Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Bijzondere vrouw voor de zoon der belofte

Bijzondere vrouw voor de zoon der belofte.

Aandachtig lezende de geschiedenis hoe de knecht van Abraham uitgezonden werd om een vrouw voor Izaäk te vinden, zie ik een onderwijzing die van levensbelang is voor onze houding ten aanzien van onze kinderen.

Was het niet zo dat YHVH instructies gaf om voor de kinderen der Israelieten geen vreemde vrouwen of mannen te nemen buiten de kinderen Israels?

Hebben we niet gezien in de geschiedenis van oa Salomo dat vreemde vrouwen hem in ongehoorzaamheid brachten door voor hen hoogten etc te bouwen?
Hebben we niet gelezen in het boek Ezra over de vreemde vrouwen en hun kinderen, die weggezonden moesten worden?

Heeft YHVH niet Zelf de vrouw een scheidsbrief gegeven omdat zij Zijn instructies hardnekkig in de wind sloeg en andere goden achterna ging?

Dat moet ons toch heel alert maken.

Laten we hoofdstuk 24 van Genesis nader bekijken.
Daar is een knecht die over alles wat Abraham heeft gesteld is.
Eliëzer kwam uit Damascus en zou alles geërfd hebben, zoals we kunnen opmaken uit

Genesis 15:2 Toen zeide Abram: Meester, YHWH! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?

Het woord “bezorger” staat voor lid van een familie.

En deze Eliëzer moet zweren dat hij geen vrouw mee terug zal nemen, die niet uit Abrahams maagschap en land afkomstig is. Het moest geen heiden zijn maar een Israliet.

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup,
3 Opdat ik u doe zweren bij YHVH, den Elohim des hemels, en den God der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw nemen zult van de dochteren der Kanaanieten, in het midden van welke ik woon;
4 Maar dat gij naar mijn land, en naar mijn maagschap trekken, en voor mijn zoon Izak een vrouw nemen zult.

Het nakomelingschap moest onder alle beding zuiver blijven en een vreemde vrouw zou de kinderen nadelig kunnen beïnvloeden inzake alles wat YHVH Abraham geboden had…
YHVH, de Elohim des hemels, Die mij uit mijns vaders huis en uit het land mijner maagschap genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen heeft, zeggende: Aan uw zaad zal Ik dit land geven! Die Zelf zal Zijn Engel voor uw aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon van daar een vrouw neemt.
8 Maar indien de vrouw u niet volgen wil, zo zult gij rein zijn van dezen mijn eed; alleenlijk breng mijn zoon daar niet weder heen.

Toen zweerde Abrahams knecht en legde zijn hand onder de heup van Abraham, zoals Abraham hem gevraagd had, zie Gen.24:9

Toen legde de knecht zijn hand onder de heup van Abraham, zijn heer, en hij zwoer hem over deze zaak.

Wanneer u dan deze geschiedenis verder aandachtig leest, komen we een kenmerk tegen dat Abba YHVH inderdaad Zijn zegen geeft aan dit gebeuren, daar Rebekka een afstammeling is van haar voorvader en grootvader Terah; deze is tevens de vader van Abraham.

Eliëzer vraagt haar in vers 47:

47 Toen vraagde ik haar, en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Bethuel, den zoon van Nahor, welken Milka hem gebaard heeft.

Genesis 11:26 En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran.
27 En deze zijn de geboorten van Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en Haran gewon Lot.
28 En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders Terah, in het land zijner geboorte, in Ur der Chaldeen.
29 En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam van Abrams huisvrouw was Sarai, en de naam van Nahors huisvrouw was Milka, een dochter van Haran, vader van Milka, en vader van Jiska.

Genesis 22:

20 En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham boodschapte, zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen gebaard:
21 Uz, zijn eerstgeborene, en Buz, zijn broeder, en Kemuel, den vader van Aram,
22 En Chesed, en Hazo, en Pildas, en Jidlaf, en Bethuel;
23 (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham.

Rebekka blijkt dus een achternicht te zijn van Izaäk .

