Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Van Habakuk 3 naar 1Koningen 8…

Het beste wordt voor het laatste bewaard, zo luidt een gezegde…

Het was een periode van geestelijke leegte na de sukkot, waarin ik onderwerpen zocht die mij eertijds inspireerden. Ook gesprekken vinden met mensen waarin ik eerder weerklank vond en waarvan enkele mij inderdaad even uit die leegte “haalden”om daarna weer omhuld te worden met dat “gevoel”.

Het was niet de lichte verkoudheid die mij deed besluiten thuis te blijven in plaats van het overige te versterken, dat ik als het ware “vast” kwam zitten.

Tussendoor Abba YHVH vragen en uiteindelijk tot een aanvaarding komen. Het zij zo.

Want er was niets uit de “bus”gekomen, wat de oorzaak kon zijn.

Soms zet Hij Zelf Zijn kinderen op een plaats, waar zij moeten leren wachten.

Daarstraks kwamen zo inene de woorden uit Habakuk 3 naar boven…of was het van Boven naar mijn hart?

Al zou de vijgenboom niet bloeien…

Mijn hart reageerde op die woorden met “nochthans zal ik mij verheugen in de God mijns heils”en dat bracht mij tot inspiratie dat woorden kreeg en terwijl ik nu deel, komt het volgende in mn gedachten wat ik in de nacht van Shemini Atzeret jongstleden beleefde en nu terugkijkend een sleutel aanreikt:

Opmerkelijk was wel, dat in de nacht van Shemini Atzeret het ongewoon voor mijn doen was, dat ik niet kon inslapen en uren klaarwakker was in de nacht en na die in de woonkamer doorgebracht te hebben, vroeg in de morgen wat probeerde te slapen. Tijdens die nachtwake zocht ik op “achtste dag”, om mijzelf ervan te vergewissen dat Shemini Atzeret beduidend anders is dan Simcha Torah. Ik herinner me dat mijn oog op 1 Koningen 8 viel en ik die gelezen heb.

Ik begon met het vers dat over de achtste dag ging:

1Ki 8:66  Op den achtsten dag liet hij het volk gaan, en zij zegenden den koning; daarna gingen zij naar hun tenten, blijde en goedsmoeds over al het goede, dat YHVH/ de HEERE aan David, Zijn knecht, en aan Israel, Zijn volk, gedaan had. 

Daarna wilde ik weten welke achtste dag bedoeld werd…in welke periode…

1Ki 8:2  En alle mannen van Israel verzamelden zich tot den koning Salomo, in de maand Ethanim op het feest; die is de zevende maand. 

Nu terugziende gaf Abba YHVH een inzicht die bevestigt wat ik gedurende deze tijd  heel duidelijk ervaar.

Is dat niet wonderlijk?

We lezen verder:

1Ki 8:1  Toen vergaderde Salomo de oudsten van Israel, en al de hoofden der stammen, de oversten der vaderen, onder de kinderen Israels, tot den koning Salomo te Jeruzalem, om de ark des verbonds des HEEREN op te brengen uit de stad Davids, dewelke is Sion.
1Ki 8:2  En alle mannen van Israel verzamelden zich tot den koning Salomo, in de maand Ethanim op het feest; die is de zevende maand.
1Ki 8:3  En al de oudsten van Israel kwamen; en de priesters namen de ark op.
1Ki 8:4  En zij brachten de ark des HEEREN en de tent der samenkomst opwaarts mitsgaders al de heilige vaten, die in de tent waren; en de priesters en de Levieten brachten dezelve opwaarts.
1Ki 8:5  De koning Salomo nu en de ganse vergadering van Israel, die bij hem vergaderd waren, waren met hem voor de ark, offerende schapen en runderen, die vanwege de menigte niet konden geteld, noch gerekend worden.
1Ki 8:6  Alzo brachten de priesteren de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim.
1Ki 8:7  Want de cherubim spreidden beide vleugelen over de plaats der ark; en de cherubim overdekten de ark en haar handbomen van boven.
1Ki 8:8  Daarna schoven zij de handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden uit het heiligdom voor aan de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij zijn aldaar tot op dezen dag.
1Ki 8:9  Er was niets in de ark, dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de HEERE een verbond maakte met de kinderen Israels, toen zij uit Egypteland uitgetogen waren. 

