Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

In Uw Licht zien wij het licht

Vandaag, maar ook al eens eerder, realiseerde ik mij dat wat ik aan indrukken kreeg en in het hart als het ware besloten liggen, niet veranderen omdat zij, zoals ik mij aan het beseffen ben met het Woord der Waarheid verbonden zijn. Niet dat ik daar mijn best voor heb gedaan. Ik ontving ze.

In Uw Licht zien wij het licht, las ik vanavond en die woorden raakten mij, omdat ik Vaders Hart zoek en vanuit Hem naar zaken kijken wil. Tegelijkertijd zie ik dat we die houding hebben moeten om niet in allerlei wind van leer terecht te komen die gerelateerd zijn aan leringen die geboden van mensen zijn.

In de niet aflatende bron, die men oa internet noemt, komen onnoemelijk veel onderwerpen en meningen voorbij, die al dan niet geïllustreerd worden met flarden bijbelteksten. Het lijkt allemaal wel wat te hebben…

Ik realiseer me dat ook in die niet aflatende stroom een strijd gevoerd wordt tussen vlees en geest. 

Daar is maar één weg uit!

Stil worden. 

Dat is een worsteling op zich. Een uitdaging, máár…niet onmogelijk.

Waarom stil worden?

Om oog te krijgen voor het toepasselijk Woord der Waarheid, alwaar wij het Hart van de Vader ontmoeten kunnen. Stil worden om Hem Zelf te laten spreken…te horen spreken.

Zijn Aanwezigheid sterkt, geeft iets wat men onderscheiding noemt. Dat onderscheidingsvermogen hebben we nodig om niet af te glijden, maar wanneer nodig pas op de plaats te maken.

Dat is nodig omdat emotie hoogtij viert. Op alle gebied. Wanneer men het oog op de omstandigheden houdt, kan men de oorzaak, aanvang en resultaat zoals de Vader dat voor ogen heeft, uit het geestelijk oog verliezen.

Vanavond ervaarde ik dat mij het Woord der Waarheid lief en dierbaar is én soeverein. Er staat niets boven!

Het helpt zoals de tekstverwijzing vermeldt: Heb_4:12  Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

Gevolgd door: 
Rev_1:16  En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.

Dit schrijven ontstond nadat ik mij realiseerde dat diverse hedendaagse termen met door mensen ingevulde betekenissen verdeeldheid scheppen, terwijl het Woord der Waarheid het over zondaars heeft die verzoening nodig hebben. Niemand die goed doet, ook niet één, lees ik ergens in de Schrift.

Galaten 3 geeft aan dat er geen onderscheid is en wat hoor ik veel?

Dan stel ik van wat ik hoor tegen het Woord der Waarheid. Als dat niet overeenkomt met de Schrift, laat ik het voor wat het is, maar het Woord der Waarheid omarm ik.

We zijn immers geen wezen gelaten?

Joh 14:26 Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. 

Act 17:11  En dezen waren edeler, dan die te Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. 

Ik zou allerlei voorbeelden kunnen noemen om die tegen het Licht van het Woord der Waarheid te houden, maar het is meer de bedoeling dat u er net als ik, zelf iets mee gaat doen.

Bedenk dat wij die zeggen in Yeshua te geloven en proberen in Vaders wil te wandelen met vallen en opstaan, wij de houding leren van een discipel die anderen bereiken kan. Niet met hoge woorden of een klinkende aardse afkomst, maar aanvaard hebbende de Weg die ons voorgesteld is. Getuigende en verhalende vanuit ons eigen leven van wat Hij doet in ons dagelijks leven op onze levensweg.

Alle eer aan de Schepper van het leven!


1 reactie

Noodzakelijke kenmerken

Een video (1) van een jongeman over een gebeurtenis uit zijn jeugd en zijn leven nu, bracht herinneringen naar boven, waardoor ik mij bewust werd van de rol die ik van Abba YHVH toebedeeld kreeg in dit leven.

PD vertelde hoe hij als tiener de hele school tegen hem kreeg en niet toe kon geven aan de druk. Dat nu hij er op terugkeek, deze afwijzing, deze eenzaamheid noodzakelijke ervaringen zouden worden om zijn huidige taak als voortrekker te kunnen doen samen met zijn vrouw.

Zijn relaas bracht mij eveneens terug naar mijn tienertijd, waarin ik duidelijk afwijzing ervaren heb vanwege het niet opgenomen worden in de groep, de kleding die mn moeder bepaalde en zo heel anders was dan de kleding van meisjes die volop de minimode ingingen. Ik werd genegeerd gedurende de middelbare schooltijd, uitgezonderd het derde jaar, toen een klasgenote met mij ging optrekken en zich niet van de meute aantrok. Toen al realiseerde ik mij dat ik een eenling was die zelf haar weg zou moeten gaan zoeken, wat ik ook deed. In de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige kwam ik verschillende klasgenoten tegen die mij nu wel benaderden en ik doorzag hen. Nu dan wel? Nee, dan liever mn weg vervolgen. Ook later in het leven zat het mij niet mee. Waar anderen volop van hun jeugd richting volwassenheid genoten, liep ik onder een zware zondelast.

Die ervaring tesamen met familiaire perikelen die boven mijn macht gingen, maakten dat ik soms tijden van neerslachtigheid had, waar ik de vinger niet op kon leggen. Verdriet, losgescheurd worden, van iedereen verlaten en alleen mijn troost kunnen zoeken bij de Vader.

Er waren andere nog diepere ervaringen, waar ik mee te dealen had en mij nog meer op mijzelf terugwierpen.

Eigenlijk is alles wel door een vuur van beproeving gegaan en toch heeft Abba YHVH mij niet verlaten. In bepaalde periodes geen steen op de andere gelaten. Hij had iets nieuws voor ogen. 

Waartoe diende het?

In mn vroege jeugd wilde ik maar één ding en dat is gered worden. Niet verloren gaan, maar wedergeboren worden en niet door eigen werken. Een kind in YHVH’s huisgezin. Hij heeft mij gehoord en bedacht mij geen doorsnee rol te geven. In de jaren tachtig werd ik met kracht van duisternis naar het Licht overgezet, waardoor ik tot de vrije keuze kwam om Abba YHVH volkomen te willen dienen uit dankbaarheid. Hem gevraagd mij toe te rusten. Jaren later, ik zal midden dertig zijn geweest, dat ik een bepalende uitleg van Arthur Katz in Friesland hoorde over de priesterlijke roeping. De prijs voor die roeping was alles opgeven, zodat het hart er niet op vastzit en de hartsgesteldheid er een zou zijn van een geschenk aannemen. Ik heb daar volmondig “ja” op gezegd en wat daarna volgde was als het ware de tweede lichting beproevingen van een zwaarder kaliber.

Psa 45:11  Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. 
Psa 45:12  Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Meester is, zo buig u voor Hem neder. 

Terwijl ik zo wat deel, komen herinneringen af en aan en ik realiseer mij opnieuw dat wat in het vuur van beproeving kwam, Abba er zonodig iets heel anders voor in de plaats gaf.

Hij heeft mijn woorden, mijn keuze om Hem te willen dienen, nauwkeurig gehoord.

Ik heb terugkijkend geen enkel verlies geleden, want Abba YHVH gaf mij de tijd voor herstel, terwijl ik de noodzakelijke opleiding tot de  roeping doormaakte, waar oa Arthur Katz over sprak en zelf tevens veel ervaring opdeed. Voor mij blijft gelden dat eenmaal gekozen mij geen vrijbrief geeft. Er blijft werk aan de “winkel”.

YHVH heeft gegeven, YHVH heeft genomen, YHVH zij geloofd!

Hij gaf mij een dierbare metgezel en een zoon, alsmede een familie die Hem dienen wil.

1Pe_2:9  Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht;

Exo 19:5  Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; 
Exo 19:6  En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israels spreken zult. 

Gal_3:28  Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus.

Dit onderwerp brengt mij tot de volgende vragen die een ieder voor zichzelf moet beantwoorden:

-Wat belijdt u?

-Wat doet u daar zelf voor?

-Hebt u de Vader gevraagd om een rol in het leven om de boodschap van Zijn Koninkrijk vanuit eigen ervaring door te geven?

-Het u Hem gevraagd u daarvoor een opleiding in de levensschool te geven?

-Heeft u Hem gevraagd u toe te gaan rusten?

-Bent of was u bereid alles wat u lief en dierbaar is of was werkelijk te geven?

-Hebt u Hem gevraagd waar Hij u wil indelen?

-Heeft u om bevestiging gevraagd?

-Geeft u Hem de eer in dat alles?

Bedenk dat wij in de periode ná Yeshua’s opstanding leven. Hij, de Priester naar de orde van Melchizedek.