In de opgetekende geschiedenis lezen we dat Laban als broer van Rebekka naar voren komt om de zaken te doen. Hij is waarschijnlijk de oudste zoon en deze heeft specifieke verantwoordelijkheden, wat wij in het westen vergeten zijn:

Genesis 24:29 En Rebekka had een broeder, wiens naam was Laban; en Laban liep tot dien man naar buiten tot de fontein.
30 En het geschiedde, als hij dat voorhoofdsiersel gezien had, en de armringen aan de handen zijner zuster; en als hij gehoord had de woorden zijner zuster Rebekka, zeggende: Alzo heeft die man tot mij gesproken, zo kwam hij tot dien man, en ziet, hij stond bij de kemelen, bij de fontein.
31 En hij zeide: Kom in, gij, gezegende des YHVH’s! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis bereid, en de plaats voor de kemelen.

Belangrijk om te vermelden dat Laban de Naam wist, omdat hij zegt : Kom in gij gezegende des YHVH’s!

Een gezegende des YHVHs is iemand op wie de Naam van YHVH rust.
Niet een titel, maar de Eigennaam van de Allerhoogste!
Zie Numeri 6:27
Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israels leggen; en Ik zal hen zegenen.

Later komt ook vader Bethuël en is eensgezind met zijn zoon als zij zeggen in vers 50:

50 Toen antwoordde Laban, en Bethuel, en zeiden: Van YHVH is deze zaak voortgekomen; wij kunnen kwaad noch goed tot u spreken.
51 Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem haar en trek henen; zij zij de vrouw van den zoon uws heren, YHVH gesproken heeft!

En Eliëzer geeft dan YHVH alle eer:

52 En het geschiedde, als Abrahams knecht hun woorden hoorde, zo boog hij zich ter aarde voor YHVH.
En dan zien we de gewilligheid van de toekomstige bruid in vers 54-58 naar voren komen:
54 Toen aten en dronken zij, hij en de mannen, die bij hem waren; en zij vernachtten, en zij stonden des morgens op, en hij zeide: Laat mij trekken tot mijn heer!
55 Toen zeide haar broeder, en haar moeder: Laat de jonge dochter enige dagen, of tien, bij ons blijven; daarna zult gij gaan.
56 Maar hij zeide tot hen: Houdt mij niet op, dewijl YHVH mijn weg voorspoedig gemaakt heeft! laat mij trekken, dat ik tot mijn heer ga.
57 Toen zeiden zij: Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen.
58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met dezen man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken.

Er werden geschenken overhandigd en zij zegenen Rebekka, vers 60:
59 Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen.
60 En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters!

Houdt goed vast dat deze mensen de Naam van YHVH kenden en uitspraken.
Houdt goed vast dat zij geloofden en praktiseerden wat YHVH geboden had om dat te doen.
Houdt goed vast dat Yeshua hierin geëerd en wordt daar Yeshua gisteren en heden dezelfde is en in der eeuwigheid.
Laten we het niet zelf in vullen ,maar gewoon aannemen wat YHVH’s Schrift ons voorhoudt.

Toen Eliëzer en Rebekka teruggingen naar Izaäk,die in het veld gegaan was om te bidden
63 En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van den avond; en hij hief zijn ogen op en zag toe, en ziet, de kemelen kwamen!

zien we opnieuw iets zuivers en bevalligs in Rebekka…

64 Rebekka hief ook haar ogen op, en zij zag Izak; en zij viel van den kemel af.
65 En zij zeide tot den knecht: Wie is die man, die ons in het veld tegemoet wandelt? En de knecht zeide: Dat is mijn heer! Toen nam zij den sluier, en bedekte zich.

Ze wil zich voor hem bewaren en dat op het moment dat zij hem werkelijk persoonlijk zal ontmoeten,de sluier verwijderd wordt…Zou het zo zijn?

Daarna vertelt de knecht alle wederwaardighden

66 En de knecht vertelde aan Izak al de zaken, die hij gedaan had.

Het is zo mooi en sluitend hoe een zaak van Abba YHVH alle kenmerken heeft van Zijn zegen….

