Regelmatig vernemen we dat mensen die huisgroepen cq gemeenten beginnen vanuit hun huis, heel vaak niet goed voorbereid zijn om opzieners te zijn en daarnaar te handelen.
Wat is een opziener?
1 Timotheüs 3: 1 1Ti 3:1 Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk.
1Ti 3:2 Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;
1Ti 3:3 Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig.
1Ti 3:4 Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid;
1Ti 3:5 (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?)
1Ti 3:6 Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle.
1Ti 3:7 En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in den strik des duivels.
Tit_1:7 Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker;
Opziener G1985
ἐπίσκοπος
episkopos
overseer.
Iemand die kundig is, de zaken overziet en oog heeft voor hen die in zijn en/of haar huis komen. Die met calamiteiten het heft in handen neemt om met wijsheid en verstandig beleid de rust weet te handhaven.
Spr 11:14 Als er geen wijze raadslagen zijn, vervalt het volk; maar de behoudenis is in de veelheid der raadslieden.
De koning in de gelijkenis trad op als opziener, getuige de volgende woorden: Mat 22:11 En als de koning ingegaan was, om de aanzittende gasten te overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed;
Mat 22:12 En zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed aan hebbende? En hij verstomde.
We weten wat er daarna gebeurde. De daad werd bij het woord gevoegd.
Mat 22:2 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had….
Yeshua is ons Voorbeeld hoe als opziener te zijn:
1Pe_2:25 Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en Opziener uwer zielen.
Aangesteld:
Jer_29:26 YHVH/De HEERE heeft u tot priester gesteld, in plaats van den priester Jojada, dat gij opzieners zoudt zijn in YHVH’s/des HEEREN huis over allen man, die onzinnig is, en zich voor een profeet uitgeeft, dat gij dien stelt in de gevangenis en in den stok.
Strijdbaar
Eze_9:1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand.
Herder
Act_20:28 Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.
Laten wij die taak niet lichtzinnig nemen!
Naar de mate wij de taak opvatten zo zal ook de vrucht zijn.
Nawoord:
Twee teksten hierboven geven mijns inziens aan, dat het begrip nieuweling hier aangeeft dat de persoon het weliswaar niet aan enthousiasme ontbreekt, maar nog niet voldoende door lastige situaties is gegaan en dermate beproefd is geworden, dat de eigenschappen die nodig zijn om een huisgezin van de Vader te begeleiden in dienende zin, niet voldoende aanwezig zijn, zodat bij aanvechtingen en moeilijke kwesties eigen kracht makkelijk kan worden aangewend in plaats van wenden tot de Vader voor openbaring om Vaders huisgezin, te kunnen blijven weiden. 1Ti 3:6 Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle.
Het tweede vers is ook van groot belang, omdat dat getuigenissen van anderen over de daden van betreffende persoon een zoete geur van de Messias verspreiden, zodat kinderen uit Vaders huisgezin zich veilig weten. Zelfonderzoek én wijze raad van andere in het leven doorkneedde mensen, moeten kunnen vaststellen of men betrouwbaar en kundig genoeg is.
1Ti 3:7 En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in den strik des duivels.
Het is vaak zo dat men afgaat op een woord of een emotie of te snel willen helpen of andere motieven. Ik wil een voorbeeld geven die ik eens las in een boekje. Een echtpaar had een profetie gehad om in Peru te gaan dienen. Dat lag al op hun hart en dus gingen ze aan de slag. Ze verkochten alles, zodat ze klaar waren om te vertrekken. Maar wat ze ook probeerden, ze kwamen niet in Peru. Teleurstelling, frustratie en ontgoocheling zullen wel een rol hebben gespeeld, alswel twijfel over die profetie die ze hadden gekregen. Na ongeveer zeven jaar was Abba’s tijd aangebroken en konden ze moeiteloos gaan,omdat de deuren geopend waren. de les die ze eruit leerden was, dat ze vergeten waren Abba YHVH te bidden om te vragen hoe Hij het wilde hebben dat het zou gaan. Al hun eerste pogingen waren in eigen kracht gebeurd.
Wanneer Abba YHVH iets wil dat wij doen zullen zal Hij de weg banen en door de geloofsrelatie van de betreffende persoon die Vaders Stem door de Heilige Geest is gaan verstaan ( wat overigens door oefening tot stand komt en dan nog altijd bij de les blijven) komt de uitwerking van de roeping tot stand op n manier die wij meestal niet voor ogen hadden. Dán gaat de eer alleen naar Hem. Het is Zijn Koninkrijk wat geopenbaard wordt, niet de onze.
Test mijn woorden, shalom Hadassah.
7 november 2020 om 09:19
Bedankt. Een helder post.