Wij, die gekocht en betaald zijn door Yeshua’s sterven, zijn de eerstelingen des geestes, waarin Yeshua als eerste Eersteling is voorgegaan.

Hebreeën 7 tm 10, 

1Co 15:20  Maar nu, de Gezalfde is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. (..) 1Co 15:23  Maar een iegelijk in zijn orde: de eersteling Yeshua, daarna die van de Messias zijn, in Zijn toekomst.                                                                                                              Jas_1:18  Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen.                                                                                                        Rom_8:23  En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams.
Rom_11:16  En indien de eerstelingen heilig zijn, zo is ook het deeg heilig, en indien de wortel heilig is, zo zijn ook de takken heilig.

Leviticus 8 en Hebreeën 7 stemmen overeen met dien verstande dat de priesterorde van Aaron fysiek was qua afstamming als heenwijzing naar de priesterorde van Melchizedek in navolging van Yeshua, waarbij Yeshua’s verlossingswerk de voorwaarde werd:

1Pe_2:9  Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht;

Bovenstaand vers wordt nauwkeurig beschreven in Hebreeën 7,8 en 9.

Voor mij was de gedeelde info opnieuw een opfriscursus…

Alle eer aan de Vader!

Ik nodig u uit om onderstaande uitleg van Arthur in zijn geheel te beluisteren:

  1. https://www.youtube.com/watch?v=4mzjUi_UkSU
  2. Boekje van Basilea Schlink wat Arthur benoemt: https://www.sermonindex.net/sermons/Cl6DcO-JQWtI0Yi4


1 reactie

Sola Scriptura

 

Naar aanleiding van recente ontmoetingen in de volkeren kwamen de woorden over Israël en Juda in gedachten zoals beschreven in Jesaja 11: 12:

En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks.

Verdrevenen van Israël

H1760

Original: דּחח דּחה

Transliteration: dâchâh dâchach

Phonetic: daw-khaw’

BDB Definition:

to push, thrust, chase, overflow, totter, sore, drive away or out, be outcast, be cast down

(Qal) to push, push violently

(Niphal) to be thrust down, be cast down

(Pual) to be thrust down

Origin: a primitive root

TWOT entry: 420

Part(s) of speech: Verb

Strong’s Definition: A primitive root; to push down: – chase, drive away (on), overthrow, outcast, X sore, thrust, totter.

Verstrooiden uit Juda

H5310

Original: נפץ

Transliteration: nâphats

Phonetic: naw-fats’

BDB Definition:

to shatter, break, dash, beat in pieces

(Qal)

to shatter

shattering (infinitive)

(Piel) to dash to pieces

(Pual) to pulverise

to scatter, disperse, overspread, be scattered

(Qal)

to be scattered

dispersed (participle)

Origin: a primitive root

TWOT entry: 1394

Part(s) of speech: Verb

Strong’s Definition: A primitive root; to dash to pieces, or scatter: – be beaten in sunder, break (in pieces), broken, dash (in pieces), cause to be discharged, dispersed, be overspread, scatter.

Weest nuchter en waakzaam!

De realiteit is hard, idealisme is een droom; gebrek aan schrifttuurlijke kennis en het ontbreken naar het zoeken daarvan brengt eveneens dwaze aannames.

Duidelijk wijzen op de waarheid; waarschuwen vanuit schrifttuurlijk inzicht wordt niet op prijs gesteld.

2Tit 4: 2 Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer.

2Ti 4:3 Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;

4 En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen.

5 Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.

Zo waar is het Woord der Waarheid!

Yeshua is ons Voorbeeld en Zijn waarheidsverkondiging bracht geen vrede. Hij zegt het Zelf dat Hij het zwaard brengt.

Mattheüs 10: 34 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.

35 Want Ik ben gekomen, om den mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder.

36 En zij zullen des mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn.

37 Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.

38 En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig

Vier getuigen:

Mat 13:57 En zij werden aan Hem geërgerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeëerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis.

Mar 6:4 En Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeëerd dan in zijn vaderland en onder zijn magen, en in zijn huis.

Luk 4:24 En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland.

Joh 4:44 Want Jezus heeft Zelf getuigd, dat een profeet in zijn eigen vaderland geen eer heeft.

Zoals het was, is het ook nu.

De oprechte waarheidszoeker ontvangt kostbare toerusting. Is bereid vooreerst voor de Waarheid van het Woord, de bijbel te gaan, mijdende leringen der mensen; is tevens bereid ten koste vanwege eigen reputatie anderen helpen te behoeden af te dwalen en lijdt overeenkomstig de woorden in de volgende tekstaanhaling:

2Tit 4: 5 Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.

We hebben verdrevenen van Juda ontmoet; hoorden hun verhalen, terwijl afdwalenden vanuit een gebrek aan schriftuurlijke kennis, notabene al eens gewaarschuwd zijnde, met veel woorden ons leringen van mensen proberen bij te brengen, voortgaande op hun heilloze weg. Moge Abba YHVH hen behoeden verder te gaan…

Groter kan het contrast niet zijn!

Ons hart ligt bij de echte verdrevenen van het huis van Israël en de echte verstrooiden van het huis van Juda!

In een paar dagen tijds werd ons de weg getoond, waarlangs onze voet mag gaan.

Vanwege ongeloof keerde Yeshua Zijn weg, zie Markus 6: 4 en 5.

Psa 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.

Mattheüs 5: Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

4 Gezegend zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.

5 Gezegend zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beërven.

6 Gezegend zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

7 Gezegend zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

8 Gezegend zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.

9 Gezegend zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

10 Gezegend zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

11 Gezegend zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.

12 Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.

..tot en met vers 19.

Drie getuigen:

Mat 10:14 En zo iemand u niet zal ontvangen, noch uw woorden horen, uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, schudt het stof uwer voeten af.

Mar 6:11 En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sódom en Gomórra verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad.

Luk 9:5 En zo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande van die stad, schudt ook het stof af van uw voeten, tot een getuigenis tegen hen.

Naschrift: Sola Scriptura dat alleen het geschreven Woord van YHVH gezaghebbend is en ondermeer te vinden is in:

Heb_4:12  Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.


Een reactie plaatsen

Misleiding in het kamp

Inleiding

Er is een vlog op social media waarin twee mensen, ofwel vriendinnen, ofwel een stelletje, gevraagd wordt of zij elkaar vertrouwen in hun vriendschap of relatie/huwelijk. Zo op het oog niets aan de hand. Men vertrouwt elkaar, spreekt dat uit, tot de interviewer vraagt of zij op grond van dat uitgesproken vertrouwen hun telefoons willen omwisselen. Soms onwillig, gebeurt dat en kijken zij in de chats. Ik heb er een paar gezien en er blijkt dus ongemerkt veel meer achter de schermen te gebeuren, wat niet in de vriendschap of relatie/huwelijk past.

Zou dat een weerspiegeling zijn voor de op het oog oprechte uitspraken om de Schepper de eerste en alle eer te geven,die Hem toekomt?

 We leven in een tijd van tolerantie, verbinding op menselijke leest geschoeid en de daaruit volgende menselijke emotie zoekt een weg om gevoed te worden.

Gij geheel anders, wat houdt dat in?

Overgave met alles wat in ons is.

Deu_6:5  Zo zult gij YHVH, uw Elohim, liefhebben, met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen.

Bovenstaande woorden geven aan dat wanneer wij daar gehoor aan geven wij geen ruimte geven aan misleiding. Gewoon omdat YHVH Koning zal zijn over ons gehele hart, geheel onze ziel inclusief onze emotie en met alles wat we hebben.

Het is een levenslang onderhoud om te bewaken dat we niet links of rechts gaan. Gewoon vragen om Zijn onderscheid en doen wat Hij aanreikt dmv Zijn Geest.

Misleiding in het kamp schreef ik….

Af en aan komen misleidingen verpakt in mooie omhulsels om mensen, voornamelijk in messiaanse kringen, te bekoren, die onbewaakt niet al geheel hun ziel aan de Vader hebben gegeven. Hun hang naar het judaisme bijvoorbeeld komt voort uit het ontbreken van inzicht wie zij werkelijk zijn in Yeshua.

Ook voor mij is het een uitdaging om de koe weer bij de horens te vatten en u enkele vragen te stellen omtrent Deuteronomium 6:5…

Deu_11:1  Daarom zult gij YHVH, uw Elohim, liefhebben, en gij zult te allen dage onderhouden Zijn bevel, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, en Zijn geboden.

Te allen dagen!

To the point….

Welke misleiding gaat nu rond?

U mag het beoordelen, maar weet dat wat u kiest en besluit, ook direct weerslag heeft op uzelf!

