Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Niet verworven, maar genoemd

Abba, ik noem Hem Abba YHVH en ook wel de Vader. Hij is voor mij echt een Abba, Avinu, mijn Vader in het Hebreeuws en Abba voelt warm aan.Omarmend. Want ik heb om redenen die bij Hem bekend zijn, resultaten beleefd die ik niet voor ogen had, niet verwacht had en zelf niet gekozen.

En daar, op een punt des tijds was Hij.

Met open armen.

Psa 45:11  Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis.

Hij openbaarde Zijn rustdag, de shabbat op zaterdag en later Zijn feesten.

Van de overtuiging niet gered te zijn, naar Zijn reddende hand ten Leven. Het maakte dat ik Hem vroeg of Hij mij werk wilde geven in Zijn akker hier op aarde.

Ik heb beleefd wat er in de volgende verzen staat geschreven en zie het als een geestelijke prijs. Broeders, zusters, vader, moeder, akkers( aardse goederen), ja ook kinderen…

Psa_27:10  Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar YHVH (de HEERE) zal mij aannemen.
Mat_19:29  En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven.

Maar Abba YHVH gaf opnieuw een gezin en een lief kind dat op gebed de naam “YHVH gaf” ontving.

Mijn aardse vader kwam op een wonderlijke manier weer op mn pad en mn moeder daarna. Kort van mijn vader kunnen genieten,maar het werd er een met een gouden rand. Ook voor hem. Hij overleed in 1998. De weg met mijn moeder is er een van voorzichtigheid vanuit volkomen vergiffenis.

Wat genade en vergiffenis doet…

Aanleiding van de intro hierboven was het volgende:

Vanmorgen ervaarde ik in mn gemoed iets verontrustend, maar kon er de vinger niet opleggen. Een opkomende vorm van leegte wilde mij omarmen en ik bad, zocht en vond een lied dat over wachten ging. De link zal ik hieronder vermelden. “Wacht op Mij”

Luisterend naar het lied kwamen tekstwoorden in gedachten en zinnen van een psalm, omdat ik in het engels zocht naar het woord van wachten en wachter.

Hoe wonderlijk zijn mij Uw wegen, Abba, omdat zo ineens in mn gedachten te brengen, waarop ik wist waarom ik de titel kreeg “Niet verworven, maar genoemd”.

Psalm 130 door James Block gezongen nam mij elf jaar terug…Naar een gebedslast voor het ganse huis Israels.

In 2013 was dat en in het zoeken naar woorden in het Woord op het net, hoorde ik het lied dat James ontvangen had van Abba. Dat weet ik omdat ik het hem vroeg.

De titel HEERE is ipv YHVH in de vertaling gezet. YHVH is Zijn Naam.

Psa 130:1  Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o YHVH/HEERE! 
Psa 130:2  YHVH/HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen. 
Psa 130:3  Zo Gij, YHVH/HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? 
Psa 130:4  Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. 

Psa 130:5  Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. 
Psa 130:6  Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen. 

Psa 130:7  Israel hope op YHVH/den HEERE; want bij YHVH/den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing. 
Psa 130:8  En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden. 

Niets doet Hij vóór Hij het Zijn knechten de profeten te kennen zal geven:

Amo_3:7  Gewisselijk, Elohim YHVH/de Heere HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe.

Op aarde is het een wedstrijd der altaren. Met name “onder ons”.

Meer dan ooit zijn wachters nodig, maar ook gewillige harten om zonodig om te keren, los te laten om de kostbare Parel niet te verliezen. Want bij verwaarlozing komt ruimte voor de verleider. En die gebruikt met name de ruimte wat de mens door vol gemis van de nabijheid van YHVH onbewaakt laat.

Bedenk dat de geschiedenis in het boek Hosea ons de serieuze en ernstige gevolgen geeft van eigenwijsheid in plaats van Vaders wijsheid.

Lees en overdenk het werk van een wachter= Shamar.

De schifting is niet van gisteren, ja zij was ook gisteren,maar is nú. En onder ons.

