Tegenhetlicht

Terug naar de Oude paden


Een reactie plaatsen

Prioriteit van de Vader

Mijmerend over een hoofdzakelijke gedachte die woorden nodig heeft om te kunnen delen, ging ik es buurten bij anderen waarvan ik meestentijds iets opsteek in mijn eigen levenswandel met de intentie, dat we elkaar niet leren zoals een leraar aan een student, maar dat we delen wat de Ruach haKodesh (Heilige Geest) ons persoonlijk heeft geopenbaard. Meer en meer wordt duidelijk dat wanneer wij ons uitstrekken naar wat Yeshua ons in Joh 14:26 aanreikt, wij zullen gaan ervaren dat wij onze Schepper de hoogste eer moeten geven. Ervaringen door de tijd heen in het religieuze bestel hebben ons vaak afgeleid aan mensen meer eer te geven (via onze intentie) dan aan Abba Vader.

Het overgrote deel van hen die ik mijn geestelijke familie noem, zijn door omstandigheden teruggegaan naar allerlei uitleg van mensen die zij hoog achten en borduren voort op welk scenario op handen is. Het is prioriteit geworden.

Weinigen, zeer weinigen hebben gemeend dat te laten voor wat het is en hoofdzakelijk bij Abba YHVH te rade te gaan in de zin van de bescherming bij Hem te zoeken in plaats van wat de bijen doen als zij rook waarnemen. Die vullen hun magen dan vol met honing zodat zij weg kunnen.

Omkeren en  naar Abba Vader gaan, Hem te vragen hoe wij in Zijn ogen het beste kunnen zijn, het met Hem in orde maken, is niet vanzelfsprekend. Het is een bewuste keuze die uitmondt in levenshouding.

Sinds ik van Abba Vader de toestemming kreeg om te gaan delen van wat ik van Hem ontvangen heb, ben ik dat meestal schrijvenderwijs gaan doen. Ik weet dat ik in dienst van Hem wil zijn, dus weer ik menselijke eer af. Ik verwoord slechts van wat ik persoonlijk heb ontvangen en dat is ten diepste niet van mijzelf. Ik ben een kanaal.

Ezechiël 37 is de boodschap die ik delen wil in alle facetten zoals het mij is geopenbaard.

Het is een moeilijke boodschap die niet veel ingang heeft en al zeker niet wanneer ik het van de Vader wil ontvangen omdat wij via de zoon van Yosef, Efraïm, eerstgeborenen naar de belofte zijn. Wij kunnen onder geen andere banier dan Yeshua.

We zijn geen jodengenoten, geen gelovigen uit de heidenen en wat nog meer..We zijn Israel. Van Jacob Israel geworden door Yeshua. Hosea 7:8 ” Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd; 9 Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet.

Ook ik heb nadere inzichten over de jaren ontvangen, maar minstens één boodschap vanaf het begin staat er nog: de roeping van Israeliet aanvaarden en familie worden, zoals Abba YHVH familie ziet.

En deze boodschap heeft de meeste weerstand!

Daarom denk ik dat de huidige omstandigheden ons moeten wakker schudden om wél die Israelitische identiteit te aanvaarden, om wél die familie te worden die Abba Vader voor ogen heeft. Daarom laat Hij onze zekerheden schudden op hun grondvesten, omdat we anders zouden blijven zitten waar we zitten.

Staat er niet in Hosea iets over dat Efraïm dat Zijn rijkdommen gebruikt om hun eigen liefhebberijen vast te houden?

Hosea 8 (2-7) Zij bekent toch niet, dat Ik haar het koren, en den most, en de olie gegeven heb, en haar het zilver en goud vermenigvuldigd heb, dat zij tot den Baal gebruikt hebben.
9 (2-8) Daarom zal Ik wederkomen, en Mijn koren wegnemen op zijn tijd, en Mijn most op zijn gezetten tijd; en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, dienende om haar naaktheid te bedekken.

Heel het boek van Hosea is een spiegel voor ons. We noemen familie te zijn, maar het zijn slechts zeer weinigen die zich én Israel weten én daarnaar handelen én voortgaande doende zijn, vaak met een zwaar gemoed, maar Abba YHVH is Zelf opgestaan om te schudden, zodat er toch een overblijfsel komt, wat Hem van harte zal gaan dienen en overeenkomstig hun ontvangen bediening daadwerkelijk familie kunnen worden.