67 En Izak bracht haar in de tent van zijn moeder Sara; en hij nam Rebekka, en zij werd hem ter vrouw, en hij had haar lief. Alzo werd Izak getroost na zijner moeders dood.

Deze geschiedenis is een troost en versterking voor oprechte ouders, die hun kinderen in de lijn van Abraham willen laten opgroeien.
Wat denkt u?
Zou het in deze tijd niet meer hoeven?

@Hadassah met dank aan Abba YHVH.


Een reactie plaatsen

Sin, Righteousness, and Judgment

The work of the Holy Spirit in the life of the follower of Mashiach Yeshua is very important. Equally important is the work of the Holy Spirit through that person’s life in the lives of others. We examine this aspect of the work of the Spirit in this study.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Sin, Righteousness, and Judgment

The work of the Ruach Qodesh

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Yochanan (John) 16:8

“And He, when He is come, will convict the world in respect of sin, and of righteousness, and of judgment.”

In explaining the work of the Ruach Qodesh (Holy Spirit) when He would come into this world, Yeshua taught His followers that His work would involve three aspects: sin, righteousness, and judgment. Yeshua gives a brief explanation in the next three verses, which we shall look at briefly. However, it is not solely the work of the Ruach Qodesh in which we are interested in this study. More specifically, we are interested in the work of the Ruach Qodesh in the life of those who follow Mashiach Yeshua, and how the Ruach Qodesh manifests each one of these three aspects in and through us.

Yochanan (John) 16:9

“of sin, because they do not trust on Me;”

The Ruach Qodesh convicts people of sin. Part of the sin which He convicts people of is not trusting in Yeshua as Mashiach. This is especially true of those walking in the ways of the world. However, if a follower of Mashiach Yeshua has a way in his life which is according to the world and not according to the Living Torah, then the Ruach Qodesh shall certainly convict him of this sin as well.

Yochanan (John) 16:10

“of righteousness, because I go to the Father, and you behold Me no more;”

When Mashiach Yeshua ascended back to His heavenly Father, this was an act of righteousness. He was able to do this because He had no sin in His life. The sin for which He died was our sin, which was laid upon Him. He who knew no sin, became a curse on our behalf. However, this too, was an act of righteousness.

Yochanan (John) 16:11

“of judgment, because the prince of this world has been judged.”

Each person knows through the work of the Ruach Qodesh that the prince of this world, Satan, has already lost. He has been judged. Those who follow him and his ways shall be judged as well in the same manner as he has been judged and receive that which is according to their deeds.

Almost every follower of Mashiach Yeshua knows these three basic truths. However, there are a couple of pieces of this which the follower of Mashiach Yeshua may not yet have put together until now. The Ruach Qodesh is not simply in this world as some mystical Entity going about doing His work. Rather, the Ruach Qodesh lives in the followers of Mashiach Yeshua, and He functions through them in this world.

Continue reading the complete essay in http://r20.rs6.net/tn.jsp?e=001PnQpuhz0CIxj1kqqLFRJGE4iYqAitQWJyzcfkcTyugtaBy09AiTL0NJUPABlbT3TdI42tbzsNdvbAzMAku9hrqMZvHpJaVB78P25UfUHx9HOCU-6iiWYyLK46z_e_0wco3O-kXyDGfd-HdsqhSCG4JhjKaNoomlu4rkNzPCvcrdjnCum83JUtQ==
or
http://r20.rs6.net/tn.jsp?e=001PnQpuhz0CIzGNCbaniwX4b6Y6YWXqwyIjE4m4FkwKMejWPtWjod604gAxu1zuA-2kjIstgBac_kHgQquBnIfLz0G99YjVs6L1v9IlcTg05B2r7eFYxCjyORaDuirTKMFMHR-9HDUCaDugNxrXxqhATZlEm4MVBXoiPWYh2NPQqcJDZ_qjYiaug==
http://www.onetorahforall.com


Een reactie plaatsen

Waar komen de verstrooiden oorspronkelijk vandaan die momenteel de weg terugzoeken?

