Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Waren het christenen op Shavuoth in Handelingen 2?

Niet beter wetende zou je kunnen denken dat het christenen waren die destijds op Shavuot in vreemde talen spraken.
Let wel, het was niet het gebrabbel, maar gewoon bestaande talen die deze eenvoudige mensen ineens konden spreken,maar daarover later.

De christelijke kerk heeft in haar leringen voortgebracht dat het christenen waren die na de opstanding daar in Jeruzalem waren.Zo heb ik het geleerd,maar waren ze dat ook?

Een aantal waren dicipelen en de anderen waren navolgers van hetgeen Yeshua hen had uitgelegd.
Vierden deze mensen de zondag?
Had Yeshua hen dat bevolen?
Aten deze mensen varkensvlees of ander onrein gedierte volgens de vijf boeken van Mozes?
At Yeshua varkensvlees?

Zoals de Schrift uitlegt, gingen deze oprechte mensen in hetzelfde spoor als hun Meester Yeshua, die hen ook het verschil leerde tussen opgelegde menselijke wetten en de geboden van YHWH.
In Mattheüs 5 vanaf vers 17 leert Yeshua dat er niet één jota noch één tittel van de wet afgehaald wordt en in Openbaring wordt nog es herhaald dat er geen jota noch tittel van de wet afgehaald mag worden.

We kunnen dan wel gaan begrijpen dat er mensen zijn geweest die een en ander hebben weggelaten,zodat het lijkt dat het christenen waren die Shavuoth deden.Zij zijn het Pinksteren gaan noemen,maar dat is iets heel anders.Dat is op een andere tijd en met een andere inhoud.Ik heb christenen nooit over omertelling gehoord…

We zullen eens gaan kijken wie er aanwezig waren op Shavuoth in Jeruzalem…

And when the moed of Shavuot was fully counted by
the omer, they were all with one accord in one place.
2 And suddenly there came a sound from the shamayim
as of a groaning Ruach, and it filled all the Bayit
(7) where where they were sitting.
3 And there appeared to them divided tongues like as of
fire, and it sat upon each of them.(8)
4 And they were all filled with the Ruach Hakodesh,
and began to speak with other tongues, as the Ruach
Hakodesh gave them the utterance.
5 And there were dwelling at Yahrushalayim, Yahudim,
(9) devout men, out of every nation
1under the shamayim.

Uitleg:
(7) The House is not a room. And is not an upper room.
It is merely a Hebraic way of identifying the place
as the House of YHWH on Mt. Moriah. Even in the land of
Yisrael today, the Temple Mount is known as Har
HaBayit, or the Mountain of the House. The Spirit fell in
the Temple, or the “House” of YHWH, since that was
the only place Yisraelites would be gathered by
commandment according to Deut. 16 and Lev. 23. Had
these Yisraelites been in an upper room, the Set-Ap
art-Spirit could not have been given, since they would be
in disobedience to the Torah, as would YHWH, if He gave it to those who were not in His House, but rather in a prayer room of their own choosing. The so-called
church as a separate entity from Yisrael, was neverborn on that day, since the events were promised and prophesied and fulfilled to Yisraelites in the Temple in YHWH’s House.
(8) Another indication that Yisrael was being renewed,as
as opposed to a gentile church being birthed, as the
Torah was also given in voices of thunderings, or (as
the sages teach) in the 70 known tongues of the
nations. The Torah was now being placed in their
hearts, and this sign of divided tongues indicated
that
very implanting within the disciples.
(9) Note that these people were not pagans but returning
returning Yisraelites in varying stages of return.
No pagans would go and worship YHWH on
Shavuot/Feast of Weeks. Later in verses 8-11 we see
that these men were Yisraelites but not Jews, even
though the term Jew is used here to include other
Yisraelites both natural and by conversion.

6 Now when this was noised abroad, the multitude came together,( 2)
and were confused, because every man heard them speak in his own language. (3)
7 And they were all amazed and marveled, saying oneto
another, See, are not all these who speak Galilaeans?
8 How then do we hear them speaking in our own native language?
9 Parthians, and Medes, and Eylamites, and those
Yisraelites dwelling in Aram, among whom were
Yahudim, and those from Kappadokia, those from Pontos,
and also Asia Minor,( 4) (,5)
10 Phrygia, and Pamphulia, in Mitzrayim, and in the parts
of Libya near Cyrene, and Yahudim and gerim
from Romiyah, along with the Yireh-vuvh (YHVH),( 6)(,7)
11 Cretes and Arabians, 8we do hear them speak in our
tongues the wonderful works of Yeshua
. 12 And they were all amazed and stunned, and were in
doubt, saying one to another, What does this mean?