Dat is genade,toch?

We hoeven alleen maar te wachten op de honger die komen gaat voor hen, die niet alles op alles gezet hebben om onder Zijn bescherming te komen en alles van Hem te verwachten…

Wat zij doen zullen en wat zij laten zullen

En zij die de bescherming gevonden hebben onder Zijn vleugels zijn dankbaar dat Hij Zijn deel doet. Niemand anders dan hun Man en Maker komt de eer toe.

Want:

Ezechiël 37:15Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
16 Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen.
17 Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen tot een worden in uw hand.
18 En wanneer de kinderen uws volks tot u zullen spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn?
19 Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand.
20 De houten nu, op dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn voor hunlieder ogen.
21 Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land;
22 En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn.
23 En zij zullen zich niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, in dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn.
24 En Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn; en zij zullen allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen in Mijn rechten wandelen, en Mijn inzettingen bewaren en die doen.
25 En zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, zij en hun kinderen, en hun kindskinderen tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal hunlieder Vorst zijn tot in eeuwigheid.
26 En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, het zal een eeuwig verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten en zal ze vermenigvuldigen, en Ik zal Mijn heiligdom in het midden van hen zetten tot in eeuwigheid.
27 En Mijn tabernakel zal bij hen zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
28 En de heidenen zullen”.

Mij rest te vertellen dat ik nog niet het hele plaatje weet, maar ik heb de oplossing daar voor. Ik verwijs u naar de Vader en Die zal u de leraar wijzen Die u indachtig maakt, alles wat Yeshua ons geleerd heeft.

Jesaja 41:10 Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 41:13 Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.
Jesaja 41:14 Vrees niet, gij wormpje Jakobs, gij volkje Israels! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israels!
Jesaja 43:1 Maar nu, alzo zegt de HEERE, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israel! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.
Jesaja 43:5 Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van den ondergang.
Jesaja 44:2 Zo zegt de HEERE, uw Maker, en uw Formeerder van den buik af, Die u helpt: Vrees niet, o Jakob, Mijn knecht, en gij, Jeschurun, dien Ik uitverkoren heb!
Jesaja 54:4 Vrees niet, want gij zult niet beschaamd worden, en word niet schaamrood, want gij zult niet te schande worden; maar gij zult de schaamte uwer jonkheid vergeten, en den smaad uws weduwschaps zult gij niet meer gedenken.
Jeremia 1:8 Vrees niet voor hun aangezicht, want Ik ben met u, om u te redden, spreekt de HEERE.

Van Jacob Israel worden…

Jeremia 30:10 Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem verschrikke.

Jeremia 46:27 Maar gij, Mijn knecht Jakob! vrees niet, en ontzet u niet, o Israel! want zie, Ik zal u verlossen uit verre landen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en niemand zal hem verschrikken.
Jeremia 46:28 Gij dan Mijn knecht Jakob! vrees niet, spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u gedreven zal hebben, doch met u zal Ik geen voleinding maken, maar u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden.

…maar u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden….

Kastijden

Deuteronomium 8:5 Bekent dan in uw hart, dat de HEERE, uw God, u kastijdt, gelijk als een man zijn zoon kastijdt.
Spreuken 3:12 Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.
Hebreeën 12:6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.
Hebreeën 12:7 Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?)

Zaad sterft eerst wil het vrucht dragen: Joh 12:24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort.

Van zaad via sterven zoon worden:

Romeinen 8:14 Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.
15 Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader!
16 Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn.
17 ¶ En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
18 Want ik houde het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.
19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods.

Yeshua is gisteren en heden Dezelfde en der eeuwigheid.

Bewezen patronen, zie 1 Corinthe 10….

Alle eer aan Abba Vader.

 


1 reactie

Op mogen staan en pleiten

Wanneer wij voorbij de berg de gedachten van mensen omgezet zien worden in een reeks van eigenwillige daden, kan hen, die het beter zijn gaan weten, een gevoel van opkomende hopeloosheid bekruipen, dat ook deze generatie de hereniging niet zal meemaken die voorzegd is in Ezechiël 37.