Onder de vele aanwijzingen, kan zeker Deuteronomium 4 niet onvermeld blijven, laten we beginnen bij vers 25:
25 Wanneer gij nu kinderen en kindskinderen gewonnen zult hebben, en in het land oud geworden zult zijn, en u zult verderven, dat gij gesneden beelden maakt, de gelijkenis van enig ding, en doet, wat kwaad is in de ogen des YHWH’s Uws Elohims, om Hem tot toorn te verwekken;
26 Zo roep ik heden den hemel en de aarde tot getuige tegen ulieden, dat gij voorzeker haast zult omkomen van dat land, waar gij over de Jordaan naar toe trekt, om dat te erven; gij zult uw dagen daarin niet verlengen, maar ganselijk verdelgd worden.
27 En YHWH zal u verstrooien onder de volken; en gij zult een klein volksken in getal overblijven onder de heidenen, waar YHWH u henen leiden zal.
28 En aldaar zult gij Elohimen dienen, die des mensen handenwerk zijn, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch eten, noch rieken.
29 Dan zult gij van daar YHWH, uw Elohim, zoeken, en vinden; als gij Hem zoeken zult met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
30 Wanneer gij in angst zult zijn, en u al deze dingen zullen treffen; in het laatste der dagen, dan zult gij wederkeren tot YHWH,uw Elohim, en Zijn stem gehoorzaam zijn.
31 Want YHWH,uw Elohim, is een barmhartig Elohim; Hij zal u niet verlaten, noch u verderven; en Hij zal het verbond uwer vaderen, dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten.

Hier wordt gesproken over lokatie, instructie én conditie tot het gehele volk, de Israelieten, die later mede door ongehoorzaamheid in twee huizen verder gingen, te weten huis van Israel en huis van Juda.Dus geen twee stammen,maar twee huizen waarin alle stammen vertegenwoordigd waren …
In hoofdstuk 31 van hetzelfde boek lezen we weer over de lokatie na de verstrooiing, instructie en conditie…
Vanaf vers 1:
1 Voorts zal het geschieden, wanneer al deze dingen over u zullen gekomen zijn, deze zegen of deze vloek, die ik u voorgesteld heb; zo zult gij het weder ter harte nemen, onder alle volken, waarheen u de YHWH, uw Elohim, gedreven heeft;
2 En gij zult u bekeren tot den YHWH, uw Elohim, en Zijner stem gehoorzaam zijn, naar alles, wat ik u heden gebiede, gij en uw kinderen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
3 En de YHWH, uw Elohim, zal uw gevangenis wenden, en Zich uwer ontfermen; en Hij zal u weder vergaderen uit al de volken, waarheen u de YHWH, uw Elohim, verstrooid had.
4 Al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, van daar zal u de YHWH, uw Elohim, vergaderen, en van daar zal Hij u nemen.
5 En de YHWH, uw Elohim, zal u brengen in het land, dat uw vaderen erfelijk bezeten hebben, en gij zult dat erfelijk bezitten; en Hij zal u weldoen, en zal u vermenigvuldigen boven uw vaderen.
6 En de YHWH, uw Elohim, zal uw hart besnijden, en het hart van uw zaad, om den YHWH, uw Elohim, lief te hebben met uw ganse hart en met uw ganse ziel, opdat gij levet.
7 En de YHWH, uw Elohim, zal al die vloeken leggen op uw vijanden en op uw haters, die u vervolgd hebben.
8 Gij dan zult u bekeren, en der stemme des YHWHN gehoorzaam zijn, en gij zult doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede.
9 En de YHWH, uw Elohim, zal u doen overvloeien in al het werk uwer hand, in de vrucht uws buiks, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht uws lands, ten goede; want de YHWH zal wederkeren, om Zich over u te verblijden ten goede, gelijk als Hij Zich over uw vaderen verblijd heeft;

