De laatste tijd word ik bepaald bij heimwee vanwege verstrooiing. Woorden staan zwart op wit en schrijven geschiedenis, maar beleving is van een andere orde.
Onlangs hadden we een ontmoeting en ik ervoer een buitengewone lieflijkheid tijdens het samenzijn, dat mij zeker een dag inspireerde om te mijmeren over die ervaring.
Gisteren een mail gekregen van iemand die geleid was door Diezelfde Persoon, om Zijn Amen over te brengen. En weer voelde ik dat heimwee, dat wij, Zijn kinderen niet tesamen wonen als familie in dezelfde streek.
Zowel de Bruidegom als de Bruid zijn nog niet fysiek samen.
Het noorderlijk koninkrijk werd verstrooid vanwege de zonde van afgoderij, wat onder ongerechtigheid valt, van Salomo:
1Koningen 11:11 “11 Daarom zeide de HEERE/YHVH tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbond en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijk van u scheuren, en datzelve uw knecht geven.
12 In uw dagen nochtans zal Ik dat niet doen, om uws vaders Davids wil, van de hand uws zoons zal Ik het scheuren.
13 Doch Ik zal het gehele koninkrijk niet afscheuren; een stam zal Ik uw zoon geven, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, dat Ik verkoren heb.”
En Jerobeam borduurde verder op die weg,zodat het resultaat van de verstrooiing in onze dagen duidelijk te zien is. YHVH heeft dat gebruikt om zoveel mogelijk mensen in aanraking te laten komen met Zijn onversneden Woord. Immers zou Efraim vermengd worden met de volkeren waarheen zij verstrooid werden…
In Ezechiël 36:37 staat een vers, wat mij al jaren bezighoudt:37 Alzo zegt de Heere HEERE YHVH: Daarenboven zal Ik hierom van het huis Israels verzocht worden, dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen van mensen, als schapen.
Wanneer gaan we vragen en wie moet er vragen? Kan dat bijvoorbeeld maar één persoon zijn uit een geslacht? Of tien bijvoorbeeld voor dat hele vermengde en verstrooide koninkrijk? Of tellen al de gebeden mee van alle gelovigen door alle eeuwen heen? En mogen we ABBA YHVH herinneren aan het gebed wat Yeshua uitsprak in
Joh 17:8 Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.
9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw.
10 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt.
11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, gelijk als Wij.
12 Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde.
(.. ..)
15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze.
16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben.
17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden.
19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.
20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen.
21 Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn;
23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.
24 Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld.
25 Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt.
26 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen.
Onze Bruidegom die terugging om een plaats te bereiden voor Zijn Bruid. Het is dé hebreeuwse manier die YHVH instelde. In het Woord kunnen we de manier van dit proces ontdekken. Eén daarvan is de geschiedenis van Izaák en Rebecca. En verborgen in het Woord is er het plan Israel en haar Man, Israel, geheel Israel wel te verstaan. Volgens het Woord en niet volgens aanname van leringen en menselijke interpretaties.
Zou dat heimwee wereldwijd aan het opkomen zijn? Zou dat te maken hebben met het feit dat de Bruidegom in aantocht is? Dan betekent het dat de Bruid eerst verzameld wordt om als volledige vrouw getooid te worden voor haar Man.
Dan is dat heimwee er door de Vader ingelegd om zo het hoogst mogelijke resultaat op dat vragen te laten gaan gebeuren. Dat is een zoete troost.
Houdt moed Bruid in de voorste linies! Het licht genaakt. Ook de Bruidegom verlangt om haar te zien, maar wel volledig. Aan ons de taak om te blijven volharden in onze roeping om deze blijde en levengevende boodschap te blijven delen en door te geven.
Totdat Hij, de Alpha en Omega, komt!