Abba geeft het Zijn kinderen als in de slaap, onopgemerkt zou je kunnen zeggen. Zo kwam ik berichten tegen dat gelovigen in de meer messiaans joodse richting opnieuw of misschien vervolgens zijn geïnformeerd over de leer van meneer Shapira. Nee, niet alleen in Nederland, maar zeker ook in Europa. Het zijn met name landgenoten die zijn werk promoten. Het schokkende eraan is,dat zij aanvankelijk wel uit de bron van Levend Water hebben gedronken omtrent de bijbelse identiteit, maar kozen voor de menselijke oplossing.Hoewel Juda baat heeft bij hun hulp, brengen zij Vaders zuivere onderwijzing niet voort:

Jer_2:13  Want Mijn volk heeft twee boosheden gedaan; Mij, den Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelven bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.

Alhoewel ik in 2019 van de Ruach haKodesh een waarschuwing ontving en onderzoek gedaan heb naar de bron waaruit de heer Shapira tap, wil ik mijzelf niet voorop te stellen. Zo vond ik zowel een boek, blog,video naar aanleiding van zijn werk en deel dat met u om tegengas te bieden voor mensen die op zoek zijn naar de volle bijbelse waarheid. Is het niet dat Joh 14:26 onze leidraad wil zijn?

U wil ik serieus vragen om alles nauwlettend te onderzoeken en te doen wat de Vader in Zijn Woord en door Zijn Geest zegt.

Moeten wij menselijke raadselen raadplegen voor onze dagelijks heilige wandel? Waaronder joodse fabelen/mystiek, waarover het Woord zo duidelijk waarschuwt?

Tit_1:14  En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren.

fabelen G3454
μῦθος
muthos
moo’-thos
Perhaps from the same as G3453 (through the idea of tuition); a tale, that is, fiction (“myth”): – fable.

Oordeel een rechtvaardig oordeel!

Aan wie geven wij onze eer?

Hosea 4

Op onderstaande link staat de nodige info om zelf tot inzicht te komen. En te doen wat de Vader zegt. Ik kon niet anders dan het u doorgeven en ja ook van enkele anderen (waaronder wijlen drs Charles van de Berg) weet ik dat zij tot dezelfde conclusie zijn gekomen. Maar het is de Geest Die u overtuigen zal.

Er moet zuivering komen door een helder geluid, gedegen kennis van zaken en scheiding met hen die vast willen houden aan de eer van en aan mensen.

Wees gezegend met Efeze 6: 10-18, waaronder specifiek Eph 6:17  En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is YHVHs Woord. 

Beproef de geest waaruit ik schrijf!

1Jn_4:1  Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit YHVH/God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.

https://www.kabbalahsecretschristiansneedtoknow.com/

Psalm 72 vers 11 Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen; Men loov’ Hem vroeg en spâ; De wereld hoor’, en volg’ mijn zangen, Met Amen, Amen, na.

NB Overbodig te zeggen ,dat met het onderzoeken of het schriftuurlijk zuiver is, er geen enkele sprake is van de een minder achten dan de ander. Het gaat om het beproeven van woord, kennis, handelwijze.

Heb_4:12  Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

Eén dient de eer te ontvangen, geen mens!


Een reactie plaatsen

Met het oog op ..

Bij het opruimen en sorteren van wat boeken, legde ik een klein boekje terzijde. Niet eens zo bewust van de impact wat het zou krijgen, keek ik er eergisteren terloops naar, opende het en zag de inhoudsopgave…

Elam…

Direct kwam Perzië in gedachten vanuit het Woord. Elam, was de oudste zoon van Sem, die op zijn beurt de oudste zoon van Noach was. Dat maakt de Elamieten tot Semieten… De profetie over Elam…Jeremia 49 vanaf vers 34:

Jer 49:34  Het woord des YHVHs, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen Elam, in het begin des koninkrijks van Zedekia, den koning van Juda, zeggende: 
Jer 49:35  Zo zegt YHVH Tzevaot/de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal verbreken Elams boog, het voornaamste van hunlieder geweld. 
Jer 49:36  En Ik zal de vier winden uit de vier hoeken des hemels over Elam aanbrengen, en zal hen in al diezelve winden verstrooien; en er zal geen volk zijn, waarhenen Elams verdrevenen niet zullen komen. 
Jer 49:37  En Ik zal Elam versaagd maken voor het aangezicht hunner vijanden, en voor het aangezicht dergenen, die hun ziel zoeken, en zal een kwaad over hen brengen, de hittigheid mijns toorns, spreekt de HEERE; en Ik zal het zwaard achter hen zenden, totdat Ik hen verteerd zal hebben. 
Jer 49:38  En Ik zal Mijn troon in Elam stellen; en zal den koning en de vorsten van daar vernielen, spreekt de HEERE; 
Jer 49:39  Maar het zal geschieden in het laatste der dagen, dat Ik Elams gevangenis wenden zal, spreekt de HEERE. 

Frappant was dat op dezelfde dag verschillende mensen die ik persoonlijk ken eveneens over Elam en de profetie begonnen te berichten en te spreken. Mij was dat een teken dat de Ruach ons iets indachtig maakte…

Op een trip naar Duitsland die dag werd ik oa bepaald bij het bekende gebed wat Yeshua uitsprak en dat kwam in een dieper verstaan. Ik sprak het uit en realiseerde mij dat het een collectief gebed is. Mn gedachten gingen naar al onze verrichtingen, ons pogen, onze verblindheid aan beide zijden.

Zowel Juda als Israel in de volkeren, beiden zien ten dele en wat doet Abba YHVH ermee?

Werkt Hij het ten goede die tot Zijn voornemen geroepen zijn, ook al weten zij dat nog niet en op ook niet op welke manier? Of rekent Hij ons af op onze onwetende daden die tegen Hem ingaan door geen genade te tonen?

Zijn genade kwam mij tegemoet. Hij had mij genade getoond toen ik nog niet gered was en dat terwijl ik eronder leed en er niets aan af of toe kon doen. Het was Zijn soevereine plan om de oudste uit een gezin van zeven kinderen op een totaal ander spoor te zetten. Een die de voorvaderen waarschijnlijk eeuwenlang niet bewandeld hadden, zover ik weet. Apart gezet, niet op grond van verdienste, maar vanuit Zijn genade. Het zondebesef was er wel degelijk, maar mezelf verlossen kon ik niet. Dat werd een zuchten terwijl anderen het leven vierden. Nadat ik als het ware opnieuw geboren werd, begon ik het gegeven Leven te vieren en eer Hem in mijn gebrokenheid.

Zou Hij dan ook niet hen verlossen gaan, waarmee ik zo verbonden blijk?

Het onze Vader kreeg een nieuw perspectief, maar wel vanuit Zijn Gezichtspunt!

Daarom is het waakzaam zijn, wanneer emotie het wil overnemen. En info genoeg ligt er op de loer, denk aan social media en mensen die het niet bij de Vader zoeken, maar hun eigen mening vormen.

Mat 6:9  Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. 
Mat 6:10  Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde. 
Mat 6:11  Geef ons heden ons dagelijks brood. 
Mat 6:12  En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. 
Mat 6:13  En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen. 

Collectief

Meervoud…onze Vader…niet mijn (enkelvoud) Vader…..

geef ons (meervoud) heden, niet geef mij (enkelvoud) heden…

vergeef ons (meervoud) onze schulden, niet mij mijn schulden

…ook wij vergeven onze schuldenaren, niet mijn schuldenaren

leid ons niet in verzoeking…niet leid mij in verzoeking

maar verlos ons van de boze, niet verlos mij van de boze

Yeshua zette ons (meervoud) aan het werk door priesterlijk te handelen vanuit een collectieve houding, ook al was en is Hij fysiek niet aanwezig. Voor ons als verstrooiden in de volkeren werd Shavuot vervuld door de uitstorting op de mensheid.

Joh. 14:26 Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. 

Alles leren en alles indachtig maken…vanuit Zijn liefde, kracht en bezonnenheid.

Het Woord van Abba YHVH helpt ons om niet in allerlei wind van leer meegetrokken te worden. We lezen van terugroepen, niet vertrouwen op Egypte, maar om openbaring en leiding te verwachten van de Geest die uitgestort is om ons (collectief) alles te leren.

Een betere onderwijzer is er niet!

Mij valt op dat het Woord aangeeft om door te geven van wat wij ontvangen hebben. Een wachter te zijn, in de bres te staan op de manier die het Woord aanreikt.

Dan is het gebed wat Yeshua ons voorhield, het onze Vader, een voortreffelijk voorbeeld om uit te spreken. Ik probeerde het in het hebreeuws en vond later de volledige tekst in fonetisch hebreeuws:

a-vee-noo she-ba-sha-mai-yeem
yeet-ka-desh sheem-kha
ve-yeet ba-rekh mal-khoot-kha
re-tson-kha yee-he-ye
a-sui ba-sha-mai-yeem
a-va-a-rets
ve-tee-tayn lah-may-noo
te-mee-deet
oo-me-hol la-noo
ha-to-te-noo ka-a-sher
a-nah-noo
mo-ha-leem la-ho -teem la-noo
ve-al te-vee-e-noo
lee-day nees-sa-yon
ve-shom-re-noo mee-kol-rah
a-men.

