Genesis 2:17 heeft vandaag dezelfde waarde  als morgen tot Yeshua’s komst.

https://drive.google.com/file/d/1rR-Cmb8CEIetEaV2sxigccdBWXJmbfeK/view

Kiest dan heden!

Deu_11:13  En het zal geschieden, zo gij naarstiglijk zult horen naar Mijn geboden, die Ik u heden gebiede, om YHVH/ den HEERE, uw God, lief te hebben, en Hem te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel;                                                                     Deu_28:14  En gij niet afwijken zult van al de woorden, die ik ulieden heden gebiede, ter rechter hand of ter linkerhand, dat gij andere goden nawandelt, om hen dienen.                                                                                                                                      Jos_24:15  Doch zo het kwaad is in uw ogen YHVH/den HEERE te dienen, kiest u heden, wien gij dienen zult; hetzij de goden, welke uw vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen YHVH/den HEERE dienen!    

Levensreddend advies!

Joh 14:23  Yeshua antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken. 
Joh 14:24  Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft. 
Joh 14:25  Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende. 
Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. 
Joh 14:27  Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.