Vanwege de juiste intentie gebeurt het volgende:

1Ki 8:10  En het geschiedde, als de priesters uit het heilige uitgingen, dat een wolk het huis YHVHs/des HEEREN vervulde. 
1Ki 8:11  En de priesters konden niet staan om te dienen, vanwege de wolk; want de heerlijkheid YHVHs/des HEEREN had het huis YHVHs vervuld. 

1Ki 8:12  Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen. 
1Ki 8:13  Ik heb immers een huis gebouwd, U ter woonstede, een vaste plaats tot Uw eeuwige woning. 
1Ki 8:14  Daarna wendde de koning zijn aangezicht om, en zegende de ganse gemeente van Israel; en de ganse gemeente van Israel stond. 

Op de achtste dag, Shemini Atzeret, gaat Salomo YHVH zegenen door het volk te vertellen wat YHVH gedaan heeft:

1Ki 8:15  En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met Zijn hand vervuld, zeggende: 
1Ki 8:16  Van dien dag af, dat Ik Mijn volk Israel uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou. 
1Ki 8:17  Het was ook in het hart van mijn vader David, een huis den Naam van den HEERE, den God Israels, te bouwen. 
1Ki 8:18  Maar de HEERE zeide tot David, mijn vader: Dewijl dat in uw hart geweest is Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is. 
1Ki 8:19  Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw lendenen voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen. 
1Ki 8:20  Zo heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel. 
1Ki 8:21  En ik heb daar een plaats beschikt voor de ark, waarin het verbond des HEEREN is, hetwelk Hij met onze vaderen maakte, als Hij hen uit Egypteland uitvoerde. 

Dan vervolgt Salomo en neemt de plaats in van voorbidder:

1Ki 8:22  En Salomo stond voor het altaar des HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn handen uit naar den hemel; 
1Ki 8:23  En hij zeide: HEERE, God van Israel, er is geen God, gelijk Gij, boven in den hemel, noch beneden op de aarde, houdende het verbond en de weldadigheid aan Uw knechten, die voor Uw aangezicht met hun ganse hart wandelen; 
1Ki 8:24  Die Uw knecht, mijn vader David, gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld, gelijk het te dezen dage is. 
1Ki 8:25  En nu HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die op den troon van Israel zitte; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen voor Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht. 
1Ki 8:26  Nu dan, o God van Israel, laat toch Uw woord waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, mijn vader David. 
1Ki 8:27  Maar waarlijk, zou God op de aarde wonen? Zie, de hemelen, ja, de hemel der hemelen zouden U niet begrijpen, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb! 
1Ki 8:28  Wend U dan nog tot het gebed van Uw knecht, en tot zijn smeking, o HEERE, mijn God, om te horen naar het geroep en naar het gebed, dat Uw knecht heden voor Uw aangezicht bidt. 
1Ki 8:29  Dat Uw ogen open zijn, nacht en dag, over dit huis, over deze plaats, van dewelke Gij gezegd hebt: Mijn Naam zal daar zijn; om te horen naar het gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats. 
1Ki 8:30  Hoor dan naar de smeking van Uw knecht, en van Uw volk Israel, die in deze plaats zullen bidden; en Gij, hoor in de plaats Uwer woning, in den hemel, ja, hoor, en vergeef. 
1Ki 8:31  Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en hij hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken; en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal; 
1Ki 8:32  Hoor Gij dan in den hemel, en doe, en richt Uw knechten, veroordelende den ongerechtige, gevende zijn weg op zijn hoofd, en rechtvaardigende den gerechtige, gevende hem naar zijn gerechtigheid. 
1Ki 8:33  Wanneer Uw volk Israel zal geslagen worden voor het aangezicht des vijands, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich tot U bekeren, en Uw Naam belijden, en tot U in dit huis bidden en smeken zullen; 
1Ki 8:34  Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israel, en breng hen weder in het land, dat Gij hun vaderen gegeven hebt. 
1Ki 8:35  Als de hemel zal gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben; en zij in deze plaats bidden, en Uw Naam belijden, en van hun zonden zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd zult hebben; 
1Ki 8:36  Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt. 
1Ki 8:37  Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren, honigdauw, sprinkhanen, kevers wezen zullen, als zijn vijand in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plage, of enige krankheid wezen zal; 
1Ki 8:38  Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, van al Uw volk Israel, geschieden zal; als zij erkennen, een ieder de plage zijns harten, en een ieder zijn handen in dit huis uitbreiden zal; 
1Ki 8:39  Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen; 
1Ki 8:40  Opdat zij U vrezen al de dagen, die zij leven zullen in het land, dat Gij onzen vaderen gegeven hebt. 
1Ki 8:41  Zelfs ook aangaande den vreemde, die van Uw volk Israel niet zal zijn, maar uit verren lande om Uws Naams wil komen zal; 
1Ki 8:42  (Want zij zullen horen van Uw groten Naam, en van Uw sterke hand, en van Uw uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis; 
1Ki 8:43  Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen, gelijk Uw volk Israel, en om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb. 
1Ki 8:44  Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijand uittrekken zal door den weg, dien Gij hen henen zenden zult, en zullen tot den HEERE bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb; 
1Ki 8:45  Hoor dan in den hemel hun gebed en hun smeking, en voer hun recht uit. 
1Ki 8:46  Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in des vijands land, dat verre of nabij is. 
1Ki 8:47  En zij in het land, waar zij gevankelijk weggevoerd zijn, weder aan hun hart brengen zullen, dat zij zich bekeren, en tot U smeken in het land dergenen, die ze gevankelijk weggevoerd hebben, zeggende: Wij hebben gezondigd, en verkeerdelijk gedaan, wij hebben goddelooslijk gehandeld; 
1Ki 8:48  En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart, en met hun ganse ziel, in het land hunner vijanden, die hen gevankelijk weggevoerd zullen hebben; en tot U bidden zullen naar den weg van hun land (hetwelk Gij hun vaderen gegeven hebt), naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb; 
1Ki 8:49  Hoor dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, hun gebed en hun smeking en voer hun recht uit; 
1Ki 8:50  En vergeef aan Uw volk, dat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen, die ze gevangen houden, opdat zij zich hunner ontfermen; 
1Ki 8:51  Want zij zijn Uw volk en Uw erfdeel, die Gij uitgevoerd hebt uit Egypteland, uit het midden des ijzeren ovens; 
1Ki 8:52  Opdat Uw ogen open zijn tot de smeking van Uw knecht, en tot de smeking van Uw volk Israel, om naar hen te horen, in al hun roepen tot U. 
1Ki 8:53  Want Gij hebt hen U tot een erfdeel afgezonderd, uit alle volken der aarde; gelijk als Gij gesproken hebt door den dienst van Mozes, Uw knecht, als Gij onze vaderen uit Egypte uitvoerdet, Heere HEERE!

Daarna staat Salomo op en zegent het volk met het noemen van YHVHs trouw aan Zijn verbond:

1Ki 8:54  Het geschiedde nu, als Salomo voleind had dit ganse gebed, en deze smeking tot den HEERE te bidden, dat hij van voor het altaar des HEEREN opstond, van het knielen op zijn knieen, met zijn handen uitgebreid naar den hemel; 
1Ki 8:55  Zo stond hij, en zegende de ganse gemeente van Israel, zeggende met luider stem: 
1Ki 8:56  Geloofd zij de HEERE, Die aan Zijn volk Israel rust gegeven heeft, naar alles, wat Hij gesproken heeft! Niet een enig woord is er gevallen van al Zijn goede woorden, die Hij gesproken heeft door den dienst van Mozes, Zijn knecht. 
1Ki 8:57  De HEERE, onze God, zij met ons, gelijk als Hij geweest is met onze vaderen; Hij verlate ons niet, en begeve ons niet; 
1Ki 8:58  Neigende tot Zich ons hart, om in al Zijn wegen te wandelen, en om te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft. 
1Ki 8:59  En dat deze mijn woorden, waarmede ik voor den HEERE gesmeekt heb, mogen nabij zijn voor den HEERE, onzen God, dag en nacht; opdat Hij het recht van Zijn knecht uitvoere, en het recht van Zijn volk Israel, elkeen dagelijks op zijn dag. 
1Ki 8:60  Opdat alle volken der aarde weten, dat de HEERE die God is, niemand meer; 
1Ki 8:61  En ulieder hart volkomen zij met den HEERE, onzen God, om te wandelen in Zijn inzettingen, en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen dage. 