Uitleg:
1
The term “every nation” is indicative of non-Jewish
Yisraelites, since this was before the exile of 70CE and
the Jews at that time had not yet been exiled to every
nation under heaven like they are today, which had in
fact occurred to Efrayim at that time.
2
The “multitudes of the nations.” We see both the
devout Jews and the multitudes from the nations
coming together around the feasts as the restoration
work begins.
3
Native tongue of the many Yisraelite nations that were visiting.
4
The Parthians and Medes in Acts 2:9, are identified as
an area where Efrayim (ten tribes) was scattered,
according to I Chronicles 5:26. The Gozan River wasin
the area of Medo-Persia. They later formed a large part
of the Scythian peoples, who later would settle
Northwest Europe as the invading Anglo-Saxon and
barbarian nations. The Eylamites in Acts 2:9, were
most likely descendents of Ullam, son of Sheresh, son
of Maachah, son of Manasseh, son of Joseph.
“Eylamites descended from Ullan, son of Maachah,
son of Manasseh, son of Yoseph…” Kol Shofar
Monthly Newsletter
, Vol.2 No.6 p.2.
5
The exiles from Pontus, Galatia, Cappadocia and
Asia, were all to be considered the dispersed exiled
chosen people according to Peter in 1 Peter 1.1.
6
Known in Hebrew as Yireh-YHWH, or YHWH fearers
who were not natives.
7
Clearly many non-Yisraelites by birth were also in
YHWH’s House joining Yisrael and thus being Yisrael
as seen by the term gerim/strangers and Yireh-YHWH
converts. Notice that Libyans and Egyptians also
become Yisrael and received the seal of the Spirit.
8
Arabs can and have always been welcome to become
Yisrael based on Torah terms.
9
Most believers still don’t clearly see the significance
of this event, seeing it as the birth of a new religion, or
non-Yisraelite entity, rather than as the fulfillment of
Jeremiah 31:31

En hoe komt het toch dat er zovelen met een grote prijs teruggaan naar het onderwijs wat Yeshua werkelijk gaf?
Hosea 6:
After two days(1)will He revive us:(2)
on the third day HeHe will raise us up(3)
and we shall live in His sight.(4)

Uitleg
1
Two thousand years according to 2nd Peter 3:8 and
Psalm 90:4, which establishes the principle of a day
equaling one thousand years in YHWH’s sight. We see
that again in the creation account. After two days,
or 2,000 years, both houses will be quickened, or revived to
righteousness and restoration and healing in our nation.
We see this coming to pass with the two-house healing
and revival that began to accelerate in 1996 CE, exactly
2,000 years after Yahshua’s birth in 4 BCE.
2
The “us” is both houses of Yisrael.
3
The third day is the start of the 3rd set of 1,000 years
after the offering of the kingdom by Messiah Yahshua.
Beginning around 1996 CE, the third day began. Both
houses are in a season of revival that leads to the
resurrected life of the millennial kingdom. Two-house
revival is the means to the end, with the end beingthe
life of the kingdom restored in the millennial reign of
Yahshua, which commences 7,000 years after Adam
and Eve, or 3,000 years – 3 days – after Yahshua’s first coming.
4
When both houses have been given eternal life
through Yahshua, we will live in His sight and in His
presence, or literally “before YHWH,” as opposed to
being broken and wounded, living out in the nations,
away from His face and His presence.

Vertaling met uitleg: RSTNE met toestemming.

Ja, zo ben ik het ook gaan zien…


1 reactie

Hoe wij ons zullen moeten gaan gedragen….

Omdat veelal veel mensen als niet zijnde van Judese afkomst terugkeren naar Abba’s Torah en tevens een gevoel hebben met Juda samen op te trekken…komt het vaak voor dat de eerstgenoemden zich als semi-joods gaan gedragen, ook wel vanwege het onderwijs in die kringen…
En de vraag is of dat juist is…
Moeten zij die geen zg joodse afkomst hebben, zich joods gaan gedragen?
Daarmee bedoel ik niet dat men Abba YHWH’s geschreven geboden moet gaan mijden, neen, ik doel op het nadoen of navolgen van afgeleide veelal joodse zaken….
Voor het geval men mij ervan verdenkt tegen dat andere huis te zijn, huis van Juda, dan leest u anders dan ik bedoel te schrijven.
Wat zegt Abba’s Woord hierover?
Een prachtig voorbeeld vond ik in de de onlangs toegestuurde woorden van Zerubbabel over de twee houten stokken…
Leest u mee?
Waarschijnlijk zult u erdoor versterkt worden als u al enkel vragen hieromtrent had en anders krijgt u nieuw inzicht,want zoals die twee stokken twee naties zijn, kunnen wij ons als individu niet gaan vermengen met individuen van het andere huis….
De aanhef is een ernstige waarschuwing en ik denk terecht.
Mocht u dat anders zien, ook dan is uw reactie welkom!
Shalom!

http://www.onetorahforall.com/Studies2013/Reunification.html


Een reactie plaatsen

Bijzondere vrouw voor de zoon der belofte

Bijzondere vrouw voor de zoon der belofte.