Er valt nog iets op.  Yeshua vertelde ons dat wij onze schuldenaren moeten vergeven. Ons menselijk brein kan gemakkelijk denken aan degenen van wie we het meest houden, maar de Schrift leert ons te bidden voor hen die tegen ons zijn. Wanneer wij gezamenlijk vergeven hen die tegen ons én Juda zijn, creëert dat geestelijke ruimte op een nieuw niveau. Mattheüs 5:44: “Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en vervolgen.”

Bijvoorbeeld: als Juda niet voor hen kan bidden, kunnen wij dat wel doen…

Diverse profeten gingen ons daarin voor en de Uitnemendste was Yeshua, Die vrijwillig de schuld op Zich nam om voor ons een Deur te worden naar de Vader. We kunnen het nalezen in het Woord,

Twee songs:

Naschrift:

Dit zo bekende gebed heeft voor mij een vernieuwde betekenis gekregen en past wat er in het boek Daniel beschreven staat:

Dan_12:4  En gij, Daniel! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap (van het Woord) zal vermenigvuldigd worden.

Ik begon met de titel “Met het oog óp…” en doel daarmee op Psalm 121:

Psa 121:1  Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen óp naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. 
Psa 121:2  Mijn hulp is van YHVH, Die hemel en aarde gemaakt heeft. 
Psa 121:3  Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren. 
Psa 121:4  Ziet, de Bewaarder Israels zal niet sluimeren, noch slapen. 
Psa 121:5  YHVH is uw Bewaarder, YHVH is uw Schaduw, aan uw rechterhand. 
Psa 121:6  De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. 
Psa 121:7  YHVH zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren. 
Psa 121:8  YHVH zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid. 

Alle eer aan de Gever.

Beproef mijn woorden!


Een reactie plaatsen

Principes

Onlangs waren we op een camperplaats ergens net in Limburg, waar we per dag contant konden betalen. Omdat we op de shabbat van avond tot avond niet betalen willen, hadden we afgesproken met elkaar dat als we niet op zondag betalen konden, wij op shabbat in de omgeving zouden recreëren en na de shabbat op een vrije camperplaats overnachten. Het kon inderdaad niet, maar er kwam een gedachte. We konden de vriendelijke beheerders uitleggen waarom wij dat verzoek hadden en zo gebeurde het dat op shabbatmorgen een van hen langs kwam en er een uiterst vriendelijk gesprek ontstond, waarbij ik hem uitlegde dat we shabbat hielden. Verbaasd zei hij dat hij daar nog nooit van gehoord had en dat we zeker wel op zondag betalen konden. Op de shabbat richting zondag kwamen ze weer langs om bij de mensen de contanten op te halen, maar bij ons was er een vriendelijk gebaar dat ze er alles van wisten.Die zondag kwam hij langs en hij vertelde dat zij er die shabbat met veel mensen over gesproken hadden, maar geen wist er van, tot een vrouw ging googlen en het vond. Ze hadden het gevonden en het was echt waar, die shabbat. We konden altijd gebruik maken van die uitzonderingsregel als we weer eens langs kwamen. Ook hebben we het gehad over geloven in de praktijk en dat Yeshua onder de mensen was. Hij zou bij wijze van spreke evengoed als Hij in deze tijd op aarde was zo’n golfkarretje hebben kunnen gebruiken als de beheerder had… Mens met de mensen met dien verstande dat Hij in Zijn spreken en handelen opviel. de oudere beheerder dacht met me mee en zag dat geloof niet met een gebouw te maken had, maar met je hart. We gingen met een vriendelijke vrede uit elkaar.

Wat ik met deze inleiding zeggen wil is het principe handhaven waar je ook bent en dan mag je pleiten. En anders voorzichtig en bescheiden je weg vervolgen, ook al kost dat een prijs of moeite.

Dat brengt mij bij het volgende.

Er zijn veel mensen begaan met Israel daar. Velen laten zich gaan in overmatige emotie zonder zich af te vragen wat Abba Vader werkelijk bedoelt te zeggen.

Het lastige is dat veel van deze mensen niet te bereiken zijn. Ik herinner mij eens een vrouw die zo emotioneel was over het joodse volk, maar iets vergat. Had zij alles over voor hen, als zij zo begaan was? Zij werd ineens wat nuchter. Bidden was voor haar voldoende. Ze verstond niet dat verbondenheid veel meer inhoudt dan een bede.

Dat brengt mij bij de Droom 1995 die ik eens kreeg over de liefde tot Israel. Ook een schrijven van een verwant uit de stam Levi en gered door Yeshua, bracht een herinnering naar boven. De link vind u hieronder (1).

Vanavond een hartelijke samenspraak met iemand die mij gebedsgroepen onder de aandacht bracht, waarbij ik een gereserveerd gevoel kreeg. Dat zette mij stil. En maakte tevens dat ik openheid van zaken gaf over t waarschuwingslampje wat een verrassend antwoord teweeg bracht. Abba laat zien wanneer men Zijn Waarheid zoekt en daarin wil standhouden. Dat is principe in uitvoering.

We kunnen bidden vanuit zielse emotie of werkelijk geleid door de Geest. Daar zit verschil tussen. Watchman Nee schreef daar eens over, maar zeker het Woord geeft duidelijk aan dat bepaalde gebeden niet verhoord worden.

Jac 4:2  Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert naar dingen, en kunt ze niet verkrijgen; gij vecht en voert krijg, doch gij hebt niet, omdat gij niet bidt.
Jac 4:3  Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt. (…) as 4:5  Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid?
Jas 4:6  Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.
Jas 4:7  Zo onderwerpt u dan aan YHVH; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden. 

Denk daarbij ook aan de condities rond zegen en vloek in het boek Deuteronomium en de wetmatigheid ervan; met name hoofdstuk 28. Zie:           

Deu 28:1  En het zal geschieden, indien gij der stem des YHVHs, uws Gods, vlijtiglijk zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, zo zal YHVH, uw Elohim, u hoog zetten boven alle volken der aarde. 
Deu 28:2  En al deze zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer gij der stem des HEEREN uws Gods, zult gehoorzaam zijn. 

  1. Bijbelstudie over Israël

Het is belangrijk alle tekstaanhalingen in bovengenoemde link op te zoeken om het verband te gaan ontdekken.

Met dank aan David S voor genoemde studie over Israel.

Mogen velen nader inzicht gaan ontvangen!

Joh 14:26  Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. 


Een reactie plaatsen

Inzicht verkrijgen

Het kan grijs en grauw worden zonder dat je daar aanleiding voor geeft. Dat het lijkt alsof je stil komt te staan en geen vreugde vindt in wat je doet of onderneemt. En daar blijft het niet bij. Het haalt je omlaag en zet je vast.

Heel veel zelfonderzoek komt op gang en daar is niets wat een klik geeft. Wat je wel ziet is oorzaak en gevolg in mensen, omstandigheden en een alsmaar groter wordende chaos, verdrietige verdwaalde mensen, die je geen hulp kan bieden. Wel een zucht naar de Verlosser.

Het is een tijd van zuchten. Lijden ook omdat je blij wil zijn, dat je weet dat je een verbondskind bent en je identiteit hebt ontdekt. Je weet et, belijdt et maar ervaart t niet in je emotie. Net of je afgesneden bent.

De vijgeboom is opgehouden te bloeien, er is geen oogst. Het is rondom leeg voor je gevoel en de wereld om je heen draait gewoon door. Frappant is dat jezelf ook van alles doet, werktuigelijk haast, maar jijzelf, je binnenste lijkt stil te staan en niet mee te komen.

Ik denk dat de Vader het doet, dat stilzetten. Dat vervagen van alles om je heen wat je aandacht had. En onderwijl in dat afgesneden gevoel, bid je, zeg je woorden, zing je liederen die je te binnen schieten, zoek je teksten op die in je gedachten komen en je hoopt dat je grond krijgt onder je geestelijke voeten, maar ervaart het niet.

Dat brengt je naar de gedachte dat je eigenlijk iets wil zoeken wat jou weer laat leven, in beweging laat komen, de vreugde weer ervaren en je beseft je afhankelijkheid, je kwetsbaar zijn.

Toch denk ik dat Abba YHVH al die kleine zaken gebruikt voor Zijn doel in Zijn Akker, Zijn kinderen, die niet in staat zijn of waren die woorden uit te spreken…of Hij wil een situatie willen veranderen, waarvoor Hij mensen inzet, die ooit oprecht hebben gezegd Hem te willen dienen.