Daarna gaat hij over op het destijds gebruikelijke offeren:

1Ki 8:62  En de koning, en gans Israel met hem, offerden slachtofferen voor het aangezicht des HEEREN. 
1Ki 8:63  En Salomo offerde ten dankoffer, dat hij den HEERE offerde, twee en twintig duizend runderen, en honderd en twintig duizend schapen. Alzo hebben zij het huis des HEEREN ingewijd, de koning en al de kinderen Israels. 
1Ki 8:64  Ten zelfden dage heiligde de koning het middelste des voorhofs, dat voor het huis des HEEREN was, omdat hij aldaar het brandoffer en het spijsoffer bereid had, mitsgaders het vet der dankofferen; want het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, was te klein, om de brandofferen, en de spijsofferen, en het vet der dankofferen te vatten. 
1Ki 8:65  Terzelfder tijd ook hield Salomo het feest, en gans Israel met hem, een grote gemeente, van den ingang af van Hamath tot de rivier van Egypte, voor het aangezicht des HEEREN, onzes Gods, zeven dagen en zeven dagen, zijnde veertien dagen. 

1Ki 8:66  Op den achtsten dag liet hij het volk gaan, en zij zegenden den koning; daarna gingen zij naar hun tenten, blijde en goedsmoeds over al het goede, dat de HEERE aan David, Zijn knecht, en aan Israel, Zijn volk, gedaan had. 

Ik denk dat Abba YHVH op voorhand onderwijs gaf hoe in de bres te staan voor hen die Hem niet eerst geraadpleegd hebben alvorens aan de slag te gaan.

Is het niet dat Hij het Zijn beminden in de slaap geeft?

Ik verwonder mij, omdat ik een Nazareth als achterland heb gehad, waarvan men vraagt of daar wel iets goeds uit zou kunnen voortkomen.

Het was in een tijd dat iemand mij schreef,dat onderstaande woorden voor mij waren en ik mij opnieuw verwonderde dat Hij aan alles denkt. Zó groot is Vader!

Hij doorziet de harten en Hij geeft wat nodig is.

Isa 57:18  Ik zie hun wegen, en Ik zal hen genezen; en Ik zal hen geleiden, en hun vertroostingen wedergeven, namelijk aan hun treurigen.
Isa 57:19  Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede dengenen, die verre zijn, en dengenen, die nabij zijn, zegt YHVH/ de HEERE, en Ik zal hen genezen. 

Daarom en alleen om Zijns Naams wille hebben wij een taak. Om Hem te vragen hoe wij bidden zullen voor hen die Hij in onze gedachten brengt of wij hen nu kennen of niet. De Johannesbrief geeft in het hogepriesterlijk gebed van Yeshua zoveel toestemming en aanmoediging,dat wij kunnen volharden in voorbede. Hij zal het maken, omdat Hij het gezegd heeft.~HalleluYah!

1Jn 2:1  Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Yeshua de Gezalfde/ Jezus Christus, den Rechtvaardige;
1Jn 2:2  En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.

Uit Hem, door Hem en tot hem zijn alle dingen- Romeinen 11:36

Beproef mijn woorden!