10 Wanneer gij der stemme des YHWHN, uws Elohims, zult gehoorzaam zijn, houdende Zijn geboden en Zijn inzettingen, die in dit wetboek geschreven zijn; wanneer gij u zult bekeren tot den YHWH, uw Elohim, met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
11 Want ditzelve gebod, hetwelk ik u heden gebiede, dat is van u niet verborgen, en dat is niet verre.
12 Het is niet in den hemel, om te zeggen: Wie zal voor ons ten hemel varen, dat hij het voor ons hale, en ons hetzelve horen late, dat wij het doen?
13 Het is ook niet op gene zijde der zee, om te zeggen: Wie zal voor ons overvaren aan gene zijde der zee, dat hij het voor ons hale, en ons hetzelve horen late, dat wij het doen?
14 Want dit woord is zeer nabij u, in uw mond, en in uw hart, om dat te doen.
15 Ziet, ik heb u heden voorgesteld het leven, en het goede, en den dood, en het kwade.
16 Want ik gebiede u heden, den YHWH, uw Elohim, lief te hebben, in Zijn wegen te wandelen, en te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, opdat gij levet en vermenigvuldiget, en de YHWH, uw Elohim, u zegene in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.
17 Maar indien uw hart zich zal afwenden, en gij niet horen zult, en gij gedreven zult worden, dat gij u voor andere goden buigt, en dezelve dient;
18 Zo verkondig ik ulieden heden, dat gij voorzeker zult omkomen; gij zult de dagen niet verlengen op het land, naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om daarin te komen, dat gij het erfelijk bezit.
19 Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij levet, gij en uw zaad;
20 Liefhebbende den YHWH, uw Elohim, Zijner stem gehoorzaam zijnde, en Hem aanhangende; want Hij is uw leven en de lengte uwer dagen; opdat gij blijft in het land, dat de YHWH uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft hun te zullen geven.

Ik kan me de vraag voorstellen dat men vraagt, maar hoe weet je het dan zo zeker dat zij die terugkeren naar die Torahinstructies, voormalige Israelieten zijn?

Ook dat staat beschreven in YHWH’s Woord…
Ten eerste is het zo dat YHWH één volk heeft, dat had Hij toen en door de eeuwen heen, ook nu.
Dat wij zijn gaan denken dat er meerdere denominaties zijn, zegt niet dat YHWH dat zo gekozen heeft.
Bij de berg Sinaï, welke in Saoedi-Arabië ligt, heeft Hij de wet/instructies aan Zijn volk gegeven en die gelden nog steeds.
Zoals we lezen door de verzen heen, zijn we er vervreemd van geraakt,maar als Lo-Ammi Ammi wordt en haar identiteit gaat ontdekken /daarover later meer/dan vraagt dat om uitleg.
In de boeken van de apostelen worden zij uitgezonden naar de verloren schapen van het huis Israels…Hm? Geen christenen,zoals de meesten denken, of heidenen om ze tot christenen te maken?
Is dat een vertalingsfout? Had Yeshua het dan niet over heidenen die christenen moeten worden?

Kijk en daar ligt em nu net de knoop!
Van het huis Israels wordt aangegeven dat zij voor een bepaalde tijd door hun ongehoorzaamheid en rebellie, alles afgenomen werd. Hun identiteit, hun lokatie en hun bestemming.Precies zoals het in YHWH’s Woord beschreven staat.
Dit was niet wat YHWH in gang gezet heeft!
Dit was tengevolge van de rebellie van het huis Israels, dat zij opgingen in de natiën en niet beter wisten als hoorden zij daar en kwamen zij oorspronkelijk uit die streek.
Verder dachten en denken zij, dat zij als zij christen zijn of een ander geloof, dat dat juist is en de bestemming die bij deze leer past ook hun eindbestemming is.
Ook dit wordt in YHWHs Woord beschreven!

Maar hoe komt het nu dat er stemmen opgaan dat het zo anders is als wat altijd is verteld?
Ook dat staat in YHWHs Woord beschreven!