Al zou de vijgeboom niet bloeien…al zou niemand de inzet van een dienaar opmerken en er iets mee gaan doen…al zou niemand reageren of te kennen geven een bemoediging te hebben gekregen…al zou het lijken voor niets te hebben gedeeld…

dan is het inzicht dat Hij de Bron is waar het om gaat

een verkregen inzicht!

Al zou Hij wachten te antwoorden…dan nog zal het inzicht niet verbleken, dat Hij het mag bepalen van hoe en wat.

Dat is het inzicht wat ik vanmorgen kreeg.Er kwam die diepe verbondenheid. Hij verlaat niet. Nooit!

Hij zendt uit, Hij rust toe, zorgt voor vernieuwing na vruchteloos werken op harde grond.

Loslaten is vaak losscheuren.

Bij loslaten lijkt het alsof alles onvrijwillig uit handen genomen wordt, maar zijn oprechte discipelen vergeten dat zij de makkelijke oplossing niet zoeken,maar een veel betere verlossing verwachten?

Dan nodigt Abba YHVH uit tot een vrije val. Naar een dieper level voor een hogere opbrengst, die Hij innen mag.

Al zou de vijgeboom niet bloeien…

nochtans..

In het onverwachtse moment van besef niet voor of achteruit te kunnen, terwijl de aanloop nauwelijks opgemerkt werd, was daar zoeken naar een eerder verkregen inzicht, maar die kwam niet naar voren. Abba wil een nieuw inzicht geven op een andere manier, terwijl Hij ons onderwijl reinigt. Het gaat samen op.

Afsterven en opbouwen om bruikbaar te blijven voor Zijn dienst.

Zijn wij bereid als Hij roept op een manier die bij nader inzien iets ongemakkelijks van ons vraagt?

Met Zijn Hulp die ter beschikking staat, zal het lukken.

Hij geeft er iets voor terug.

Ruimte en vernieuwing.

Hab 3:17  Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan den wijnstok zijn zal, dat het werk des olijfbooms liegen zal, en de velden geen spijze voortbrengen; dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal; 
Hab 3:18  Zo zal ik nochtans in YHVH van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in den God mijns heils (Yah Die redt/verlost). 
Hab 3:19  Elohim YHVH is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth. 

@Hadassah

 

 


Een reactie plaatsen

In het verleden ligt het heden

in het nu wat komen zal…

Activiteiten lopen af en aan..

Als je al wat langer meeloopt, ga je in objectiviteit, contouren zien, die keuzes geven en wanneer je broeders hoede wil zijn, anderen raadgeven.

Dat laatste is geen veelbegeerde rol. Veelal strijkt men tegen de haren in.

Wanneer je het Woord hoog houdt en gekozen hebt om te willen leren in de levensschool die de Vader geeft in plaats van bij welbekende leraren hun uitleggingen over te nemen, sta je anders in het leven, eigenlijk meer onafhankelijker, maar relatief ook eenzamer.

Niettemin weegt dat eenzame niet op tegen de troost die de Vader geeft wanneer het moeizame grond is waar de ploeg doorheen moet.

Bij de Vader zijn Zijn condities duidelijk. Zonder volkomen gehoorzaamheid of oprechte inzet is er overeenkomstige vrucht te verwachten. Het boek Deuteronomium is er duidelijk over. Ook in de brieven van de apostelen is die conditie duidelijk te lezen. Een gemixte vrucht is een vrucht die Vaders zegen niet heeft. Duidelijk.

Er is een zeker verschil waar te nemen. Zij, die niet beter weten, wacht genade, maar zij die zich door trots laten lijden wacht een andere oogst, tenzij zij zich door tegenslag (wat op zich genade is) beraden en tot zichzelf gekomen nederig tot de Vader wenden.

Het is schering en inslag dat zich een periode ontwikkelt (en zou dat voorgaande perioden ook niet zijn geweest?) waarin behoefte om zich te profileren prioriteit heeft boven individu worden, die verlangt persoonlijk geleid te worden, onderwezen te worden van Vaders wegen om zo samen zowel onafhankelijk van mensenleringen collectief een natie te worden dat YHVH vreest. In die laatste opstelling is geen ruimte voor menselijke tolerantie, waar menselijke emotie, hiarchie en trots uit voortvloeit.

Mensen die verkiezen alleen van Vaders wegen te leren door Zijn Geest wandelen door de andere gelederen heen, ook al omdat het hen niet verbindt maar eerder loslaat. Zij hebben immers iets anders voor ogen, wat mij de volgende woorden in gedachten brengt:

“….en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden” Hebr.11:35

“Waarheen pelgrim waarheen gaat gij, t’oog omhoog …”

Ziende op de Leidsman.

Onlangs zag ik een aankondiging van een activiteit, waarin ik vrijwel direct zag dat ook die opstelling zo zou lopen en tegelijkertijd besefte dat het niet solide is. Waarom? Vanwege eerder opgedane ervaringen met deze mensen, die zich niet bekeerden van hun wegen,maar verder de weg van misleiding opgaan en daardoor mensen op het verkeerde spoor zetten. Mijn bede is dat de oprechte bezoekers/deelnemers door honger naar de waarheid verder zullen wandelen en niet opgaan in die organisatie.

Denkend aan de profeet Ezechiël die verschillende hartgrondige waarschuwingen meekreeg, die wij, deel uitmakend van het koninkrijk van priesters, zeer ter harte moeten nemen, denk ik, getuige de volgende woorden:

Eze 2:3  En Hij zeide tot mij: Mensenkind! Ik zend u tot de kinderen Israels, tot de rebellerende volken, die tegen Mij gerebelleerd hebben; zij en hun vaderen hebben overtreden tegen Mij tot op dezen zelven huidigen dag. 
Eze 2:4  En deze kinderen zijn hard van aangezicht, en stijf van hart; Ik zend u tot hen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE! 
Eze 2:5  En zij, hetzij dat zij het horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen (want zij zijn een wederspannig huis), zo zullen zij weten, dat een profeet in het midden van hen geweest is. 

(..)

Jesaja 41: Isa 41:14  Vrees niet, gij wormpje Jakobs, gij volkje Israels! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israels! 
Isa 41:15  Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe dorsslede gesteld, die scherpe pinnen heeft; gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen zult gij stellen gelijk kaf. 
Isa 41:16  Gij zult ze wannen, en de wind zal ze wegnemen, en de stormwind zal ze verstrooien; maar gij zult u verheugen in den HEERE; in den Heilige Israels zult gij u roemen.

Deze woorden zijn ons tot steun vanwege het belang om Vaders Waarheid door te geven, te delen, partijdig, onpartijdig, ter gelegener en ongelegen tijd:

2Ti 4:2  Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. 
2Ti 4:3  Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; 
2Ti 4:4  En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen. 
2Ti 4:5  Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij. 

Een ander terugkomend hardnekkige gewoonte is om mensen in messiaanse “kooien” te verzamelen en uit het oog verliest om hen zelfstandig helpen te worden, zoals Yeshua eenvoudige mensen koos om hen in een driejarige omgang met de nodige praktische toerusting uit te zenden.

In de kooien draait men een terugkerend programma af, met vaak vooraf gekozen zang, een veelal mannelijke spreker uit een sprekerscollectief om hen na een gezamelijke maaltijd uit te zwaaien. Nu kan dat voor beginnelingen heilzaam zijn, maar waar blijft de uitdaging om als een familie bij elkaar te komen en een ieder ruimte te geven om zelf te antwoorden op een bepalende vraag?

Waaruit blijkt het vertrouwen in Yeshua’s woorden dat na Hem de Ruach haKodesh zou komen om alles indachtig te maken wat Yeshua de mensen geleerd had toen Hij op aarde was?

Recentelijk een verslag vernomen waarin overduidelijk bleek dat wij oprechte christenen die oprecht belangstellend zijn naar de bijbelse kalender van Abba YHVH bij een eenvoudige familie mogen introduceren,maar niet naar een m.gemeente. Het bleek dat men daar geheel niet zat te wachten op nieuwelingen die oprecht geinteresseerd waren. Zij waren Yosef incognito en gingen voor het “Amen” alweer huiswaarts, een ervaring rijker. Wij ook. Laten we de waarschuwing ter harte nemen en familie blijven als we dat  pad al ingeslagen zijn.

Van huis tot huis brood brekende…

Dat is wat ons gegeven is en Hij gaat vooruit. In die opstelling krijgt Hij de eer.