Ernstig is de boodschap als de waarheid en verlossing door Abba YHVH in gevaar komt en het op keuze aankomt om het discipelschap te verkrijgen en veilig te stellen van onze kant uit. Een daad die van ons verwacht wordt:

Luk 14:25  En vele scharen gingen met Hem; en Hij, Zich omkerende, zeide tot hen: 
Luk 14:26  Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. 
Luk 14:27  En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. 
Luk 14:28  Want wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent de kosten, of hij ook heeft, hetgeen tot volmaking nodig is? 
Luk 14:29  Opdat niet misschien, als hij het fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen te bespotten. 
Luk 14:30  Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. 
Luk 14:31  Of wat koning, gaande naar den krijg, om tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt, of hij machtig is met tien duizend te ontmoeten dengene, die met twintig duizend tegen hem komt? 
Luk 14:32  Anderszins zendt hij gezanten uit, terwijl degene nog verre is, en begeert, hetgeen tot vrede dient. 
Luk 14:33  Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn. 

Die keuze is aan ons en ik kan u zeggen dat het heel pijnlijk kan zijn, als omwille van Vaders Waarheid, mensen losgelaten moeten worden of dat zij zelf van u scheiden. dan is daar Abba YHVH, de Ik ben, Die u omarmt en troost.

Navolger van Yeshua worden houdt in dat het Zijn werk in u is. Niet verworven maar genoemd.

Isa_43:1  Maar nu, alzo zegt YHVH/de HEERE, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israel! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.


Een reactie plaatsen

YHVH’s voorwaarden voor een opziener

Bezorgdheid voor de lammetjes onder de gelovigen en zij die van verder weg komen, bracht mij tot schrijven over de opziener, een ouderwets woord voor iemand die het geheel overzien kan. Daar valt iedereen die verantwoordelijk is voor wie er binnenkomt in zijn of haar ruimte, waaronder huis en groter, om het Woord van YHVH te horen, samen te bespreken. Naast de onder ons meest bekende gemeente, kerk, ook de nevengroepen als huisgroep.

Waar moet een opziener aan voldoen?

1Ti_3:2  Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;

1Ti 3:3  Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig. 
1Ti 3:4  Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid; 
1Ti 3:5  (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?) 
1Ti 3:6  Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle. 
1Ti 3:7  En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in den strik des duivels. 

Tit_1:7  Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker;

Bescheiden, geen vechter…die zijn eigen huis wel regeert…zijn kinderen in onderdanigheid houdende met alle stemmigheid.

En wat te zeggen van vers 5!

Vers 5: Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?

Onlangs twee voorbeelden gehoord, waarvan de ene man des huizes geen verantwoordelijkheid droeg en de andere man zijn taken neerlegde omdat hij vond dat het in zijn gezin niet goed ging en hij geen goed voorbeeld kon zijn. Deze twee situaties zijn waargebeurd.

Waar vinden wij mannen en vrouwen die hun verantwoordelijkheid nemen, door nauwkeurig de voorwaarden door te nemen vanwege het voorbeeld wat zij zijn en welke verantwoordelijkheid zij hebben gekregen voor degenen die bij hen “in de leer” komen? Het van hen afkijken en dat weer door te geven aan hun gezinnen?

Ik weet van Nathan L, die geen voorganger wilde worden, maar door YHVH Zelf naar voren geschoven werd. Nathan schreef een hele lijst (1) van punten op, die men door kon nemen om te vernemen wat erbij komt kijken om opziener te zijn.

Zoals ik schreef is het de bezorgdheid dat ik tot dit schrijven kom, om de voorwaarden van YHVH te benoemen voor hen die of denken iets te starten als groep of gemeente. Daarom haal ik ter opscherping ook Ezechiël 34 aan.

In een quote van Efeze 4 vanaf vers 11 wordt aangehaald dat YHVH sommigen tot apostelen, sommigen tot apostelen, sommigen tot profeten, sommigen tot evangelisten, sommigen tot herders en sommigen tot leraars tot de volmaking der heilgen, tot het werk der bediening…tot opbouw van het lichaam van Yeshua. Lees ik over allerlei verschillende kerken die een andere naam dragen? Laten we lezen:

Eph 4:4  Eén lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping; 
Eph 4:5  Eén Heere, één geloof, één doop, 
Eph 4:6  Eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
 

Eén lichaam, één volk, één natie.