Want is er niet gezegd dat de kinderen Israels ons tot voorbeeld dienen en dat in het merendeel YHVH geen welbehagen had en hen in de woestijn neergeslagen heeft? 1Cor 10.

Ik ben dat relaas opnieuw gaan lezen en met het verdrietige gevoel door het zien van opkomende eigen-wijze-uitleg van diverse onderwerpen, welke mijns inziens valkuilen zijn voor de nog jonge Israel-kudde naar de belofte, bezwaart het m’n geestelijke moederhart. Want als Abba YHVH dezelfde meetlat hanteert als destijds?

Ik ga begrijpen dat Mozes de hoop aan het opgeven ging, bij de woorden:

Num 11:11  En Mozes zeide tot de HEERE/YHVH: Waarom hebt Gij aan Uw knecht kwalijk gedaan, en waarom heb ik geen genade in Uw ogen gevonden, dat Gij den last van dit ganse volk op mij legt? 
Num 11:12  Heb ik dan al dit volk ontvangen? heb ik het gebaard? dat Gij tot mij zoudt zeggen: Draag het in uw schoot, gelijk als een voedstervader den zuigeling draagt, tot dat land, hetwelk Gij hun vaderen gezworen hebt? 
Num 11:13  Van waar zou ik het vlees hebben, om al dit volk te geven? Want zij wenen tegen mij, zeggende: Geef ons vlees, dat wij eten! 
Num 11:14  Ik alleen kan al dit volk niet dragen; want het is mij te zwaar! 
Num 11:15  En indien Gij alzo aan mij doet, dood mij toch slechts, indien ik genade in Uw ogen gevonden heb; en laat mij mijn ongeluk niet aanzien! 

Ephraim Frank stuurde onlangs een schrijven waarin de woorden mij triggerden dat het slechts een ademtocht van hun aller instemming had, toen de geschillen begonnen.

Abba YHVH ziet ons als een natie uit de natiën, al zien velen dat zo nog niet, Hij wél! “Wij en onze vaderen tevens…Onze vader Abraham…Onze vaders..Num_20:15  Jos_24:17 Neh_9:32  Jer_3:25 ; Joh 8:53 ; Hand 15:10

En nu zijn wij die natie, door Yeshua opnieuw in de functie gezet met een opdracht.

Groter wordt Yeshua’s werk in mijn besef. Het betekent veel meer dan een wedergeboren worden, alhoewel dat de eerste vereiste is. Zie een kind. In de moederschoot weet het niet wat er buiten is, weet misschien nauwelijks wie het is..Na geboorte is er de koestering en bescherming tegen het gevaar..Met het groter worden komen er meer verantwoordelijkheden, meer gevaren in het aanbod voor de ogen. Bij een goede basis en een duidelijk besef gepaard met vaste keuze, zal de mens met hulp van de Vader door Yeshua goede vruchten voort gaan brengen. Dat gaat niet vanzelf en ook niet perfect, maar we lezen uit het geschreven Woord van YHVH, dat onze hartsgesteldheid bepalend is. Belijdenis, vergeving vragen, afleggen, opstaan en verdergaan.

Op Mozes’ hopeloosheid spreekt YHVH en zegt Mozes oudsten te verzamelen uit het volk, die naar de tent der samenkomst zullen moeten komen, alwaar YHVH Zijn Geest op hen leggen zal zodat Mozes de last niet meer alleen hoeft te dragen.                                                                                                                                             Num 11:16  En YHVH zeide tot Mozes: Verzamel Mij zeventig mannen uit de oudsten van Israel, dewelke gij weet, dat zij de oudsten des volks en deszelfs ambtlieden zijn; en gij zult hen brengen voor de tent der samenkomst, en zij zullen zich daar bij u stellen. 
Num 11:17  Zo zal Ik afkomen en met u aldaar spreken; en van den Geest, die op u is, zal Ik afzonderen, en op hen leggen; en zij zullen met u den last van dit volk dragen, opdat gij dien alleen niet draagt.(…)Num 11:25  Toen kwamYHVH af in de wolk, en sprak tot hem, en afzonderende van den Geest, die op hem was, legde Hem op de zeventig mannen, die oudsten; en het geschiedde, als de Geest op hen rustte, dat zij profeteerden, maar daarna niet meer.  