Grootvader wandelde de bomenlaan uit naar een huis in Amerongen om aldaar eenvoudig de bijbel te openen om daaruit te gaan uitleggen. We hebben in het drents-friese woud ook zo’n soort bomenlaan en wanneer ik daar doorheen fiets denk ik aan grootvader, een eenvoudige landman. M’n vader was als jongetje verwonderd om zijn vaders uitleg, vertelde hij, vooral dat moeilijke hoofdstuk uit Ezechiël 1. In dat spoor ging mijn vader ook, nooit werd hij kerklid, omdat hij zichzelf niet wederomgeboren kon maken, zei hij en dat moet je wel verklaren bij de geloofsbelijdenis. Zo nu en dan bezochten wij een kerk, maar ook thuislezen was ons niet vreemd. En zo leidde de Vader mij ook in het spoor van mijn voorvaders en veel verder terug die andere voorvaders/moeders. Totdat Hij mij de woorden gaf over dat van huis tot huis brood brekende. Dat was de bevestiging om van Hem Zijn wegen te leren.

Wij Zijn navolgers, eerstelingen des geestes…Vragen naar Zijn Stem en doen wat Hij zegt. Dan zullen wij vrucht dragen, dat Hem behaagt.

Alle eer aan de Eerstgeborene, Die de verantwoording voor Zijn huis nam!

 

 

 

 

 

 

 


Een reactie plaatsen

Ik ben een kind van namen

 

Ik ben een kind van namen

Voor elke periode wel een,

maar ze dragen allen in zich

de kern van mijn wezen

en wat ik heb ontvangen

om uit te mogen delen

in Zijn wijngaard

van de volkeren

 

Mijn ouders gaven mij als eerstgeboren, onbewust een naam, waarin de beschermende rol wordt beschreven.

Mijn dagboeknaam sprak over geluk

Mijn jeugdige schrijversnaam droeg het licht

In de verpleging streefde ik samen met de anderen naar licht,

besloten in de naam van onze groep

Mijn forumnaam over het dochtersschap van Abba Vader

Uitkomen voor Zijn openbaring in mij

omarmde de naam die bij de woorden hoort

“kom ik om dan kom ik om”

Samengevat Beschermster, geluk, licht, streven naar licht,dochter van Abba, statement.

Toen ik dit bedacht

realiseerde ik mij

karakternamen van YHVH

EL, ELOAH: God “machtig, sterk, prominent” (Genesis 7:1; Jesaja 9:6) – etymologisch lijkt El “macht” te betekenen, als in “ik heb de macht jou iets aan te doen” (Genesis 31:29). El wordt geassocieerd met andere kwaliteiten zoals integriteit (Numeri 23:19), jaloezie (Deuteronomium 5:9) en medeleven (Nehemia 9:31), maar de wortel van het idee van macht blijft.

ELOHIM: God “Schepper, Machtig en Sterk” (Genesis 17:7; Jeremia 31:33) – de meervoudsvorm van Eloah, wat tegemoetkomt aan de leer van de Drie-eenheid. Vanaf de eerste zin in de Bijbel wordt Gods overtreffende macht al duidelijk wanneer God (Elohim) de wereld doet ontstaan door te spreken (Genesis 1:1).

EL SHADDAI: “God Almachtig”, “de Machtige van Jakob” (Genesis 49:24); Psalm 132:2,5) – spreekt van Gods absolute macht over allen.

ADONAI: “Heer” (Genesis 15:2; Rechters 6:15) – wordt gebruikt in plaats van YHWH, wat voor de Joden te heilig is om uitgesproken te worden door zondige mensen. In het Oude Testament wordt YHWH vaker gebruikt wanneer Hij omgaat met Zijn volk, terwijl Adonai vaker gebruikt wordt wanneer Hij omgaat met de heidenen.

YHWH / YAHWEH / JEHOVAH: “HEER” (Deuteronomium 6:4; Daniël 9:14) – dit is strikt genomen de enige ware naam van God. Vertaald naar het Nederlandse woord HEER (in hoofdletters) om het te onderscheiden van Adonai, “Heer”. De openbaring van deze naam werd gegeven aan Mozes: “Ik Ben die Ik Ben” (Exodus 3:14). Deze naam geeft een aanwezigheid aan. Yahweh is aanwezig, toegankelijk, dichtbij voor mensen die Hem aanroepen om bevrijding (Psalm 107:13), vergeving (Psalm 25:11) en leiding (Psalm 31:3).

YAHWEH-JIREH: “De Heer zal voorzien” (Genesis 22:14) – deze naam is bekend geworden door Abraham, die hem noemde toen God de ram leverde om geofferd te worden in plaats van Isaäk.

YAHWEH-RAPHA: “De Heer die geneest” (Exodus 15:26) – “Ik ben de HEER die u geneest”, zowel het lichaam als de geest. In het lichaam door het te behoeden voor en genezen van ziekten, en in de ziel door zonden te vergeven.

YAHWEH-NISSI: “De Heer mijn Banier” (Exodus 17:15), waar banier begrepen moet worden als een verzamelpunt (bijvoorbeeld voor de strijd). Deze naam herdenkt de overwinning in de woestijn over de Amalekieten in Exodus 17.

YAHWEH-M’KADDESH: “De Heer die heiligt” (Leviticus 20:8; Ezechiël 37:28) – God maakt duidelijk dat alleen Hij, niet de wet, de mensen kan reinigen en hen heilig kan maken.

YAHWEH-SHALOM: “De Heer van vrede” (Rechters 6:24) – de naam die Gideon gaf aan het door hem gebouwde altaar, nadat de Engel van de Heer hem verzekerde dat hij niet zou sterven, zoals hij dacht dat er zou gebeuren, nadat hij Hem gezien had.

YAHWEH-ELOHIM: “De HEER God” (Genesis 2:4; Psalm 59:5) – een combinatie van Gods unieke naam YHWH en het algemene “Heer”, dat aanduidt dat Hij de Heer der Heren is.

YAHWEH-TSIDKENU: “De Heer onze Rechtvaardigheid” (Jeremia 33:16) – Zoals met YHWH-M’Kaddesh, is het God alleen die rechtvaardigheid aan de mens kan verschaffen, uiteindelijk door Zijn Zoon Jezus Christus, die voor ons zondig geworden is “opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem” (2 Korintiërs 5:21).

YAHWEH-ROHI: “De Heer mijn Herder” (Psalm 23:1) – Nadat David zijn relatie als herder over zijn schapen overdacht, realiseerde hij zich dat deze precies dezelfde is als de relatie die God met hem heeft, en zo verkondigt hij: “Yahweh is mijn Rohi (Herder), het ontbreekt mij aan niets”.

YAHWEH-SHAMMAH: “De Heer is daar” (Ezechiël 48:35) – de naam die aan Jeruzalem en de Tempel daar werd toegeschreven, wat aangeeft dat de ooit vergane glorie van de Heer (Ezechiël 8-11) is teruggekeerd (Ezechiël 44:1-4).

YAHWEH-TSEVAOTH: “De Heer der heerscharen” (Jesaja 1:24; Psalm 46:7) – Heerscharen betekent “legermacht”, zowel van engelen als mensen. Hij is de Heer van de heerschare van de hemel en de inwoners van de aarde, van de Joden en de heidenen, van de rijken en armen, meester en slaaf. De naam drukt de majesteit, macht en autoriteit van God uit en laat zien dat Hij in staat is om te bereiken wat Hij besluit te doen.

EL ELYON: “Allerhoogste” (Deuteronomium 26:19) – afgeleid van het Hebreeuwse woord voor “naar boven gaan” of “stijgen”, dus het verwijst naar datgene wat het allerhoogst is. El Elyon geeft verhevenheid aan en spreekt van het absolute recht en heerschappij.

EL ROI: “God van het zicht” (Genesis 16:13) – de naam die Hagar aan God toeschrijft, wanneer ze alleen in de woestijn zit nadat ze verdreven is door Sarah (Genesis 16:1-14). Wanneer Hagar de Engel van de Heer ontmoet, realiseert ze zich dat ze God Zelf gezien heeft in een theofanie. Ze realiseert zich ook dat El Roi haar ook gezien heeft en getuigt dat Hij een God is die leeft en alles ziet.

EL-OLAM: “Eeuwige God” (Psalm 90:1-3) – Gods natuur is zonder begin of einde, vrij van elke belemmering of tijd, en bevat de oorzaak van tijd zelf. “Van eeuwigheid tot eeuwigheid, U bent God”.

EL-GIBHOR: “Machtige God” (Jesaja 9:6) – de naam die de Messias beschrijft, de Christus, in dit profetische deel van Jesaja. Als een sterke en machtige strijder zal de Messias, de Machtige God, de vernietiging van Gods vijanden teweeg brengen en zal Hij regeren met een ijzeren staf (Openbaring 19:15).

Bron gotquestions

 


Een reactie plaatsen

..hetzij dat zij het horen zullen..

Oorzaak en gevolg.