Een reactie plaatsen

Breeze in the trees

Recentelijk viel het me op in ontmoeten met allerlei mensen dat zij ontdekten dat het belangrijk is om de onderwijzingen van Yeshua nader te bekijken in plaats van leringen en interpretaties van mensen als belangrijk te beschouwen. Er waren er die me vertelden dat zij bewust geworden van hun identiteit als Israel naar de belofte en ontdekten dat zij de studies van Juda belangrijker waren gaan vinden dan het wachten op wat de Vader door de Heilige Geest aan de mensen heeft toevertrouwd. Er waren er die dachten omdat Juda de scepter kreeg (1.Genesis 49:10), zij het uit de eerste hand van Juda behoren te krijgen omdat de christelijke leringen nog vers in het geheugen lagen omtrent het Nieuwe Testament en nu was daar die bries….
Een briesje, zacht en toch merkbaar
Is het een wenken?
Is het t fluisteren van de heilige Geest, of liever gezegd de geest van Heiligheid Die ons alles leren zal wat Yeshua gezegd heeft en Yeshua deed niets wat de Vader niet deed.
Is misschien het respect voor Juda vervangen voor navolgen in hoe zij het doen?
Hebben wij en dit schrijf ik in het algemeen, niet goed begrepen wat Yeshua zei om de geboden en leefregels te doen zoals Hij ze voordeed?
Ging Yeshua ons voor in alle toegevoegde wetjes, die de schriftgeleerden de mensen opdroegen te doen?
Zijn wij respectloos naar Juda als wij alleen de geschreven geboden van de Vader navolgen en het andere nalaten?
Is deze bries, die ik bespeurde misschien een wenken van de Vader om onze eigen unieke plaats in het Koninkrijk te gaan innemen?
Ik vernam van mensen dat zij onwetend heel veel toegevoegde gebruiken ofwel tradities hebben overgenomen en dat nu weer willen loslaten, omdat zij het niet in het geschreven Woord terugvinden. Ik luisterde en overdacht… Juda heeft de scepter, het koninklijke deel en wij?
Staat er niet in het Nieuwe Testament geschreven dat wij een priestertaak hebben?
Leren wij die van Hem Die ons voorging en ons de Geest van Heiligheid beloofde?
Kunnen zij die het koninklijke deel handhaven ons het priesterlijke deel leren?
Heeft Yeshua ons dat ook expleciet aanbevolen?
Ik heb een bries opgemerkt en ik ben zo dankbaar dat Abba ons gehoord en gezien heeft en Zijn eigen plan trekt.
Wij zijn niet respectloos naar Juda als wij bij Abba Zelf in de leer gaan. Hij heeft immers door Yeshua Zijn Geest van Heiligheid gegeven, Die Hij eveneens onderaan de berg van de Sinai gaf…Het is niet nieuw, Zijn Geest van Heiligheid Die ons in alle waarheid van YHVH leidt.
Ik heb zelf persoonlijk nimmer ondervonden dat mijn joodse vrienden mij liefdeloos vonden dat ik de weg ga, die ik ga. Ik heb een jarenlang goed contact met hen.
Zowel in Nederland als daar buiten.
Wij hebben beiden een roeping en een bestemming die straks samengevoegd gaat worden als één natie en samen zullen wij zowel het koninklijke als het priesterlijke reflecteren van de komende Bruidegom, Masshiach ben Dawid. Zie het complete plaatje in Op Rev_1:6  En Die ons (beiden) gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

Ik kan niet anders zien dan dat de lieflijke en zachte bries van Hem komt.Laten we er acht op slaan, omdat het vernieuwing, bevrijding en leven in de bestemming die Hij voor ons in petto heeft. Laten we er acht op slaan en Hem navolgen. Dan krijgt Hij de rechtmatige plaats in ons aller leven.