Aandachtig lezende de geschiedenis hoe de knecht van Abraham uitgezonden werd om een vrouw voor Izaäk te vinden, zie ik een onderwijzing die van levensbelang is voor onze houding ten aanzien van onze kinderen.

Was het niet zo dat YHVH instructies gaf om voor de kinderen der Israelieten geen vreemde vrouwen of mannen te nemen buiten de kinderen Israels?

Hebben we niet gezien in de geschiedenis van oa Salomo dat vreemde vrouwen hem in ongehoorzaamheid brachten door voor hen hoogten etc te bouwen?
Hebben we niet gelezen in het boek Ezra over de vreemde vrouwen en hun kinderen, die weggezonden moesten worden?

Heeft YHVH niet Zelf de vrouw een scheidsbrief gegeven omdat zij Zijn instructies hardnekkig in de wind sloeg en andere goden achterna ging?

Dat moet ons toch heel alert maken.

Laten we hoofdstuk 24 van Genesis nader bekijken.
Daar is een knecht die over alles wat Abraham heeft gesteld is.
Eliëzer kwam uit Damascus en zou alles geërfd hebben, zoals we kunnen opmaken uit

Genesis 15:2 Toen zeide Abram: Meester, YHWH! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?

Het woord “bezorger” staat voor lid van een familie.

En deze Eliëzer moet zweren dat hij geen vrouw mee terug zal nemen, die niet uit Abrahams maagschap en land afkomstig is. Het moest geen heiden zijn maar een Israliet.

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup,
3 Opdat ik u doe zweren bij YHVH, den Elohim des hemels, en den God der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw nemen zult van de dochteren der Kanaanieten, in het midden van welke ik woon;
4 Maar dat gij naar mijn land, en naar mijn maagschap trekken, en voor mijn zoon Izak een vrouw nemen zult.

Het nakomelingschap moest onder alle beding zuiver blijven en een vreemde vrouw zou de kinderen nadelig kunnen beïnvloeden inzake alles wat YHVH Abraham geboden had…
YHVH, de Elohim des hemels, Die mij uit mijns vaders huis en uit het land mijner maagschap genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen heeft, zeggende: Aan uw zaad zal Ik dit land geven! Die Zelf zal Zijn Engel voor uw aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon van daar een vrouw neemt.
8 Maar indien de vrouw u niet volgen wil, zo zult gij rein zijn van dezen mijn eed; alleenlijk breng mijn zoon daar niet weder heen.

Toen zweerde Abrahams knecht en legde zijn hand onder de heup van Abraham, zoals Abraham hem gevraagd had, zie Gen.24:9

Toen legde de knecht zijn hand onder de heup van Abraham, zijn heer, en hij zwoer hem over deze zaak.

Wanneer u dan deze geschiedenis verder aandachtig leest, komen we een kenmerk tegen dat Abba YHVH inderdaad Zijn zegen geeft aan dit gebeuren, daar Rebekka een afstammeling is van haar voorvader en grootvader Terah; deze is tevens de vader van Abraham.

Eliëzer vraagt haar in vers 47:

47 Toen vraagde ik haar, en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Bethuel, den zoon van Nahor, welken Milka hem gebaard heeft.

Genesis 11:26 En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran.
27 En deze zijn de geboorten van Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en Haran gewon Lot.
28 En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders Terah, in het land zijner geboorte, in Ur der Chaldeen.
29 En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam van Abrams huisvrouw was Sarai, en de naam van Nahors huisvrouw was Milka, een dochter van Haran, vader van Milka, en vader van Jiska.

Genesis 22:

20 En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham boodschapte, zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen gebaard:
21 Uz, zijn eerstgeborene, en Buz, zijn broeder, en Kemuel, den vader van Aram,
22 En Chesed, en Hazo, en Pildas, en Jidlaf, en Bethuel;
23 (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham.

Rebekka blijkt dus een achternicht te zijn van Izaäk .