Emotionele rollercoasters die we vandaag de dag vernemen in media en andere bronnen, brachten mij ertoe na te denken wat er vroeger gebeurde. Dat vinden we in het geschreven Woord van YHVH terug.

Zonder inzicht aan noodzakelijke kennis van zaken kunnen we de verschrikkingen en woordeloos verdriet niet plaatsen. Dan blijft zoals we vernemen onmacht en diepe haat richting de daders in plaats van stil worden en horen wat Elohim wil zeggen.

We gaan even terug naar het begin van Vaders keuze. Hij koos uit alle volken de nazaten van de twaalf zonen die vergezeld werden van vermengd volk uit Egypte en hen zette Hij als voorbeeld voor Zijn plan hier op aarde.

De geschiedenis leert dat die functie, waarop zij allen Amen zeiden bij de berg, regelmatig met voeten getreden werd.

Dan werd de zonde aangezegd, er kwam wel of geen berouw en overeenkomstig de keuze werden de bankschroeven ofwel aangedraaid of kwam er zegen. Denk ondermeer aan de roeping van Ezechiël…

We lezen ook dat de profeten zich tot de overheden wenden, omdat degenen die over de Israelieten gezet waren, hoofdelijk verantwoordelijk waren…en heden ten dage zijn, exact zoals 1 Samuël 8 dat verwoordt:

1Sa 8:4  Toen vergaderden zich alle oudsten van Israel, en zij kwamen tot Samuel te Rama; 
1Sa 8:5  En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben. 
1Sa 8:6  Maar dit woord was kwaad in de ogen van Samuel, als zij zeiden: Geef ons een koning, om ons te richten. En Samuel bad YHVH aan. 
1Sa 8:7  Doch YHVH zeide tot Samuel: Hoor naar de stem des volks in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn. 
1Sa 8:8  Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af, toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend; alzo doen zij u ook. 
1Sa 8:9  Hoor dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult betuigd hebben, zo zult gij hen te kennen geven de wijze des konings, die over hen regeren zal. 

1Sa 8:11  En zeide: Dit zal des konings wijze zijn, die over u regeren zal: hij zal uw zonen nemen, dat hij hen zich stelle tot zijn wagen, en tot zijn ruiteren, dat zij voor zijn wagen henen lopen; 
1Sa 8:12  En dat hij hen zich stelle tot oversten der duizenden, en tot oversten der vijftigen; en dat zij zijn akker ploegen, en dat zij zijn oogst oogsten, en dat zij zijn krijgswapenen maken, mitsgaders zijn wapentuig. 
1Sa 8:13  En uw dochteren zal hij nemen tot apothekeressen, en tot keukenmaagden, en tot baksters. 
1Sa 8:14  En uw akkers, en uw wijngaarden, en uw olijfgaarden, die de beste zijn, zal hij nemen, en zal ze aan zijn knechten geven. 
1Sa 8:15  En uw zaad, en uw wijngaarden zal hij vertienen, en hij zal ze aan zijn hovelingen, en aan zijn knechten geven. 
1Sa 8:16  En hij zal uw knechten, en uw dienstmaagden, en uw beste jongelingen, en uw ezelen nemen, en hij zal zijn werk daarmede doen. 
1Sa 8:17  Hij zal uw kudden vertienen; en gij zult hem tot knechten zijn. 
1Sa 8:18  Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning, dien gij u zult verkoren hebben, maar YHVH zal u te dien dage niet verhoren. 

1Sa 8:19  Doch het volk weigerde Samuels stem te horen; en zij zeiden: Neen, maar er zal een koning over ons zijn. 
1Sa 8:20  En wij zullen ook zijn gelijk al de volken; en onze koning zal ons richten, en hij zal voor onze aangezichten uitgaan, en hij zal onze krijgen voeren. 
1Sa 8:21  Als Samuel al de woorden des volks gehoord had, zo sprak hij dezelve voor de oren des YHVHs. 
1Sa 8:22  YHVH nu zeide tot Samuel: Hoor naar hun stem, en stel hun een koning. Toen zeide Samuel tot de mannen van Israel: Gaat heen, een iegelijk naar zijn stad.

En zo komen we bij David, koning van geheel Israël, waarvan we twee voorbeelden naar voren halen, dat hij, David verantwoordelijk is voor de zonden en de smet die hij daardoor over heel het volk legt:

Als gevolg van zijn zonde, sterft het kind van David.

2Sa 12:1  En de HEERE zond Nathan tot David. Als die tot hem inkwam, zeide hij tot hem: Er waren twee mannen in een stad, de een rijk en de ander arm. 
2Sa 12:2  De rijke had zeer veel schapen en runderen. 
2Sa 12:3  Maar de arme had gans niet dan een enig klein ooilam, dat hij gekocht had, en had het gevoed, dat het groot geworden was bij hem, en bij zijn kinderen tegelijk; het at van zijn bete, en dronk van zijn beker, en sliep in zijn schoot, en het was hem als een dochter. 
2Sa 12:4  Toen nu den rijken man een wandelaar overkwam, verschoonde hij te nemen van zijn schapen en van zijn runderen, om voor den reizenden man, die tot hem gekomen was, wat te bereiden; en hij nam des armen mans ooilam, en bereidde dat voor den man, die tot hem gekomen was. 
2Sa 12:5  Toen ontstak Davids toorn zeer tegen dien man; en hij zeide tot Nathan: Zo waarachtig als YHVH leeft, de man, die dat gedaan heeft, is een kind des doods! 
2Sa 12:6  En dat ooilam zal hij viervoudig wedergeven, daarom dat hij deze zaak gedaan, en omdat hij niet verschoond heeft. 
2Sa 12:7  Toen zeide Nathan tot David: Gij zijt die man! Zo zegt YHVH, de God Israels: Ik heb u ten koning gezalfd over Israel, en Ik heb u uit Sauls hand gered; 
2Sa 12:8  En Ik heb u uws heren huis gegeven, daartoe uws heren vrouwen in uw schoot, ja, Ik heb u het huis van Israel en Juda gegeven; en indien het weinig is, Ik zou u alzulks en alzulks daartoe doen. 
2Sa 12:9  Waarom hebt gij dan het woord des YHVHs veracht, doende wat kwaad is in Zijn ogen? Gij hebt Uria, den Hethiet, met het zwaard verslagen, en zijn huisvrouw hebt gij u ter vrouwe genomen; en hem hebt gij met het zwaard van de kinderen Ammons doodgeslagen. 
2Sa 12:10  Nu dan, het zwaard zal van uw huis niet afwijken tot in eeuwigheid; daarom dat gij Mij veracht hebt, en de huisvrouw van Uria, den Hethiet, genomen hebt, dat zij u ter vrouwe zij. 
2Sa 12:11  Zo zegt YHVH: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis, en zal uw vrouwen nemen voor uw ogen, en zal haar aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon. 
2Sa 12:12  Want gij hebt het in het verborgen gedaan; maar Ik zal deze zaak doen voor gans Israel, en voor de zon. 
2Sa 12:13  Toen zeide David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen den HEERE! En Nathan zeide tot David: YHVH heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven. 
2Sa 12:14  Nochtans, dewijl gij door deze zaak de vijanden des YHVHs grotelijks hebt doen lasteren, zal ook de zoon, die u geboren is, den dood sterven

2Sa 12:15  Toen ging Nathan naar zijn huis. En YHVH sloeg het kind, dat de huisvrouw van Uria David gebaard had, dat het zeer krank werd. 
2Sa 12:16  En David zocht God voor dat jongsken; en David vastte een vasten, en ging in, en lag den nacht over op de aarde. 
2Sa 12:17  Toen maakten zich de oudsten van zijn huis op tot hem, om hem te doen opstaan van de aarde; maar hij wilde niet, en at geen brood met hen. 
2Sa 12:18  En het geschiedde op den zevenden dag, dat het kind stierf; en Davids knechten vreesden hem aan te zeggen, dat het kind dood was, want zij zeiden: Ziet, als het kind nog levend was, spraken wij tot hem, maar hij hoorde naar onze stem niet, hoe zullen wij dan tot hem zeggen: Het kind is dood? Want het mocht kwaad doen. 
2Sa 12:19  Maar David zag, dat zijn knechten mompelden; zo merkte David, dat het kind dood was. Dies zeide David tot zijn knechten: Is het kind dood? En zij zeiden: Het is dood. 
2Sa 12:20  Toen stond David op van de aarde, en wies en zalfde zich, en veranderde zijn kleding, en ging in het huis des YHVHs, en bad aan; daarna kwam hij in zijn huis, en eiste brood; en zij zetten hem brood voor, en hij at. 
2Sa 12:21  Zo zeiden zijn knechten tot hem: Wat is dit voor een ding, dat gij gedaan hebt? Om des levenden kinds wil hebt gij gevast en geweend; maar nadat het kind gestorven is, zijt gij opgestaan en hebt brood gegeten.