De Israelieten klaagden over vlees, dat zij met een verkeerde intentie begeerden en kregen dat totdat zij er een walging van kregen en stierven Num 11:33  Dat vlees was nog tussen hun tanden, eer het gekauwd was, zo ontstak de toorn des HEEREN/YHVH tegen het volk, en de HEERE/YHVH sloeg het volk met een zeer grote plaag. 
Num 11:34  Daarom heet men den naam derzelver plaats Kibroth Thaava; want daar begroeven zij het volk, dat belust was geweest. 

Wat ik eruit opmaak is dat Mozes door YHVH aangesteld was en de geadviseerde oudsten evenzo. Deze oudsten kwamen na de zucht van Mozes dat het hem te zwaar bleek dit volk te leiden. Mozes had een gedegen proefondervindelijke vooropleiding gehad en niet zonder kleerscheuren. Toch verkoos Abba YHVH hem om dit volk inclusief veel vreemd volk wat met hen optrok Vaders instructies te leren.

In het boek Numeri lezen we  dat YHVH hen voorschriften geeft om twee zilveren trompetten te maken,die een sein zullen zijn zodat zij van hun vijanden verlost zullen gaan worden.Num 10:9  En wanneer gijlieden in uw land ten strijde zult trekken tegen den vijand, die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken klank maken; zo zal uwer gedacht worden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, en gij zult van uw vijanden verlost worden. Verspieders worden uitgezonden en twee van hen blijken te doen wat behoort. Het was de bedoeling dat het volk het land zou reinigen,maar door hun zwakheid in twijfel en angst, verloren zij de belofte. Hadden zij al niet bij de berg gekozen voor een tussenpersoon door angst? Angst is een slechte raadgever als YHVH het tegenovergstelde aanreikt.

Ik geloof dat wanneer mensen weten dat Abba YHVH hen heeft geroepen en ondersteund met bewijs, berekend zijn op hun taak en niet door mensen uitgerangeerd kunnen raken, omdat Hij geeft en neemt. Met Mozes kunnen ook zij de moed gaan opgeven, maar hun diepste zucht is voor Hem Die zendt.

Yeshua, ons voorbeeld en Zijn woorden, heeft zulk groot werk gedaan, dat wij niet in de valkuil van onze vaderen hoeven te vallen en voor het binnengaan in het beloofde land sterven. Wij hebben opnieuw een kans. Laten wij zonder vrees met een open hart Hem vragen wat Hij wil dat wij doen zullen. Laten wij Hem vertellen dat er vijanden zijn die ons willen doen laten vallen zodat ook wij de belofte niet beërven. Laten wij Zijn Stem nauwkeurig verstaan, zodat wij de anderen kunnen uitleggen welke valkuilen er zijn en aansporen het pad te gaan die Yeshua ons voorging.

Wij kunnen met de kracht van de Ruach haKodesh/Heilige Geest door Yeshua verkregen, de vijanden teneerslaan en het kamp reinigen, zodat onze Maker en Man Zich Zijn Bruid herkent en Zich behagen kan. Het is immers Zijn kracht Die het doet door ons heen, daarom is alle lof en eer aan Hem!!

Mogen degenen die voorop gaan een  zuivere blik houden en pleiten bij Abba YHVH dat Hij nog geduld heeft, zodat we allen met één stem “Zo doen wij”zullen zeggen en het met onze daden bevestigen.

Het gebed van een rechtvaardige vermag veel!

Laten we vragen of Hij ons waardig genoeg acht, dat ons pleiten vrucht zal gaan dragen.

Psa 80:1  Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf. O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing. O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. (…..)

Uw hand zij over den man Uwer rechterhand, over des mensen zoon, dien Gij U gesterkt hebt. Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. 
O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. 

Ter ondersteuning in de lijn van terugkeer met behoud van leven: https://etzbneyosef.blogspot.com/2019/08/beyond-mountain-part-x.html