1 Gen 49:10  De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn. 

English:


Recently, I noticed in meeting and speaking with people that they discovered that it is important to look at the teachings of Yeshua instead of considering teachings and interpretaites of people as important. There were those who told me that they had become aware of their identity as Israel to the promise and discovered that they had come to find the studies of Judah more important than waiting for what the Father had entrusted to the people through the Holy Spirit. There were those who thought that Judah had the scepter (1.Genesis 49:10), they should get it from Judah’s first hand because the Christian teachings were still fresh in the memory of the New Testament, and now there was that breeze. …
A breeze, soft and yet noticeable
Is it a hint?
Is the whispering of the holy Spirit, or rather the spirit of Holiness Who will teach us everything that Yeshua said and Yeshua did not do what the Father did not do.
Is perhaps the respect for Judah replaced for following in how they do it?
Have we and this I write in general, not well understood what Yeshua said to do the commandments and rules of life as He presented them?
Did Yeshua represent us in all the added laws that the pharisees told people to do?
Are we disrespectful to Judah if we only follow the Father’s written commandments and leave the other?
Is this breeze, which I noticed, perhaps a hint from the Father to take our own unique place in the Kingdom?
I heard from people that they ignorantly took over a lot of added customs or traditions and now want to let go again, because they do not find it in the written Word. I listened and thought … Judah has the scepter, the royal part and we?
Is it not written in the New Testament that we have a priestly task?
Do we learn that of Him who preceded us and promised us the Spirit of Holiness?
Can those who maintain the royal part teach us the priestly part?
Has Yeshua recommended this to us too?
I have noticed a breeze and I am so grateful that Abba has heard and seen us and draws His own plan.
We are not disrespectful to Judah when we learn in Abba Himself. For through Yeshua He has given His Spirit of Holiness, which He also gave down the mountain of Sinai … It is not new, His Spirit of Holiness Who leads us in all truth of YHVH.
Personally I myself have never experienced that my Jewish friends found me unloving that I am going the way I am going. I have good contact with them for years.
Both in the Netherlands and abroad.
We both have a calling and a destination that will be merged. As one nation and together we will reflect both the royal and the priestly of the coming Bridegroom, Masshiach ben Dawid.

I only see it like the gentle and gentle breeze comes from Him. Let us pay attention to it, because it gives renewal, liberation and life in the destination that He has in store for us. Let us pay attention and follow Him. Then He gets the rightful place in our lives.

1. Gen 49:10  The sceptre shall not depart from Judah, nor a lawgiver from between his feet, until Shiloh come; and unto him shall the gathering of the people be.


Een reactie plaatsen

Wachten tot volle wasdom

Wat staat er in de volgende woorden eigenlijk en kunnen wij het toepassen op de geschiedenis en huidige situatie of is het gewoon maar een verhaaltje?

Matth.13:24
Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
25 En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.
26 Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.
27 En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Meester! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid?
28 En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?
29 Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt.
30 Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur” .

En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.
Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.

In de situatie dat de mensen sliepen en niet meer alert waren, kwam de vijand in de nacht en zaaide onkruid midden in de tarwe.

Wanneer lieten de mensen na om alert te zijn en welk soort onkruid was het?

In principe is er door alle eeuwen ondermijning van Abba’s reddingsplan voor de mensheid geweest,denk maar aan Abraham, Noach etc,maar erg actueel vinden we het terug vlak nadat Yeshua opgestaan en opgegaan is.
En even terug zien we een voorafje wanneer Yeshua naar het hof van Getsemané gaat en terugkomende zijn dicipelen slapende vind, niet wakende met Hem.

De jaren nadat Yeshua niet meer bij hen was gingen voorbij en op zekere tijd, men kan het in de geschiedenisboeken vinden, ziet de beweging van de vijand kans om zaad te zaaien wat er in eerste instantie op lijkt, maar het geheel niet is.

Het christendom werd geboren, wat een mix heeft van elementen uit de bijbel en heidense achtergronden.Mensen werden destijds op straffe des doods gedwongen om afstand te nemen van het oorspronkelijke geloof.Het geloof van onze voorvaderen zoals Abraham, Izaäk en Jacob hadden wordt verdrongen door een mixgeloof die alles verandert…. De betekenis, de feesttijden, de bestemming en het oorspronkelijke plan,maar ook de taak van de Messias die men de mensen leert dat hij Jezus heet.Deze persoon die zij presenteren heeft niets van de oorspronkelijke Messias, hoewel men denkt dat hij wel is.
De Messias,die een overgezette naam kreeg,Jezus ipv Yeshua, van het christendom geeft de mensen dat zij onrein voedsel mogen eten, geen wet hoeven te doen omdat hij alles heeft volbracht.Dat mensen naar de hemel gaan.Dat de zondag in plaats van de shabbat is gekomen.Dat zijn feesttijden op heidense dagen zijn gestoeld,maar dat dat niks uitmaakt, omdat men in de genade leeft.