2Sa 12:22  En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend; want ik zeide: Wie weet, YHVH zou mij mogen genadig zijn, dat het kind levend bleve. 
2Sa 12:23  Maar nu is het dood, waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem nog kunnen wederhalen? Ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkomen.

Zeventig duizend mensen stierven door de keuze van David:

Zeventigduizend mensen stierven vanwege de zonde van David: 2Sa 24:10  En Davids hart sloeg hem, nadat hij het volk geteld had; en David zeide tot YHVH: Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb; maar nu, o YHVH, neem toch de misdaad Uws knechts weg, want ik heb zeer zottelijk gedaan. 


2Sa 24:11  Als nu David des morgens opstond, zo geschiedde het woord des YHVHs tot den profeet Gad, Davids ziener, zeggende: 
2Sa 24:12  Ga heen, en spreek tot David: Alzo zegt de HEERE: Drie dingen draag Ik u voor; verkies u een uit die, dat Ik u doe. 
2Sa 24:13  Zo kwam Gad tot David, en maakte het hem bekend, en zeide tot hem: Zal u een honger van zeven jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden vlieden voor het aangezicht uwer vijanden, dat die u vervolgen? Of dat er drie dagen pestilentie in uw land zij? Merk nu, en zie toe, wat antwoord ik Dien zal wederbrengen, Die mij gezonden heeft. 
2Sa 24:14  Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des YHVHs vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen. 
2Sa 24:15  Toen gaf YHVH een pestilentie in Israel, van den morgen af tot den gezetten tijd toe; en er stierven van het volk, van Dan tot Ber-seba toe, zeventig duizend mannen.

Deze twee voorbeelden hierboven geven duidelijk aan dat David als koning verantwoordelijk is voor zijn beleid.

We gaan verder met Ezra en Nehemia:

Ezr_9:7  Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.
Neh_9:34  En onze koningen, onze vorsten, onze priesters en onze vaders hebben Uw wet niet gedaan; en zij hebben niet geluisterd naar Uw geboden, en naar Uw getuigenissen, die Gij tegen hen betuigdet.

Zou het heden ten dage anders zijn?

Zouden we uit de gebeurtenissen kunnen opmaken wat er precies aan ten grondslag ligt? Zoeken we wel naar de oorzaak en gevolg? Om bij YHVH uit te komen?

Hoe zou onze houding moeten zijn, wij die in de volkeren leven?

Alleen meeleven?

Of Abba YHVH vragen hoe wij het doen als individuele gelovigen die die niet geleerd zijn collectieve verantwoordelijkheid te nemen?

Waar lopen wij vast?

Erkennen wij de aardse koning boven de hemelse?

Of zuchten wij onder een bewind als gevolg van collectieve zonde?

Er is maar één weg uit en dat is terug naar de Elohim van Abraham, Izaäk en Jacob om van Hem Zijn wegen te leren.

Dat vraagt pas op de plaats.

Liefde, kracht en bezonnenheid. Drie die alleen functioneren naar Vaders welbehagen als zij door middel van Zijn wil worden gedaan. De uitnodiging ligt er: 

Jer 6:16  Zo zegt YHVH: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen. 
Jer 6:17  Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, zeggende: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren. 

Nog even terug naar het verkozen volk, wat ook wel “oogappel”genoemd wordt…

We vinden in Deuteronomium 32 het volgende:

Deu 32:8  Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israels. 
Deu 32:9  Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve. 
Deu 32:10  Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel. 
Deu 32:11  Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken; 
Deu 32:12  Zo leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemd god met hem
Deu 32:13  Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de steenrots, en olie uit den kei der rots; 
Deu 32:14  Boter van koeien, en melk van klein vee, met het vet der lammeren en der rammen, die in Bazan weiden, en der bokken, met het vette der nieren van tarwe; en het druivenbloed, reinen wijn, hebt gij gedronken. 
Deu 32:15  Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij zijt dik, ja, met vet overdekt geworden!); en hij liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils. 
Deu 32:16  Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde goden; door gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt. 
Deu 32:17  Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben. 
Deu 32:18  Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft. 
Deu 32:19  Als het de HEERE zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid tegen zijn zonen en zijn dochteren. 
Deu 32:20  En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is. 
Deu 32:21  Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal hen tot ijver verwekken door diegenen (melo hagoyim, Romeinen 9 tm 11), die geen volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken. 
Deu 32:22  Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. 
Deu 32:23  Ik zal kwaden over hen hopen; Mijn pijlen zal Ik op hen verschieten. 
Deu 32:24  Uitgeteerd zullen zij zijn van honger, opgegeten van den karbonkel en bitter verderf; en Ik zal de tanden der beesten onder hen schikken, met vurig venijn van slangen des stofs. 
Deu 32:25  Van buiten zal het zwaard beroven, en uit de binnenkameren de verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende kind met den grijzen man. 
Deu 32:26  Ik zeide: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien; Ik zoude hun gedachtenis van onder de mensen doen ophouden; 
Deu 32:27  Ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft dit alles niet gewrocht. 
Deu 32:28  Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is geen verstand in hen. 
Deu 32:29  O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken. 
Deu 32:30  Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en YHVH hen overgeleverd had? 
Deu 32:31  Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze vijanden rechters zijnde. 
Deu 32:32  Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien. 
Deu 32:33  Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift. 
Deu 32:34  Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten? 
Deu 32:35  Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten. 
Deu 32:36  Want YHVH zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is. 
Deu 32:37  Dan zal Hij zeggen: Waar zijn hun goden; de rotssteen, op welken zij betrouwden? 
Deu 32:38  Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u zij. 
Deu 32:39  Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt! 
Deu 32:40  Want Ik zal Mijn hand naar den hemel opheffen, en Ik zal zeggen: Ik leef in eeuwigheid! 
Deu 32:41  Indien Ik Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten gerichte grijpt, zo zal Ik wraak op Mijn tegenpartijen doen wederkeren, en Mijn hateren vergelden. 
Deu 32:42  Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen, van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn. 
Deu 32:43  Juicht, gij heidenen, met Zijn volk! want Hij zal het bloed Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land en Zijn volk. 
Deu 32:44  En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun. 
Deu 32:45  Als nu Mozes geeindigd had al die woorden tot gans Israel te spreken; 
Deu 32:46  Zo zeide hij tot hen: Zet uw hart op al de woorden, die ik heden onder ulieden betuige, dat gij ze uw kinderen gebieden zult, dat zij waarnemen te doen al de woorden dezer wet. 
Deu 32:47  Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden; maar het is uw leven; en door ditzelve woord zult gij de dagen verlengen op het land, waar gij over de Jordaan naar toe gaat, om dat te erven. 

We mogen treuren, rouwen om hen die niet beter wisten en slachtoffers zijn gemaakt vanwege de zonden van hen die over hen gesteld zijn, maar we moeten beslist niet uit het oog verliezen, dat wanneer een volk tot voorbeeld gesteld is, daar ook serieuze voorwaarden aan gegeven worden om die te doen. Shema.

We moeten zaken wel benoemen zoals ze in elkaar steken of hoe zij zich gevormd hebben. Zowel individueel als collectief.

Wanneer wij Amen gezegd hebben op het verbond met Abba Vader, dan behoren wij ook de voorwaarden die Hij aanreikt zorgvuldig in acht te nemen.

Wanneer wij daarin verzaken, dienen wij te erkennen, bekennen en daadwerkelijk om te keren. Niet op goed geluk of omdat het ons beter uitkomt, maar omdat wij vanwege toewijding eer willen geven aan Elohim YHVH.

Het geschreven Woord van YHVH oftewel de bijbel is onze leidraad, indachtig gemaakt door de Ruach haKodesh (Heilige Geest). Maar zonder Yeshua blijft het behelpen. We moeten Hem uitnodigen in ons leven te komen, zodat de Ruach ons verstand kan verlichten.

Joh 3:3  Yeshua antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. (…)  Joh 3:5  Yeshua antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water (mikwe ) en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. 

Lam_3:40  Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot YHVH.
Hos_6:1  Komt en laat ons wederkeren tot YHVH, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.

Dán in die houding zullen wij, die nabij zijn en die verre zijn, collectief gevonden worden:

Psa 130:1  Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o YHVH! 
Psa 130:2  YHVH! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen. 
Psa 130:3  Zo Gij, YHVH! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? 
Psa 130:4  Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. 
Psa 130:5  Ik verwacht YHVH; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. 
Psa 130:6  Mijn ziel wacht op YHVH, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen. 
Psa 130:7  Israel hope op YHVH; want bij YHVH is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing. 
Psa 130:8  En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden. 

Mat_9:36  En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben.

Beproef mijn woorden!