Gaan wij vrijuit als wij anderen niet waarschuwen, wanneer wij zien dat men zijn of haar doel gaat missen? Kunnen wij ermee wegkomen, dat wij van die persoon houden en dat wij er geen mening over mogen hebben?
Wiens vriend of vriendin zijn wij dan?
Wat deed Yeshua ons voor?
Bij het nadenken over de tolerantie en marge tegen Vaders principe in, kwamen de woorden van Kaïn in gedachten.
Gen 4:9 En YHVHzeide tot Kain: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?
brother’sH251 keeper H8104
brother/broer H251
אָח
‘âch
awkh
A primitive word; a brother (used in the widest sense of literal relationship and metaphorical affinity or resemblance (like H1)): – another, brother (-ly), kindred, like, other. Compare also the proper names beginning with “Ah-” or “Ahi-”.
keeper H8104
שָׁמַר
shâmar
shaw-mar’
A primitive root; properly to hedge about (as with thorns), that is, guard; generally to protect, attend to, etc.: – beware, be circumspect, take heed (to self), keep (-er, self), mark, look narrowly, observe, preserve, regard, reserve, save (self), sure, (that lay) wait (for), watch (-man).
Shamar, dat is een dienende houding …vanuit de hartsgesteldheid, die relatie met de Schepper kent…richting de broeder of zuster om die te behoeden voor erger.
Dat niemand verachtere…
Heb 12:14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal;
Heb 12:15 Toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, beroerte make en door dezelve velen ontreinigd worden.
Heb 12:16 Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf.
Broeders hoeder zijn is opofferende liefde. En opofferende liefde zegt iets van Yeshua.
Yeshua Die Zijn leven gaf voor ons gaf het ultieme voorbeeld van hoeder zijn voor ons, die Hij Zijn familie noemt in een verbondsrelatie.
2Ti_4:2 Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. 2Ti 4:3 Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;
2Ti 4:4 En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen.
2Ti 4:5 Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.
Uit het geschreven Woord blijkt dat broeder/zusters hoeder zijn, de houding is, die de wil van de Vader weerspiegelt.
Rechtvaardige mensen gingen ons voor, denk aan
-Mozes Heb 11:25 Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben;
– Abraham Heb 11:17 Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd,
– Koningin Esther Est_4:16 Ga, vergader al de Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij, en eet of drinkt niet, in drie dagen, nacht noch dag; ik en mijn jonge dochters zullen ook alzo vasten, en alzo zal ik tot den koning ingaan, hetwelk niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om.
Johannes de Doper…Paulus…zovele anderen, zie Hebr.11
Yeshua, zie Joh 17:1 Dit heeft Yeshua gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.
Joh 17:2 Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve.
Joh 17:3 En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt.
Joh 17:4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen;
Joh 17:5 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.
Joh 17:6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard.
Joh 17:7 Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is.
Joh 17:8 Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.
Joh 17:9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw.
Joh 17:10 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt.
Joh 17:11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij.
Joh 17:12 Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde.
Joh 17:13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven.
Joh 17:14 Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben.
Joh 17:15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze.
Joh 17:16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben.
Joh 17:17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
Joh 17:18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden.
Joh 17:19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.
Joh 17:20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen.
Joh 17:21 Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Joh 17:22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn;
Joh 17:23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.
Joh 17:24 Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld.
Joh 17:25 Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt.
Joh 17:26 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen.
Dank U voor Uw levendmakende Woord,wat richting en rust geeft door de openbaring van Uw Geest.
U komt alle eer toe.