Men kan het niet verleggen.Abba YHWH bracht puur en transparant en levensbrengende woorden en manifesteerde Zichzelf in Yeshua, die én voorging in de geboden zoals Mozes die optekende én een Deur werd naar in eerste instantie het huis van Ephraïm, omdat zij inderdaad door hun hardnekkigheid en rebellie weggezonden werden, ja juist naar deze mixgodsdienst.Ze werden er voor een tijd aan overgeleverd.
Tot een zekere tijd en straks terugziende zal Abba het toch ten goede gaan keren,precies zoals Hij het voorzegt heeft in Zijn levenbrengende Woord,wat inderdaad verborgen bij vele christenen in hun hele bijbel staat.

Wat doet dat vijandige zaad en hoe ziet het er uit?
Gaan we naar de grondtekst…

onkruid
2215 zi’zanion, zn o

oorsprong onzeker

AV-tares 8; 8

1) een soort dolik, die op tarwe lijkt, maar waarvan de korrels zwart zijn

Wat is dolik?

Dolik is een gewas dat in eerste instantie erg lijkt op het oorspronkelijke,maar in het volledig ontwikkelen ervan laat zien dat het tegenovergesteld is aan de levenbrengende tarwe.

Dolik is giftig en heeft zwart zaad.
Tarwe daarentegen heeft een lichte kleur en is een grondstof voor brood.

Yeshua is onze Lechem.Hij is in het huis van brood geboren, Beth Lechem.

In eerste instantie lijkt het afgeleide christendom op het oorspronkelijke geloof van onze voorvaderen,maar in de groei naar volle wasdom heeft het er niets meer van.

Was het Yeshua Zelf niet Die Zijn volgelingen voorbereidde dat Hij het zwaard zou brengen?
Het zwaard dat alles vaneen scheidt?
Zei Hij niet dat families gescheiden zouden worden door het volgen van Zijn levenbrengende woorden?
Deze scheiding is echter nog niet de oogst waarvan de gelijkenis verhaalt; deze scheiding is slechts een van de tekenen in het gehele proces,wat uitmonden zal in de oogst,maar niet onbelangrijk.

Zegt Hij niet Zelf deze woorden in Matth.10:34
Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
35 Want Ik ben gekomen, om den mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder.
36 En zij zullen des mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn.
37 Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.
38 En die zijn hout niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.
39 Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.

Zwaard,welk zwaard bedoelt Yeshua?
Ik denk deze:
Efe 6:17 En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Elohims Woord.
Heb 4:12 Want het Woord Elohims is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

Naar mijn overtuiging is bovenstaande gelijkenis niet slechts een verhaaltje maar een waardevolle boodschap om ons te realiseren wat het oorspronkelijke Brood is en de namaak Dolik wat uiteindelijk verderf brengt.
Er staan ook de waarschuwende woorden dat velen zoeken maar weinigen zullen het vinden.
Er zijn vele zoekenden,en om het dicht bij mij te houden, men zoekt veelal in de boeken der oudvaders of bijbels christelijke concordantie wat de betekenis van woorden is.
Men durft echter niet zelf de grondtekst te bestuderen,want het christendom heeft mensen gevangen gemaakt van hun leiders,die het beter zouden kunnen weten.
Zo heeft YHVH én Yeshua de mensen niet geleerd!!
Ik schrijf daarnaast uit eigen ondervinding,maar hoop dat er nog enigen de moed en durf zullen gaan krijgen in de korte tijd die rest om de oorspronkelijke boodschap boven tafel te krijgen.

Het gaat hen wel kosten wat Yeshua alreeds voorzegd heeft,maar de lieflijkheid van Zijn brood is alle prijs waard.

http://biblehub.com/greek/2215.htm

http://wilde-planten.nl/dolik.htm

http://nl.wikipedia.org/wiki/Dolik