In de opgetekende geschiedenis lezen we dat Laban als broer van Rebekka naar voren komt om de zaken te doen. Hij is waarschijnlijk de oudste zoon en deze heeft specifieke verantwoordelijkheden, wat wij in het westen vergeten zijn:

Genesis 24:29 En Rebekka had een broeder, wiens naam was Laban; en Laban liep tot dien man naar buiten tot de fontein.
30 En het geschiedde, als hij dat voorhoofdsiersel gezien had, en de armringen aan de handen zijner zuster; en als hij gehoord had de woorden zijner zuster Rebekka, zeggende: Alzo heeft die man tot mij gesproken, zo kwam hij tot dien man, en ziet, hij stond bij de kemelen, bij de fontein.
31 En hij zeide: Kom in, gij, gezegende des YHVH’s! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis bereid, en de plaats voor de kemelen.

Belangrijk om te vermelden dat Laban de Naam wist, omdat hij zegt : Kom in gij gezegende des YHVH’s!

Een gezegende des YHVHs is iemand op wie de Naam van YHVH rust.
Niet een titel, maar de Eigennaam van de Allerhoogste!
Zie Numeri 6:27
Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israels leggen; en Ik zal hen zegenen.

Later komt ook vader Bethuël en is eensgezind met zijn zoon als zij zeggen in vers 50:

50 Toen antwoordde Laban, en Bethuel, en zeiden: Van YHVH is deze zaak voortgekomen; wij kunnen kwaad noch goed tot u spreken.
51 Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem haar en trek henen; zij zij de vrouw van den zoon uws heren, YHVH gesproken heeft!

En Eliëzer geeft dan YHVH alle eer:

52 En het geschiedde, als Abrahams knecht hun woorden hoorde, zo boog hij zich ter aarde voor YHVH.
En dan zien we de gewilligheid van de toekomstige bruid in vers 54-58 naar voren komen:
54 Toen aten en dronken zij, hij en de mannen, die bij hem waren; en zij vernachtten, en zij stonden des morgens op, en hij zeide: Laat mij trekken tot mijn heer!
55 Toen zeide haar broeder, en haar moeder: Laat de jonge dochter enige dagen, of tien, bij ons blijven; daarna zult gij gaan.
56 Maar hij zeide tot hen: Houdt mij niet op, dewijl YHVH mijn weg voorspoedig gemaakt heeft! laat mij trekken, dat ik tot mijn heer ga.
57 Toen zeiden zij: Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen.
58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met dezen man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken.

Er werden geschenken overhandigd en zij zegenen Rebekka, vers 60:
59 Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen.
60 En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters!

Houdt goed vast dat deze mensen de Naam van YHVH kenden en uitspraken.
Houdt goed vast dat zij geloofden en praktiseerden wat YHVH geboden had om dat te doen.
Houdt goed vast dat Yeshua hierin geëerd en wordt daar Yeshua gisteren en heden dezelfde is en in der eeuwigheid.
Laten we het niet zelf in vullen ,maar gewoon aannemen wat YHVH’s Schrift ons voorhoudt.

Toen Eliëzer en Rebekka teruggingen naar Izaäk,die in het veld gegaan was om te bidden
63 En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van den avond; en hij hief zijn ogen op en zag toe, en ziet, de kemelen kwamen!

zien we opnieuw iets zuivers en bevalligs in Rebekka…

64 Rebekka hief ook haar ogen op, en zij zag Izak; en zij viel van den kemel af.
65 En zij zeide tot den knecht: Wie is die man, die ons in het veld tegemoet wandelt? En de knecht zeide: Dat is mijn heer! Toen nam zij den sluier, en bedekte zich.

Ze wil zich voor hem bewaren en dat op het moment dat zij hem werkelijk persoonlijk zal ontmoeten,de sluier verwijderd wordt…Zou het zo zijn?

Daarna vertelt de knecht alle wederwaardighden

66 En de knecht vertelde aan Izak al de zaken, die hij gedaan had.

Het is zo mooi en sluitend hoe een zaak van Abba YHVH alle kenmerken heeft van Zijn zegen….

67 En Izak bracht haar in de tent van zijn moeder Sara; en hij nam Rebekka, en zij werd hem ter vrouw, en hij had haar lief. Alzo werd Izak getroost na zijner moeders dood.

Deze geschiedenis is een troost en versterking voor oprechte ouders, die hun kinderen in de lijn van Abraham willen laten opgroeien.
Wat denkt u?
Zou het in deze tijd niet meer hoeven?

@Hadassah met dank aan Abba YHVH.