Eze 34:1  En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: 
Eze 34:2  Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israel; profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen Israels, die zichzelven weiden! zullen niet de herders de schapen weiden? 
Eze 34:3  Gij eet het vette, en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste, maar de schapen weidt gij niet. 
Eze 34:4  De zwakke sterkt gij niet, en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet, en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen met strengheid en met hardigheid. 
Eze 34:5  Alzo zijn zij verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn als het wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl zij verstrooid waren. 
Eze 34:6  Mijn schapen dolen op alle bergen en op allen hogen heuvel, ja, Mijn schapen zijn verstrooid op den gansen aardbodem; en er is niemand, die er naar vraagt, en niemand, die ze zoekt. 


Eze 34:7  Daarom, gij herders! hoort YHVH’s/ des HEEREN woord! 
Eze 34:8  Zo waarachtig als Ik leef, spreekt Meester YHVH/de Heere HEERE, zo Ik niet! Omdat Mijn schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al het wild gedierte des velds tot spijze geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders naar Mijn schapen niet vragen; en de herders weiden zichzelven, maar Mijn schapen weiden zij niet; Eze 34:9  Daarom, gij herders! hoort YHVH’s/ des HEEREN woord! 
Eze 34:10  Alzo zegt Meester YHVH/ de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan de herders, en zal Mijn schapen van hun hand eisen, en zal ze van het weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders zichzelven niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet meer tot spijze zullen zijn. 

Eze 34:11  Want zo zegt Meester YHVH/ de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen, en zal ze opzoeken. 
Eze 34:12  Gelijk een herder zijn kudde opzoekt, ten dage als hij in het midden zijner verspreide schapen is, alzo zal Ik Mijn schapen opzoeken; en Ik zal ze redden uit al de plaatsen, waarhenen zij verstrooid zijn, ten dage der wolke en der donkerheid. 
Eze 34:13  En Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen Israels, bij de stromen en in alle bewoonbare plaatsen des lands. 
Eze 34:14  Op een goede weide zal Ik ze weiden, en op de hoge bergen Israels zal hun kooi zijn; aldaar zullen zij nederliggen in een goede kooi, en zullen weiden in een vette weide, op de bergen Israels. 
Eze 34:15  Ik zal Mijn schapen weiden, en Ik zal ze legeren, spreekt Meester YHVH/de Heere HEERE. 
Eze 34:16  Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. 
Eze 34:17  Want gij, o Mijn schapen! Meester YHVH/de Heere HEERE zegt alzo: Ziet, Ik zal richten tussen klein vee en klein vee, tussen de rammen en de bokken. 
Eze 34:18  Is het u te weinig, dat gij de goede weide afweidt? Zult gij nog het overige uwer weide met uw voeten vertreden? En zult gij de bezonkene wateren drinken, en de overgelatene met uw voeten vermodderen? 
Eze 34:19  Mijn schapen dan, zullen zij afweiden, wat met uw voeten vertreden is, en drinken, wat met uw voeten vermodderd is? 
Eze 34:20  Daarom zegt Meester YHVH/de Heere HEERE alzo tot hen: Ziet Ik, ja, Ik zal richten tussen het vette klein vee, en tussen het magere klein vee. 
Eze 34:21  Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid hebt; 
Eze 34:22  Daarom zal Ik Mijn schapen verlossen, dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik zal richten tussen klein vee en klein vee. 
Eze 34:23  En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn. 
Eze 34:24  En Ik, YHVH/de HEERE, zal hun tot een God zijn; en Mijn knecht David zal Vorst zijn in het midden van hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. 

Yeshua is ons aller Voorbeeld. Hij gaf Zijn leven voor Zijn schapen en Zijn schapen horen Zijn Stem.

(1) Nathan L:https://hoshanarabbah.org/blog/2020/09/15/what-you-need-to-know-before-starting-a-congregation/

Beproef mijn woorden!

@Hadassah