Eén worden, unity in harmonie en shalom…
Een verlangen dat eerlijk gezegd iedereen koestert en naar verlangt.
Nu de nakomelingen van het Noordelijk koninkrijk zich als zodanig gaan herkennen,ontstaan overal groepjes en ik ben iets gaan zien, wat ik delen wil.
1Cor.12: En Elohim heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen.
29 Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen krachten?
30 Hebben zij allen gaven der gezondmakingen? Spreken zij allen met menigerlei talen? Zijn zij allen uitleggers?
31 Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is.
Romeinen 12:4 Want gelijk wij in een lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben;
5 Alzo zijn wij velen een lichaam in Yeshua, maar elkeen zijn wij elkanders leden.
6 Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,
7 Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren;
8 Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid.
Ik ben gaan zien dat men de verschillende posities en talenten niet volledig ziet, niet onderkent en dan komt er verwarring, ergernis, verdriet en verwijdering met alle gevolgen vandien.
De vervallen hut van David is nog steeds vervallen en anno nu mijns inziens ook door gebrek aan kennis en inzicht.
Ik hoorde iemand van de week zeggen dat de kinderen Israels helemaal niet zo lang in de woestijn hadden hoeven zwerven en wat gebeurt ons als wij door gebrek aan kennis onderling geen ruimte gaan geven voor de verschillende posities,die men alreeds en soms op jonge leeftijd van de Vader gekregen heeft?Zodra een groepje vaker bij elkaar komt, gaan die gaven en posities van start of men het nu wil zien of niet.
Wat de Corinthebrief en Romeinen en ook wel andere brieven aangeven is een feit.Als we de verzen verder lezen, komen we waardevolle adviezen tegen zoals:
1Cor.13:1 Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden.
2 En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets.
3 En al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven.
4 De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen;
5 Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad;
6 Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid;
7 Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.
8 De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieen, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden.
9 Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele;
10 Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden.
11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was.
12 Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.
13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.
1 Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren.
Rom. 12:9 De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.
10 Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een den ander voorgaande.
11 Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig van geest. Dient YHWH.
12 Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed.
13 Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid.
14 Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt niet.
15 Verblijdt u met de blijden; en weent met de wenenden.
16 Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven.
17 Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen.
18 Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen.
19 Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt Elohim.
20 Indien dan uw vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen.
21 Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.
Over het algemeen heeft men binnen de kringen de meeste moeite met mensen die inzicht hebben in wat zij zien en waarvan zij de mogelijke resultaten eigenlijk al kunnen vermoeden.Men struikelt vaak over deze mensen, omdat ze recht door zee zijn en alles niet voor zoete koek slikken, terwijl zij in principe eigenlijke de wachters op de toren zijn, zodat de anderen hun talenten vruchtbaar kunnen volbrengen.Het vraagt wel flexibiliteit en vriendelijkheid om de wachters als kostbaar te zien en zonodig hun adviezen serieus te nemen in beproevend opzicht.
Zij die zien hebben zichzelf die positie niet aangemeten en omdat zij kennis en inzicht hebben, lijden ze vaker en meer.
Ik zou een lans willen breken voor meer ruimte om de talenten te gebruiken zoals ABBA YHWH dat bedoeld heeft en Hij is daarin de Bouwer.Hij zal niets doen voordat Hij het Zijn knechten de profeten heeft laten weten. Am 3:7 Gewisselijk, Elohim YHWH zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe. Da’s een ernstige zaak,maar ook reddend en verlossend.
Mogen wij tot de gewenste solidariteit komen,zoals de Schrift Zelf adviseert.Aan Hem de eer!
Wat denkt u?