Zijn de twee bomen in Gan Eden gebleven en hebben wij daar nu niet meer mee te maken?
Gen_2:9 En de HEERE God/YHVH had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads.
Gen_2:17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven. ( ומעץH6086 הדעתH1847 טובH2896 ורעH7451 לאH3808 תאכלH398 – etz dah- ath tob ra’ah lo kal)
YHVH gaf de mens te kennen om van die ene boom niet te eten en de conditie daarvan was, dat men de dood zou sterven,
Van alle andere bomen mocht wel gegeten worden. Zo gaf YHVH aan dat wanneer zij Hem ongehoorzaam zouden zijn en ervan eten, de straf aansluitend zou volgen.
Voor ons kwam Yeshua, die de wet der zonder en der dood teniet gedaan heeft en toch hebben wij te maken met verzoekingen, verleidingen, misleiding.
Het is een aanbod, wat ons blijkbaar het gehele leven vergezelt,
We hadden zo es een gesprek en dan kwam de gedachte naar boven dat het begrip van de twee bomen, weliswaar in een ander jasje, blijkbaar toch niet in Gan Eden zijn gebleven, maar in onze persoonlijke tuin staan met dezelfde raad en conditie.
Yeshua is plaatsvervangend gestorven en opgestaan, maar dat wil niet zeggen, dat we na die misstap kunnen doen alsof er niets was. We weten wat het geschreven Woord aangeeft om te doen.
De tien geboden zijn nog immer actueel en up to date, al zijn de vormen van het tegenovergestelde daaraan versterkt en misschien in een ander jasje dan vroeger., maar niet minder ernstig.
1Jn_1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
Exo 20:1 Toen sprak God al deze woorden, zeggende:
Exo 20:2 Ik ben YHVH uw Elohim Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.
Exo 20:3 Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
Exo 20:4 Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is.
Exo 20:5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, YHVH,uw Elohim, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten;
Exo 20:6 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden.
Exo 20:7 Gij zult den naam des YHVH’s uws Elohim niet ijdellijk gebruiken; want YHVH zal niet onschuldig houden, die Zijn naam ijdellijk gebruikt.
Exo 20:8 Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt.
Exo 20:9 Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
Exo 20:10 Maar de zevende dag is de sabbat des YHVH’s uws Elohims ; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;
Exo 20:11 Want in zes dagen heeft YHVH den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
Exo 20:12 Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.
Exo 20:13 Gij zult niet doodslaan.
Exo 20:14 Gij zult niet echtbreken.
Exo 20:15 Gij zult niet stelen.
Exo 20:16 Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
Exo 20:17 Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is.