Dat heeft met Zijn tijd en Zijn kalender te maken.
Een tipje van de sluier…
Zeven dagen en volgens YHWHs Woord is de zevende een rustdag.
In YHWHs Woord staat dat voor Hem een dag is als duizend jaar…
Wanneer men de geschiedenis in duikt zal men gaan herkennen dat YHWH in zeven vakken van duizend jaar Zijn plannen heeft opgesteld.
De zevende dag van duizend jaar is nog niet aangebroken,omdat voorzegd is dat er een tijd van duizend jaar vrede komt en HaSatan gebonden wordt voor die duizend jaar en dat is nog niet gebeurd.
En dan hebben we het nog niet gehad over de gezette tijden van YHWH die oa de wekelijkse shabbat en feesten zijn.
En dan te weten de dagindeling!
Die begint zoals Genesis 1 beschrijft met de avond….
Maar goed, even terug naar het onderwerp, hoewel al deze zaken er ook mee te maken hebben.
De verstrooiden die vandaag de dag al zoekende en tastende de weg terugzoeken naar de instructies van YHWH, die ze zo vaak helemaal niet noemen, zijn gewoon nazaten van het huis Israels en ze worden daar weer in teruggezet als zij YHWH’s instructies weder ter harte nemen, precies zoals YHWH’s Woord dat zegt.
Waarom sinds een korte tijd en niet al voor honderd jaar terug?
Dat heeft met de lengte van de straf te maken en ook dat is in YHWH’s Woord beschreven!
Wordt vervolgd,


Een reactie plaatsen

Reisverslag

Om een reis te kunnen maken zijn er herkenningspunten nodig.
Men zegt dan bijvoorbeeld dat je van daar naar daar kunt gaan of dat je op dat kruispunt af moet slaan….
Zo heb ik, achteraf gezien om eveneens vooruit te kijken ook herkenningspunten ontdekt.
Ezechiël 37 is er één van.
Wellicht hebben velen dit hoofdstuk gelezen, bekeken.
Voor mij heeft het vooral richting aangegeven,zodat ik bepaalde herkenningspunten ook ging begrijpen.
Het is jaren geleden begonnen…of begon het al bij mn geboorte?
En de reis gaat voort…elke dag een dag verder.
Nu zou je met deze enkele woorden alle kanten uitkunnen…
Filosofisch, maar ook allerlei soorten geloofovertuigingen…
Daarom zal ik even duidelijk worden waar ik op doel, of liever gezegd, welk pad ik heb ontdekt….

Vanuit een behoudend christelijke hoek-en ik ben mn ouders dankbaar dat ze me leerden het Woord letterlijk en vooral grondig serieus te nemen- kwam ik op zeker moment tot de ontdekking dat de instructies of ook wel genoemd wet, die in de bijbel wordt genoemd, niet weggedaan was en ook niet vervangen, maar vooral bedoeld was om na te leven.
Onderzoek gaf aan dat het niet een gril was,maar dat het te maken had met identiteit.
Identiteit, afkomst, doorreis en bestemming.
Maar ook de indentiteit van de Koning der koningen, Zijn land en Zijn doel.
Daar wil ik een en ander over gaan schrijven in de komende tijd…
Maar ik begin met Ezechiël 37:16

“Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen.
17 Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen tot een worden in uw hand.
18 En wanneer de kinderen uws volks tot u zullen spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn?
19 Zo spreek tot hen: Alzo zegt Elohim YHWH: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand.
20 De houten nu, op dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn voor hunlieder ogen.
21 Spreek dan tot hen: Zo zegt Elohim YHWH: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land;
22 En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn.

Jeremia 6: 16 Zo zegt YHWH: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel;

Dit laatste vers gaat verder met de woorden dat zij niet luisteren zullen en we zullen gaan weten wat voor consequenties dat gaat geven. In Zijn ontferming heeft YHWH ook nog wachters aangesteld, om hen te gaan roepen dat af wilden en willen keren. De geschiedenis zal ons vaak en overvloedig laten zien, Wie YHWH is en wie Israel is.
Voor nu de aanwijzing die naar het leven leidt…..
Opgetekend door het hele Woord, dat men zowel bijbel noemt als de Schriften.
Ik ben het YHWH’s Torah gaan noemen omdat alle woorden onderwijzingen zijn met uitleg en voorbeelden.
Voor mij en voor een ieder die de weg naar het leven zoekt.
Leven.